§1.1 klimaat en landschap deel 2

Welkom!
Ga op je plek zitten
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga op je plek zitten
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: 
Verenigde staten in beeld
§1.1 Klimaat en landschap deel 2

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §1.1 ‘Klimaat en landschap' deel 2

Maak van §1.1 ‘Klimaat en landschap' vraag 5 t/m 7

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Wat betekend het begrip reliëf ?
  2. Hoe kan reliëf het klimaat beïnvloeden? Noem twee voorbeelden.
  3. Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000m stijgt?
  4. Leg uit hoe stuwingsregen werkt en vertel ook welke gevolgen dit heeft voor de omringende gebieden

Slide 4 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 5 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede van de VS
Hoe kan reliëf (hoogteverschil) het klimaat beïnvloeden?

Slide 6 - Tekstslide

Ten opzichte van gebergte
  • Loefzijde: vochtige lucht
stijgt op, koelt af, brengt veel neerslag
  • Lijzijde: lucht daalt, warmt
op en het wordt droog
  • Hoogte: 
hoe hoger, hoe kouder
6 graden/1000m

Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte = stuwingsregen

Slide 7 - Tekstslide

A
B
Verdamping
Opstuwing
Lucht daalt
Lucht warmt op
Lucht koelt af
wolken vormen
Regen
Warme lucht
Koude lucht over de top
Loefzijde
Lijzijde

6 graden /1000m

Slide 8 - Sleepvraag

Hooggebergte klimaat in de VS
  • Rocky Mountains, Cascade Range, Sierra Nevada (1500m en hoger).

  • Veel neerslag, eeuwige sneeuw en gletsjers.

  • klimaatfactor: hoogteligging
  • Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt (6 graden/1000m).

  • EH klimaat
klimaatgrafief
  • Middelgebergte
  • Toppen tussen de 500 en de 1500 m
  • Oud gebergte, dit zie je door dat het afgeronde en minder hoge pieken zijn

  • Hooggebergte 
  • pieken tussen de 1500 en 4000m.
  • Jong gebergte, dit zie je doordat het scherpe en hoge pieken.
  • Je ziet hier eeuwige sneeuw op de toppen

Slide 9 - Tekstslide

Woestijn klimaat in de VS
  • Achter de Sierra Nevada en Coast Ranges (gebergte)

  • Aanlandige wind brengt vochtige lucht, neerslag valt aan de westkant van de Sierra Nevada en de Coast ranges hierdoor wordt het erg droog een heet aan de oostkant
  • klimaatfactor: ten opzichte van gebergte.
  • BW klimaat


klimaatgrafief

Slide 10 - Tekstslide

Steppe klimaat in de VS
  • In het midden/westen van de VS 

  • Hetzelfde als BW klimaat. Droog maar in de zomer wel neerslag door zuidoosten wind vanaf de Golf v M.

  • Great plains en de Centrale laagvlakte.
  • Klimaatfactor: ten opzichte van gebergte
  • BS klimaat

klimaatgrafief
Great plains: Het is een hoogvlakte waar de boeren er tarwe verbouwen: de wheatbelt. Ook graast er vee op uitgestrekte grasvlakten. Dat noem je extensieve veeteelt (weinig vee per hectare) 
Centrale laagvlakte: Naar het oosten toe wordt het natter en loopt het landschap langzaam af: dat is de Centrale Laagvlakte van zo’n 200 tot 500 m hoog (laagvlakte). Er wordt veel mais verbouwd: de cornbelt (corn = mais).

Slide 11 - Tekstslide


BW

EH

BS

Slide 12 - Sleepvraag

Aan het werk
Wat: lees en maak §1.1 ‘Klimaat en landschap' vraag 5 en 6 en van vorige les 2 t/m 4
Wanneer: voor de volgende les af

Hulp: de theorie (Lees goed!)
             vragen stellen tijdens de les
             mail naar de docent 

Klaar: maak een samenvatting van §1.1

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelencheck van deze les
  1. Wat betekend het begrip reliëf ?
  2. Hoe kan reliëf het klimaat beïnvloeden? Noem twee voorbeelden.
  3. Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000m stijgt?
  4. Leg uit hoe stuwingsregen werkt en vertel ook welke gevolgen dit heeft voor de omringende gebieden

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekend het begrip reliëf?

Slide 15 - Open vraag

Hoe kan reliëf het klimaat beïnvloeden? Noem twee voorbeelden.

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000m stijgt?

Slide 17 - Open vraag

Leg, aan de hand van een tekening, uit hoe stuwingsregen werkt

Slide 18 - Open vraag