Van grafiek naar toenamediagram

Lesdoelen

• Je weet wat de begrippen stapgrootte en toenamediagram betekenen
• Je kunt bij elke grafiek een toenamediagram tekenen
• Je hebt door wat de verschillende stapgroottes op de x-as doen
• Je weet wat het verschil is tussen de y-as van de normale grafiek en de y-as van het toenamediagram

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

• Je weet wat de begrippen stapgrootte en toenamediagram betekenen
• Je kunt bij elke grafiek een toenamediagram tekenen
• Je hebt door wat de verschillende stapgroottes op de x-as doen
• Je weet wat het verschil is tussen de y-as van de normale grafiek en de y-as van het toenamediagram

Slide 1 - Tekstslide

Van Grafiek naar Toenamediagram

Slide 2 - Tekstslide

Intro-opdracht
In de twee slides hierna ga je met een 
"educational guess" (educatieve gok) bedenken wat de volgende wiskundige begrippen kunnen betekenen:
Stapgrootte en Toenamediagram

Deze twee begrippen komen veel terug in deze §

Slide 3 - Tekstslide

1. Het woord stapgrootte bestaat uit de woorden __________ en ___________.

Het woord zal dus betekenen:________________

Slide 4 - Open vraag

Stapgrootte
Bestaat uit de woorden stap en grootte.
De grootte van de stappen  (breedte van een interval)
Geeft aan over welke intervallen je de verandering wilt bekijken. 

Intervallen: [0 ; 0,5] , [0,5 ; 1] , [1 ; 1,5] etc.

Intervallen: [0 , 2] , [2 , 4] , [4 , 6] etc.



Δx=0,5
Δx=2

Slide 5 - Tekstslide

Het woord Toenamediagram bestaat uit de woorden ______________ en _________________.

Het woord zal dus betekenen:____________

Slide 6 - Open vraag

Toenamediagram
Bestaat uit de woorden toename en diagram.
Een diagram die de toename* weergeeft
*toename kan ook negatief zijn (afname)

Geeft de verandering weer over
een gegeven interval



Intervallen: [0 , 2] , [2 , 4] , [4 , 6] etc.



Slide 7 - Tekstslide

Uitlegvideo
Van Grafiek naar Toenamediagram
Je gaat een video bekijken waarin wordt voorgedaan hoe je een "toenamediagram" tekent.

Af en toe stopt de video om een vraag te beantwoorden. Beantwoord deze vraag om verder te kunnen met de uitlegvideo

Slide 8 - Tekstslide

5

Slide 9 - Video

01:18
I. Welke as is anders dan je gewend bent? ____ - as.
II. Wat is het verschil? _____________________________
III. Waarom is dit verschil er? _____________________________________

Slide 10 - Open vraag

01:30
Wat betekent ∆x=0,5 en
welke invloed heeft ∆x=0,5 op de tabel?

Slide 11 - Open vraag

01:35
Kijk naar de tabel die gemaakt is en geef
aan of de stelling waar of niet waar is:
De intervallen bij een toenamediagram
zijn open intervallen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

02:44
Waarom is het handig om eerst een tabel te tekenen?

Slide 13 - Open vraag

03:14
I. Hoe herken je een toename in een toenamediagram? ______________________
II. Hoe herken je een afname in een toenamediagram? _______________________

Slide 14 - Open vraag

Hiernaast staat 4 toename-
diagrammen. De oorspronkelijke
grafiek bevat een daling.
Welke toenamediagram(men)
kan hierbij horen.
A
Toenamediagram A
B
Toenamediagram B
C
Toenamediagram C
D
Toenamediagram D

Slide 15 - Quizvraag

Lees theorie A

In het boek staan twee voorwaardes waarop je moet letten als je gaat tekenen.
Welke twee voorwaardes zijn dit?

Slide 16 - Open vraag

Van grafiek naar toenamediagram
In de volgende slides ga je zelf toename diagrammen tekenen.
Vergeet niet eerst een tabel te maken.

Slide 17 - Tekstslide

Teken op het interval [0,6] een
toenamediagram met ∆x=1
Maak een foto van je werk

Slide 18 - Open vraag

Teken op het interval [0,6] een
toenamediagram met ∆x=2
(gebruik een ander kleurtje)
Maak een foto van je werk

Slide 19 - Open vraag

Hoe had je de toenamediagram van ∆x=2 direct uit de toenamediagram van ∆x=1 kunnen halen zonder eerst weer een tabel te tekenen?

Slide 20 - Open vraag

Challenge
Teken op het interval [0,7] een
toenamediagram met ∆x=0,5
Maak een foto van je werk

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
§7.2A 15, 16
§7.2A 17, 18, 19, 20

Slide 22 - Tekstslide