Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Dat is een spannende film! 

In deze zin is spannende een bijvoeglijk naamwoord (bn). Het is bijvoeglijk naamwoord spannende geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord film

Slide 3 - Tekstslide

Zo herken je een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 4 - Tekstslide

  • Een bijvoeglijk naamwoord kan vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan:
    Dat is een spannende film. /De film is spannend

Slide 5 - Tekstslide

  • Een bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een kort vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e): een spannend boek / een spannende film.  

Slide 6 - Tekstslide

  • Bij de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de 'trappen van vergelijking' gebruiken: spannend- spannender - spannendst.  

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 2 t/m 4.
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Nu doen we opdracht 5 met elkaar. 

Slide 9 - Tekstslide

De laatste opdracht!
Wie de meeste zelfstandige naamwoorden met bijvoeglijke naamwoorden kan bedenken, krijgt iets lekkers! 


Slide 10 - Tekstslide