Campus 2 - Les 37: Woordtekens correct gebruiken

Woordtekens: de apostrof
Bezitsvorm
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordtekens: de apostrof
Bezitsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noemen we bezienswaardigheden van Tokio?
A
Tokioos bezienswaardigheden
B
Tokios bezienswaardigheden
C
Tokio's bezienswaardigheden
D
Tokio bezienswaardigheden

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noemen we de schoenen van Adidas?

Slide 3 - Open vraag

De toestellen van Apple noemen we Apples toestellen.
Waar
Niet waar

Slide 4 - Poll

Hoe noemen we de tweedehandsauto's van Dex?
A
Dexs tweedehandsauto's
B
Dex's tweedehandsauto's
C
Dex'es tweedehandsauto's
D
Dex' tweedehandsauto's

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we de schilderijen van Rubens?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemen we de schilderijen van Picasso?

Slide 7 - Open vraag

Britney Spears haar liedjes noemen we
A
Britneys liedjes
B
Britney's liedjes

Slide 8 - Quizvraag

Woordtekens - de apostrof
Meervoudsvorm

Slide 9 - Tekstslide

Ik heb één paraplu. Hoeveel ___ heb jij?

Slide 10 - Open vraag

Het meervoud van shampoo is shampoos.
Waar
Niet waar

Slide 11 - Poll

In New York rijden er heel wat ___.
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxiën

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb één plumeau. Hoeveel ___ heb jij?

Slide 13 - Open vraag

Vroeger speelden we vaak ___ versus indianen.
A
cowboy's
B
cowboys

Slide 14 - Quizvraag

Welke drie ___vind jij het leukst?

Slide 15 - Open vraag

De correcte afkorting van 'met andere woorden' is
A
maw
B
m.a.w.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide