oefenvragen hoofdstuk 3

oefenvragen hoofdstuk 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

oefenvragen hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting EHBO?

Slide 2 - Open vraag

Hoe reageer jij in het geval
van een noodsituatie?
Rennen/weglopen
Bevriezen/Niets doen
Vechten/Hulpverlenen

Slide 3 - Poll

Als je ‘Op gevaar let’, dan zorg je:
A
dat het slachtoffer tegen de zon beschermd wordt.
B
dat je kijkers op afstand houdt.
C
voor de veiligheid van jezelf, de omstanders en het slachtoffer.
D
voor het wegleggen van waardevolle spullen.

Slide 4 - Quizvraag

Om goed te kunnen bepalen wat het slachtoffer mankeert ga je eerst na wat er is gebeurd.
A
Juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Stel dat je alleen zou zijn, je ziet iemand naar zijn borst grijpen en valt neer, hoe zou je dan hulp van een omstander vragen?
A
Je belt naar een bekende en vraagt om naar de plaats van het ongeval te komen.
B
Je vraagt geen hulp maar belt zelf naar 112.
C
Je spreekt een omstander rechtstreeks aan en zegt ‘kun jij even hier blijven, ik heb je hulp nodig’.
D
Je vraagt in het algemeen ‘wil iemand mij even helpen’?

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet de EHBO-greep waarmee je een slachtoffer uit een gevaarlijke situatie verplaatst?
A
Stabiele zijligging
B
Driepuntsgreep
C
Heimlichgreep
D
Rautekgreep

Slide 7 - Quizvraag

Hoe stel jij iemand die betrokken is geraakt bij een ernstig ongeval gerust?

Slide 8 - Open vraag


Wat doe je als je een slachtoffer bewusteloos op de grond vindt, naast een trapladder?
A
Je legt het slachtoffer op zijn rug. Je controleert ademhaling en je past de heimlich-greep toe. Je belt 112
B
Je verplaatst het slachtoffer met de Rautek-greep, weg van de ladder. Je controleert de ademhaling en belt 112
C
Je laat het slachtoffer liggen zoals je hem vindt. Je controleert de ademhaling en belt 112
D
Je verplaatst het slachtoffre niet. je legt het slachtoffer in de stabiele zijligging en belt 112

Slide 9 - Quizvraag

Het doel van een reddingsdeken is om de temperatuur van het slachtoffer goed te houden.
A
Juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een slachtoffer beschutting aanbieden doe je op de volgende manier?
Ja zo...........!
Neee....... joh!

Slide 11 - Sleepvraag

'Je bent onderweg naar school als je een meisje met de fiets ziet oversteken. Het is een erg drukke weg, maar het meisje kijkt niet goed uit en ziet niet dat er er een auto nadert. De auto kan nog net uitwijken, maar kan niet voorkomen dat het meisje door de schrik van haar fiets valt.''

Wat doe je als eerste?
A
Je controleert het bewustzijn.
B
Je controleert of er letsel is.
C
Je let op gevaar.
D
Je verplaatst het slachtoffer.

Slide 12 - Quizvraag



Wat wordt ermee bedoeld als een slachtoffer buiten bewustzijn is?
A
Het slachtoffer is onrustig en zwaait met zijn handen op en neer.
B
Het slachtoffer reageert niet, maar heeft wel nog besef van zijn omgeving.
C
Het slachtoffer reageert niet, maar is in een diepe slaap.
D
Het slachtoffer reageert op geen enkele prikkel vanuit zijn omgeving.

Slide 13 - Quizvraag

In de eerste hulp spreekt men van ABC als methode om de vitale functies van het slachtoffer te controleren. Welke vitale functies worden hier bedoeld?

A
Actie, Beweging, Consequentie.
B
Ademhaling, Bloeding, Concentratie.
C
Ademhaling, Bewustzijn, Circulatie.
D
Actie, Bewustzijn, Contact

Slide 14 - Quizvraag

Bij contact met bloed bestaat er altijd een risico op besmetting. Zorg daarom altijd voor........
A
goede hygiene
B
goede ventilatie
C
dat je van een slachtoffer afblijft
D
op 1,5 meter afstand blijft

Slide 15 - Quizvraag

De reddingsdeken is een deken van aluminiumfolie en heeft een zilverkleurige kant en een goudkleurige kant. Welke kant is naar buiten gekeerd bij een slachtoffer met onderkoeling?

A
Beide kanten van de reddingsdeken zijn gelijk.
B
De goudkleurige kant van de reddingsdeken.
C
De onderkant van de reddingsdeken.
D
De zilverkleurige kant van de reddingsdeken.

Slide 16 - Quizvraag

Goede hygiene bij het verlenen van eerste hulp is.....
A
B
C

Slide 17 - Quizvraag

Als eerstenhulpverlener neem je contact op met 112. Wat wil de centralist het EERST van jou weten?
A
of de omgeving veilig is of dat er een hond in de buurt is.
B
op welk nummer je het beste teruggebeld kunt worden.
C
of je al een ambulance of andere hulpverlener hebt gebeld.
D
wat er aan de hand is en waar het slachtoffer zich bevindt

Slide 18 - Quizvraag

Als het slachtoffer een wond heeft dan is kans op een besmetting het grootst. Hoe hou jij hier rekening mee tijdens de eerste hulp?
A
Je houdt er geen rekening mee; het risico op besmetting is erg laag.
B
Je verleent geen eerste hulp en laat de wond verzorgen door de ambulance.
C
Je trekt wegwerphandschoenen aan voordat je eerste hulp verleent.
D
Je wast de handen van het slachtoffer voordat je eerste hulp verleent.

Slide 19 - Quizvraag