semana 04/2024

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Tarea 1

Slide 2 - Tekstslide

Diagnostische opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Voorkeur aangeven
Favoriete eten.
Favoriete sport.


Bekijk je woordenlijst 1.4 nog even.
¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 4 - Tekstslide

¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu pais favorito?
¿Cuál es tu número favorito?
¿Cuál es tu deporte favorito?
¿Cuál es tu música favorita?
¿Cuál es tu asignatura favorita?
Lil Kleine
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 5 - Sleepvraag

¿Cuál es tu ............ favorito?
A
deporte
B
pais
C
número
D
animal

Slide 6 - Quizvraag

¿Cuál es tu comida........?
A
favorito
B
favorita

Slide 7 - Quizvraag

¿Cuál es tu deporte favorito?
A
la paella
B
el baloncesto
C
Inglaterra
D
el perro

Slide 8 - Quizvraag

¿Cuál es tu ............. favorito?
A
número
B
nombre
C
deporte
D
asignatura

Slide 9 - Quizvraag

¿Cuál es tu asignatura favorita?
A
el queso
B
el pez
C
Matemáticas
D
baloncesto

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoel: bijvoeglijk naamwoord
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 11 - Woordweb

Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans
A
voor het zelfstandig naamwoord
B
achter het zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o veranderen in een -a als ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan.
A
B
no

Slide 13 - Quizvraag

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.
A
B
no

Slide 14 - Quizvraag

Maak de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord in je schrift
  1. bueno
  2. verde
  3. genial
  4. rojo
  5. grande
  6. pequeño
  7. metal

Slide 15 - Tekstslide

1. La casa ............................
2. Los estudiantes................
3. La mochila.....................
4. Las profesoras...................
5. El estuche................................
6. Los libros ....................
bonitos
bonita
negra
azul
inteligentes
simpáticas

Slide 16 - Sleepvraag

zet in het meervoud:
la casa grande

Slide 17 - Open vraag

zet in het meervoud:
el exámen difícil

Slide 18 - Open vraag

Zet in het meervoud:
la chica inteligente

Slide 19 - Open vraag

zet in het meervoud:
el profesor simpático

Slide 20 - Open vraag

zet in het meervoud:
la chica genial

Slide 21 - Open vraag

zet in het meervoud
la ciudad grande

Slide 22 - Open vraag

Maak het meervoud van:
el jugador bueno

Slide 23 - Open vraag

Maak het meervoud van:
el gato genial

Slide 24 - Open vraag

Maak het meervoud van:
el país horrible

Slide 25 - Open vraag

Mening geven
Hoe kun je je mening over iets geven?
Creo que ............... es .....................
Leerdoel: mening geven

Slide 26 - Tekstslide

verschrikkelijk

Slide 27 - Open vraag

interessant

Slide 28 - Open vraag

divertido

Slide 29 - Open vraag

saai

Slide 30 - Open vraag

ik ook

Slide 31 - Open vraag

creo que sí

Slide 32 - Open vraag

ja, dat is waar

Slide 33 - Open vraag

Gustar
Wanneer gebruik je gusta?


Wanneer gebruik je gustan?

Voor een zelfstandig nw. enkelvoud.
voor een werkwoord.
Voor een zelfstandig naamwoord meervoud.
Leerdoel: Gustar

Slide 34 - Tekstslide

Gustar
Kies in de volgende dia gusta of gustan.

Slide 35 - Tekstslide

Me ..................... hablar español.
A
gusta
B
gustan

Slide 36 - Quizvraag

¿Te ............... los perros?
A
gusta
B
gustan

Slide 37 - Quizvraag

No me ................... el fútbol.
A
gusta
B
gustan

Slide 38 - Quizvraag

¿Te ................ bailar?
A
gusta
B
gustan

Slide 39 - Quizvraag

¿Te ................. los perros?
A
gusta
B
gustan

Slide 40 - Quizvraag

Wat ontbreekt?
Schrijf het op in je schrift...
1.A mí ____ ___________ el baloncesto.
2.A ti ____ _________ jugar al hockey. 
3.A mí ___ _________ los coches rápidos. 
4.A ti ____ _________ la comida española. 
5.A ti ___ ________ las series en Netflix.
6.A mí ____ _________ los jugadores de Real Madrid. 

Slide 41 - Tekstslide

 Dictee

Slide 42 - Tekstslide

Controlar el dictado

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Kijk in je agenda/ in je schrift:
schrijf in deze DIA :
Wat komt er in het SO 1

Slide 45 - Open vraag

¿Tienes preguntas?
¿Está claro?

Slide 46 - Tekstslide