workshop doel dagbesteding

Dagbesteding-activiteitenbegeleiding 
 B1-K1-W4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding-activiteitenbegeleiding 
 B1-K1-W4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarin begeleid je als Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarin begeleid je als Persoonlijk begeleider Gehandicapten zorg

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis dagbesteding
Dagbesteding = doelgerichte en zingevende activiteiten gedurende de dag.

Als MZ’er ben je bezig met de dagbesteding van een kwetsbare doelgroep -> begeleiden en Ondersteunen in:
  •  scholing (vaardigheden)
  • Werk
  • vrije tijd
  • gedrag

Voorbeelden: begeleiden bij ADL / werkplaatsen / Creativiteit / Kleine Arbeidsverrichtingen etc.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in KD

  • De student kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die zij organiseert.
  • De student kan kennis van muziek, tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, audiovisuele vorming, belevingsgerichte, ontwikkelingsgerichte en arbeidsmatige activiteiten toepassen.
  •  De student heeft kennis van de relatie tussen functioneren, activiteiten en participatie zoals beschreven in het ICF.
  •  De student bekijkt doelbewust de wensen en behoeften van de cliënt in relatie tot de mogelijke activiteiten en vormen van ondersteuning

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld ICF
Patiënte heeft een hemiparese rechts als gevolg van een CVA, waardoor het niet mogelijk is om zelfstandig naar het toilet te gaan. Hierdoor kan zij niet zelfstandig naar het theater waar ze haar vrienden treft. Ze vindt het erg vervelend dat ze afhankelijk is van anderen. Een behandelplan kan verschillend uitgewerkt worden (mede afhankelijk van de ernst van de parese en comorbiditeit en de wens van patiënte). Er kan getraind worden zodat de paretische zijde beter inzetbaar is bij toiletgang en lopen, of er kan een loophulpmiddel worden ingezet en er kan hulp ingeschakeld worden van een mantelzorger.  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De student bereidt activiteiten voor door te zorgen dat materialen en middelen aanwezig zijn en informeert de cliënten over de activiteit. De activiteiten kunnen variëren afhankelijk van de behoeften en wensen van de cliënt zoals een maaltijd (voor)bereiden, muziek maken of sporten.
  • De student betrekt zoveel mogelijk de naastbetrokkenen bij de (dagelijkse) activiteiten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • De student kan uitleggen waarom zelfredzaamheid en regie belangrijk zijn voor cliënten
  • De student kan in eigen woorden uitleggen wat de betekenis van dagbesteding is voor cliënten
  • De student kan dagbestedingsactiviteiten koppelen aan de piramide van Maslow


Slide 8 - Tekstslide

Termen tijdens de les;
Zelfstandigheid en zelfredzaamheid
Regie en eigen kracht
Betekenis dagbesteding
Wat valt er volgens jou allemaal onder dagbesteding.
Benoem 3 voorbeelden

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dagbesteding

Dagbesteding is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende, gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Piramide van Maslow
De dagbesteding komt voort uit wensen en behoeften van de doelgroep. Als het gaat om behoeften kan je het verdelen onder verschillende lagen.

De Piramide van Maslow is een behoeftepiramide. Hieronder staan de verschillende lagen.

  •  Fysiologische Behoeften: Eten/drinken, rust, Ontladingen
  •  Veiligheid en zekerheid: Eigen ruimte, afspraken/regels
  •  Sociale acceptatie: sociale contacten
  •  Waardering: talenten, stimulatie
  •  Zelfrealisatie: jezelf kunnen zijn, trots

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Broekman kan onder begeleiding twee keer in de week zijn kamer opruimen.
Onder welke laag van de piramide van Maslow valt dit?
A
Behoefte aan veiligheid en zekerheid
B
Behoefte aan waardering en erkenning
C
Zelfontplooiing
D
Behoefte aan sociaal contact

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding door de jaren heen
  • Arbeidstherapie: doet een beroep op de gezonde kant van de cliënt door hem actief deel te laten nemen aan allerlei werkzaamheden. 
  • Bezigheidstherapie: leidt de aandacht van de cliënt af van zijn beperkingen en biedt hem een aangenaam tijdverdrijf.
  • Activiteitenbegeleiding: houdt zich ook bezig met gespreksvoering. Invulling van dagbesteding is onderdeel van multidisciplinair overleg.
  • Sociale werkvoorziening: voorziet in een passende, beschutte arbeidsplek voor mensen met een arbeidshandicap.
  • Individuele ondersteuning: vraaggericht werken en ambulantisering zijn onderdeel van het werk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De betekenis van dagbesteding voor cliënten
  • Dagbesteding van de cliënten is een belangrijk middel om mee te tellen/mee te doen -> participeren.
  • Hoe meer je mee participeert in de samenleving, hoe meer de mens zich volwaardig voelt.
  • Maatschappelijke participatie: Mensen die meedoen om een bijdrage te leveren aan de maatschappij: door Arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg.
  • Participatiewet: sinds 2015 bestaat deze wet. De wet is bedoeld om mensen die het zonder ondersteuning niet redden of een arbeidsbeperking hebben werk te laten vinden.
  • Participatieladder.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is dagbesteding belangrijk voor de cliënt?
Participatie: Deelnemen aan wat er in de maatschappij gebeurd
vb. Werk, vrijwilligerswerk, scholing
Sociale Inclusie: Groepen die worden buitengesloten toelaten in de samenleving -> ervaringen opdoen, behoeften bevredigen en vergroten van zingeving
vb. passend onderwijs, buurtfeesten, rolstoelcompetitie
Structuur: Herkenbaar leefpatroon, houvast -> zelfregie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatieladder

De participatieladder is de opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen. De zes niveaus (treden) van de ladder gaan van nergens aan mee (kunnen) doen tot volledige deelname. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatieladder
Dagbesteding van de cliënten is een belangrijk middel om mee te tellen/mee te doen -> participeren.
  

Hoe meer je mee participeert in de samenleving, hoe meer de mens zich volwaardig voelt.

Participatieladder ------------------>

Maatschappelijke participatie: Mensen die meedoen om een bijdrage te leveren aan de maatschappij: door Arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Participatiewet: sinds 2015 bestaat deze wet. De wet is bedoeld om mensen die het zonder ondersteuning niet redden of een arbeidsbeperking hebben werk te laten vinden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgangspunten voor ondersteuning bij 
participatie en sociale inclusie
  1. Fysieke behoefte (kennismaking en relatieopbouw)
  2. Emotionele behoefte (creëren van een betrouwbare omgeving)
  3. Mentale behoefte (stressreductie)
  4. Zingevende behoefte (relationele autonomie)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangstelling tonen naar cliënt
Als je een cliënt begeleidt of ondersteunt bij de dagbesteding toon je als mz’er belangstelling:
Verbaal:
Vragen stellen over de cliënt of de bezigheid, Doorvragen (mits het ongewenst of gevoelig begint te worden)


Non-verbaal:
regelmatig aankijken, knikken, glimlachen, fysieke contact maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen kunnen zijn...
  • persoonlijke ontwikkeling stimuleren;
  • zelfstandigheid bevorderen;
  • ontspanning bieden;
  • vorming/educatie;
  •  sociaal contact bevorderen; 
  •  beweging bevorderen; 
  •  geheugen trainen; 
  • gedrag veranderen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve activiteiten
Sociaal-emotionele activiteit
Motorische activiteit
Cursus budget-teren
Oefenen met de pengreep
Leren klimmen
Leren samen-
werken
Nieuwe woorden aanleren
Omgaan met boosheid
Iemand feedback leren geven 
Iets leren vragen in de winkel

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandigheid & zelfredzaamheid
  • Zelfredzaamheid betekent dat de cliënt zich kan redden in alledaagse situaties. Het kan zowel gaan om zelfverzorging, huishoudelijke taken als het vermogen tot sociaal functioneren.
  • Zelfstandigheid betekent dat de cliënt een situatie kan overzien. Hij heeft voldoende inzicht om tijdig problemen of belemmeringen te signaleren en goed in te schatten. En hij kan beslissingen nemen hoe deze op te lossen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zelfredzaamheid?
A
Zelfredzaamheid is dat de zorgverlener bepaald wat er gebeurd
B
Zelfredzaamheid is het zichzelf redden met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
C
Zelfredzaamheid heeft alleen te maken met het zelfstandig wassen en aankleden
D
Zelfredzaamheid is niet van toepassing bij mensen die corona hebben

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies