Eufemismen, Parabool, Hyperbool les 2

Eufemismen, parabool, hyperbool les 2
Welk eufemisme past bij dit plaatje?         
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Eufemismen, parabool, hyperbool les 2
Welk eufemisme past bij dit plaatje?         

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
. We weten wat een eufemisme is.
. We maken kennis met de parabool en de hyperbool

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel eufemismen kennen jullie voor "poepen"?

Slide 3 - Open vraag

Eufemisme
Je brengt iets op een verzachtende manier of nette manier onder woorden wat eigenlijk niet zo prettig of netjes is.

- De dierenarts heeft de hond laten inslapen (= gedood)

- Volgens mij is er aan jou een steekje los (= gek)

- Zij zijn bekenden van de politie (boeven)

- De directie wil het personeelsbestand afslanken (= personeel ontslaan)

Slide 4 - Tekstslide

Waar zit je nu?

Slide 5 - Tekstslide

Denk hier even over na.....
"Goh, da's een leuk  huisje!"                          



Dit rondje is 50 km fietsen.                          
Dat is een kippeneindje.                                


Dit is een Parabool!
Je maakt van iets groots of belangrijks juist iets kleins of onbelangrijks.

Slide 6 - Tekstslide

en dit dan?????

"Het duurt wel een eeuw voordat de bus komt!!"   



Ik kom om van de honger.                                              
Een hyperbool is een overdrijving. Je gebruikt een hyperbool om iets sterk uit te drukken.

Slide 7 - Tekstslide

parabool
  • Je zegt iets anders dan dat je bedoelt.
  • Overdrijven 
hyperbool
  • Je zegt iets anders dan dat je bedoelt.
  • Overdrijven

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Even oefenen....
Ik heb het al 100 keer gezegd!
A
eufemisme
B
parabool
C
hyperbool

Slide 10 - Quizvraag

Mijn kat is gisteren overleden.
A
eufemisme
B
parabool
C
hyperbool

Slide 11 - Quizvraag

Ik had alle antwoorden fout bij rekenen. Het ging een beetje mis.
A
Eufemisme
B
parabool
C
Hyperbool

Slide 12 - Quizvraag

"Juf, ik moet zo nodig. Mag ik even naar het kleinste kamertje?"
A
eufemisme
B
parabool
C
hyperbool

Slide 13 - Quizvraag

Typ een zin over jezelf. Stop er een eufemisme, parabool of hyperbool in. Kunnen we het raden?

Slide 14 - Open vraag

Als het goed is:

  • Weten we wat een Eufemisme is.
  • Hebben we ook kennis gemaakt met de broertjes "Parabool" en "Hyperbool".

Slide 15 - Tekstslide

Ik vond de les
A
heel makkelijk
B
best te doen
C
ik moest goed nadenken
D
moeilijk

Slide 16 - Quizvraag