In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit
Spullen op tafel: - Boek
- Schrift - Rekenmachine - Pen
Planning vandaag:
- Herhaling 7.2
- Uitleg 7.3
- Opdrachten maken 7.3
*LessonUp's in ELO
Slide 1 - Tekstslide
Check 7.2 ✅
Wat doet de Europese Unie?
Hoe beschermen we onze handel?
Waarom is vrijhandel belangrijk voor ons?
Noem een voorbeeld van maatregel die ervoor zorgt dat bedrijven in de EU wordt beschermd tegen buitenlandse bedrijven?
Welke voordeel heeft de euro?
Slide 2 - Tekstslide
Paragraaf 7.3
Welvaart voor iedereen?
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
Wat kenmerken van ontwikkelingslanden zijn
Hoe je de welvaart van landen kunt vergelijken
Hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking berekent
Wat een vicieuze cirkel is
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel 1
Kenmerken ontwikkelingsland
Slide 5 - Tekstslide
Veel inwoners van deze landen hebben te maken met:
weinig tot geen gezondheidszorg in de buurt
minder kans op onderwijs
ondervoeding
hoge kindersterfte
veel kinderarbeid
analfabetisme: veel mensen kunnen onvoldoende lezen en schrijven
gebrek aan schoon drinkwater
Ontwikkelingslanden: Landen waar veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs is.
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel 2
Welvaart vergelijken
&
Inkomen per hoofd berekenen
Slide 7 - Tekstslide
Welvaart
Een land heeft veel welvaart als de inwoners in veel behoeften kunnen voorzien
Behoeften: Is het nodig hebben of het verlangen naar een betere situatie
Slide 8 - Tekstslide
Inkomen per hoofd
Nationaal inkomen: Alles wat de inwoners van een land samen verdienen
*Dit zegt niks over de welvaart van het land, want landen zijn niet even groot.
*Daarom kijken economen naar het inkomen per hoofd van de bevolking:
Dat is het gemiddelde inkomen per inwoner
Slide 9 - Tekstslide
Rekenen
Inkomen per hoofd = nationaal inkomen : aantal inwoners
Voorbeeld:
Het nationaal inkomen van Duitsland is €3.133 miljard. Er zijn 82 miljoen inwoners.
Hoeveel is het inkomen per hoofd van de bevolking?
Slide 10 - Tekstslide
Antwoord
Het nationaal inkomen van Duitsland is € 3.133 miljard. Er zijn 82 miljoen inwoners. Hoeveel is het inkomen per hoofd van de bevolking?
• € 3.133 miljard x 1.000 = 3.133.000 miljoen
• € 3.133.000 miljoen ÷ 82 miljoen = € 38.207
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoel 3
Vicieuze cirkel
Slide 12 - Tekstslide
Vicieuze cirkel
Veel mensen in ontwikkelingslanden zitten in een vicieuze cirkel.
--> Dat betekent dat de oorzaak van het ene probleem weer het gevolg is van een ander probleem.
Slide 13 - Tekstslide
Check 7.3 ✅
Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?
Hoe kun je de welvaart van landen vergelijken?
Hoe bereken je het inkomen per hoofd?
Wat is een vicieuze cirkel?
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag met 7.3
✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten op blz. 224
2, 4, 7, 8, 10, 12, 14
👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
🗣️ Graag rustig praten
Vragen?
Steek je hand op, ik kom eraan!
Slide 15 - Tekstslide
Extra uitleg
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Extra oefenopdrachten
Slide 18 - Tekstslide
Welke formule is juist?
A
deel : geheel x 100
B
deel : geheel : 100
C
deel x geheel x 100
D
deel x geheel : 100
Slide 19 - Quizvraag
Kies in de volgende tekst telkens de juiste woorden:
Met invoerrechten maakt de overheid de ...1... (import/export) van buitenlandse goederen ...2... (goedkoper/duurder).
...1...
...2...
import
export
goedkoper
duurder
Slide 20 - Sleepvraag
Door invoerrechten kopen consumenten ...1... (meer/minder) producten uit ons eigen land. Dat is ...2... (wel/niet) goed voor de werkgelegenheid in Nederland.
...1...
...2...
meer
minder
wel
niet
Slide 21 - Sleepvraag
Wat zijn invoerrechten?
A
Belasting op importproducten
B
Subsidie op importproducten
C
Recht om producten in te voeren
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel miljoen is € 456 miljard?
A
€ 0,456 miljoen
B
€ 4,56 miljoen
C
€ 456.000 miljoen
D
€ 456.000.000 miljoen
Slide 23 - Quizvraag
Juist of onjuist? Binnen de EU is er sprake van protectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Juist of onjuist? Door vrijhandel wordt het goedkoper om producten te importeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Als de wisselkoers van de euro daalt, is het voor ons .... om te importeren.
A
goedkoper
B
duurder
Slide 26 - Quizvraag
Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan worden onze producten duurder voor het buitenland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Als de wisselkoers van de € stijgt, dan ...
A
wordt de € duurder
B
wordt de € goedkoper
Slide 28 - Quizvraag
Bij een open economie is er sprake van ...
A
weinig import en
weinig export
B
weinig import en
veel export
C
veel import en
weinig export
D
veel import en
veel export
Slide 29 - Quizvraag
Goederen importeren en daarna meteen weer exporteren, noemen we ...
A
wederverkoop
B
wederuitvoer
C
doorverkoop
D
open uitvoer
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een reden om te exporteren?
A
Geen grondstoffen aanwezig in NL
B
Goedkoper gemaakt in het buitenland
C
Ongeschikt klimaat
in NL
D
Geld verdienen
Slide 31 - Quizvraag
Juist of onjuist? Door import gaat er een geldstroom naar het buitenland.