Le pronom personnel (HV 3)

Le pronom personnel
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Le pronom personnel
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je van het lijdend
voorwerp? Hoe maak je het?

Slide 2 - Woordweb

Voorbeeld in het Nederlands

Ik geef een cadeau.

Ik geef het.


Ken jij die voetballer?

Ik ken hem.

Lijdend voorwerp vinden:
wie of wat + ww + onderwerp

Slide 3 - Tekstslide

Waardoor kan je de vormen van het lijdend voorwerp vervangen?
(m ev, v ev, m mv en v mv)

Slide 4 - Woordweb

Je mange une glace.
A
Je le mange.
B
Je la mange.
C
Je l'mange.
D
Je les mange.

Slide 5 - Quizvraag

Je connais les filles.
A
Je le connais.
B
Je la connais.
C
Je l'connais
D
Je les connais.

Slide 6 - Quizvraag

J'ai rencontré le footballeur.
A
Je le ai rencontré.
B
Je la rencontré.
C
Je l'ai rencontré.
D
J'ai le rencontré.

Slide 7 - Quizvraag

Je veux trouver mon agenda.
A
Je le veux trouver.
B
Je veux le trouver.
C
Le je veux trouver.
D
Je veux trouver le.

Slide 8 - Quizvraag

Il a raconté l'histoire.
A
Il la a raconté.
B
Il a la raconté.
C
Il l'a raconté.
D
Il a raconté la.

Slide 9 - Quizvraag

Stappenplan
1. Wat is het geslacht van het lijdend voorwerp die je wilt vervangen? Zie hierboven de opties
2. Plaats bepalen:
- Staat er één werkwoord in de zin? Zet het vóór dit werkwoord 
Je mange le sandwich -> je le mange
- Staan er twee werkwoorden in de zin, waarvan een infinitief (heel ww)? Dan zet je het vóór dit werkwoord
Je vais manger le sandwich -> Je vais le manger
- Staan er twee werkwoorden in de zin, maar ontbreekt het infinitief? Dan zet je het voor het eerste werkwoord
J'ai mangé le sandwich -> je l'ai mangé
M. ev
Le / l'
M. mv
Les
V. ev
La / l'
V. mv
Les

Slide 10 - Tekstslide

Ik kies volgend jaar Frans
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag