De pracht en praal van de Barok

De pracht en praal van de Barok
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De pracht en praal van de Barok

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen studenten 3 kenmerken van de kunststroming Barok herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is het leerdoel van de les. Zorg dat dit helder is voor de studenten.
Wat weet jij al over de kunststroming Barok?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Barok: wat is het?
De Barok was een kunststroming die ontstond in de 17e eeuw. Het was een reactie op de soberheid van de Renaissance. Barok staat bekend om haar pracht en praal.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat de Barok is en waarom het ontstond. Gebruik eventueel afbeeldingen ter illustratie.
Kenmerk 1: Overdaad
Een kenmerk van de Barok is overdaad. Er werd gebruik gemaakt van veel versieringen, goud en kleuren. Alles moest groots en meeslepend zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat er wordt bedoeld met overdaad en hoe dit zich uit in de kunst.
Kenmerk 2: Beweging
Een ander kenmerk van de Barok is beweging. Kunstwerken moesten dynamisch zijn. Er werd gebruik gemaakt van diagonale lijnen en er werd geprobeerd om beweging in het werk te brengen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat er wordt bedoeld met beweging en hoe dit zich uit in de kunst. Laat eventueel voorbeelden zien.
Kenmerk 3: Dramatiek
Een derde kenmerk van de Barok is dramatiek. Er werd gebruik gemaakt van sterke contrasten tussen licht en donker, waardoor er een dramatisch effect ontstond. Ook werden bijbelse en mythologische verhalen vaak gebruikt als onderwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat er wordt bedoeld met dramatiek en hoe dit zich uit in de kunst. Laat eventueel voorbeelden zien.
Vergelijk en bespreek
Laat twee kunstwerken zien, waarvan er één barok is en één niet. Laat de studenten de verschillen opnoemen en bespreek waarom het ene werk wel of niet barok is.

Slide 8 - Tekstslide

Laat twee werken zien en bespreek de verschillen. Laat de studenten hierover nadenken en discussiëren.
Quiz
Laat de studenten een quiz maken over de kenmerken van de Barok. Geef punten voor goede antwoorden en bespreek de antwoorden na afloop.

Slide 9 - Tekstslide

Maak een quiz met vragen over de kenmerken van de Barok. Bespreek de antwoorden na afloop.
Afsluiting
Vat de belangrijkste punten van de les kort samen en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de les kort samen en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen. Zorg dat het leerdoel nogmaals benoemd wordt.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.