Psychosen

Psychiatrie 
Hoofdstuk 5 - Psychosen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Psychiatrie 
Hoofdstuk 5 - Psychosen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblikken

  • Lesdoelen

  • Theorie 

  • Aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Welke verschijnselen ken je nog van een depressie?

Slide 3 - Woordweb

Welke therapievorm hoort niet in het rijtje thuis?
A
Running therapie
B
Lichttherapie
C
Geiten yoga
D
Bibliotherapie

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je in eigen woorden uitleggen:

  • Welke verschijnselen er kunnen voorkomen bij mensen met een psychose
  • Welke behandeling mensen kunnen krijgen
  • Hoe een psychose ontstaat 



Slide 5 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij iemand met een psychose?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Definitie
  • Iemand is het normale contact met de realiteit kwijt
  • Ernstige verstoring van informatieverwerking
  • Samenhang tussen gedachten, gevoelens en verlangens gaat verloren
  • Binnen en buitenwereld lopen in elkaar over, men verkiest de grip

  • Dit heeft ingrijpende gevolgen voor persoon en omgeving


Op de volgende dia wordt dit uitgelegd in een filmpje






Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Verschijnselen
  • Hallucinaties


  • Zintuigelijke prikkels waarnemen die er niet zijn


  • Wanen


  • Ideeën en overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met die van anderen die op dat betrokken zijn


  • Verwardheid


  • Desorganisatie van het denken, denken gaat te langzaam, te snel of chaotisch. Moeite met begrijpen en concentratie


Slide 10 - Tekstslide

Welke verschijnselen denk je nog meer?

Slide 11 - Woordweb

Andere verschijnselen
  • Onverklaarbare verandering in sociaal functioneren met bijvoorbeeld terugtrekking uit sociale leven


Veranderingen in persoonlijkheid, die nog niet als psychotisch kunnen worden aangemerkt, zoals:
  • achterdocht
  • vreemde ideeën
  • snel geïrriteerd zijn
  • twijfels over geloof en zingeving
  • het gevoel dat er “iets” staat te gebeuren

Slide 12 - Tekstslide

Behandeling psychosen
  • Antipsychotica onderdrukken wanen en hallucinaties
  • Voldoende rust nemen en stress vermijden
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie (coping aanleren)
  • Systeem betrekken bij behandeling
  • (Kortdurende)opname in psychiatrisch ziekenhuis
  • Praktische ondersteuning in dagelijks leven

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaan psychosen denk je?

Slide 14 - Open vraag

Ontstaan psychosen
  • Vaak in de adolescentie of vroeg volwassenheid
In samenhang met psychiatrisch ziektebeeld


  • Langdurige/ernstige stress
  • Traumatische gebeurtenissen
  • Infecties in de baarmoeder, trauma’s rond geboorte
  • Psychose = erfelijke genetische factoren én persoonlijke omstandigheden



Slide 15 - Tekstslide

Verschillende vormen
  • Bij schizofrenie
  • Bij bipolaire stoornis
  • Door drugsgebruik
  • Kortdurende, reactieve psychotische stoornissen (bijv. na een bevalling)
  • Door somatische aandoening (bijv. MS of hersentumor)
  • Folie à Deux (gedeelde psychotische stoornis)

Slide 16 - Tekstslide

Wist je dat...
  • Ieder jaar krijgt een à twee op de tienduizend Nederlanders voor het eerst een psychose.

  • De eerste psychose treedt meestal op tussen het 16de en 25de levensjaar.

  • Mannen krijgen vaker (en op jongere leeftijd) last van een psychose dan vrouwen.

  • Als iemand een psychose heeft doorgemaakt, is de kans om nog eens een psychose te krijgen erg groot. Zonder een goede behandeling is die 85 procent



Slide 17 - Tekstslide

Beloop in fasen
  • Voorlopers van een psychose – worden vaak niet goed herkend
  • Acute fase – psychose in volle omvang
  • Herstel of stabilisatiefase – spontaan of met medicijnen, psychose kan zonder behandeling snel terugkomen
  • Stabiele of onderhoudsfase – al dan niet met restverschijnselen (preventie is belangrijk)


Bijkomende verschijnselen:
Negatieve symptomen: ontbreken van gedrag dat normaal wel aanwezig is. Zoals: weinig initiatief, weinig energie, terugtrekken, weinig spreken, weinig gebaren.


Depressie: sombere stemming, laag zelfbeeld, wanhoop en risico op suïcidepoging.
Cognitieve stoornissen: verslechtering in verwerking van informatie door de hersenen. Moeite met concentratie, moeite met verwerking van prikkels.
Angst en achterdocht.





Slide 18 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Hallucinaties en wanen komen alleen bij gekke mensen voor

A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Als je lijdt aan psychose krijg je abnormale kinderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Mensen met een psychose zijn gevaarlijk.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Iedereen kan psychotisch worden

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Alle feiten op een rij:

Het is een mythe dat wanen en hallucinaties nooit voorkomen bij ‘gezonde' mensen. Dat is niet zo. Ook veel psychisch gezonde mensen horen wel eens stemmen of zijn soms achterdochtig. Neiging tot ‘gekte' is dus menselijk. Het bekend maken hiervan kan bijdragen aan de vermindering van de sociale uitsluiting.

De gevoeligheid voor het ontwikkelen van psychose is gedeeltelijk erfelijk bepaald. Wie lijdt aan psychose en kinderen krijgt loopt het risico dat zijn of haar kinderen die gevoeligheid overerven, maar krijgt zeker geen abnormaal nageslacht.




Dat mensen met psychose gevaarlijke gekken zouden zijn is een mythe die in films en media blijkbaar graag wordt opgehouden. (Het wordt daar dikwijls omgedraaid: iemand gedraagt zich agressief of gewelddadig en dat noemt men dan 'psychotisch'.) 

Statistisch gezien heeft ieder van ons één procent kans om ooit in zijn leven een psychose door te maken, maar sommige mensen lopen wel méér risico dan andere. Dat heeft te maken met een hele reeks biologische oorzaken die vooral erfelijk zijn bepaald. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van hoofdstuk 5 en upload ze uiterlijk vrijdag in teams!  

Slide 24 - Tekstslide