6.2 Om de macht

Tijd van Regenten en Vorsten 

6.2 Om de macht
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tijd van Regenten en Vorsten 

6.2 Om de macht

Slide 1 - Tekstslide

Landvoogdes schort kettervervolgingen op  
Smeekschrift
Hagenpreken
Centralisatiepolitiek
Beeldenstorm 

Slide 2 - Sleepvraag

Kenmerkende aspecten
Tijdvak 6: Tijd van regenten en vorsten (1600 – 1700)
23. het streven van vorsten naar absolute macht;
24. de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de
Nederlandse Republiek;
25. wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;
26. de wetenschappelijke revolutie.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen voor samenvatting
  • Hoe heeft het streven naar particularisme de staatsinrichting van de Republiek beïnvloed
  • Wat waren de verschillen van inzicht tussen staatsgezinden en Oranjegezinden en hoe kun je die verklaren?
  • Wat waren de kenmerken van het Franse absolutisme?
  • Wat waren de overeenkomsten en verschillen tussen de staatsinrichting van de Republiek en die van Frankrijk?

Slide 4 - Tekstslide


Alleen verder 1579-1588





  • In 1579 besluiten de Noordelijke Nederlanden samen te werken in de Unie van Utrecht om de Spanjaarden te verjagen.
  • Filips is woest een geeft Willem van Oranje de schuld: hij verklaart hem vogelvrij.
De Unie van Utrecht wordt wel gezien als het begin van het huidige Nederland. Daarom werd er in 1979, vierhonderd jaar na de Unie van Utrecht, een speciale herdenkingsmunt uitgegeven.

Slide 5 - Tekstslide


Acte van Verlatinghe 
1581





  • De Noordelijke Nederlanden besluiten Filips II af te zetten: 'ze verlaten hem als land'.
  • Dat gebeurt in het document: de Acte van Verlatinghe

Slide 6 - Tekstslide


Alleen verder...


  • De Noordelijke Nederlanden hebben eerst nog geprobeerd een koning te vinden. Dat lukte niet. Daarom wordt besloten verder te gaan zónder koning, als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
  • Dit was uniek in de wereld: "Geen koning?! Wie beschermt je dan?!"


Slide 7 - Tekstslide

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
1588






  • Bij gebrek aan een geschikte kandidaat als vorst of koning, besluiten de Noordelijke Nederlanden verder te gaan als Republiek.
  • De 'baas' in de Republiek werd de Staten-Generaal, de standenvergadering
  • Particularisme: de gewesten bepaalden in de Gewestelijke Staten hun eigen regels en wetten
  • Wel samenwerking op gebied van buitenlandse politiek, bv oorlog
  • Stadhouder was legeraanvoerder in dienst van de Staten Generaal
  • protestantisme

Slide 8 - Tekstslide


De Staten-Generaal


  • De Republiek was een oligarchie: overheidsbestuurders in steden, Staten en Staten-Generaal kwamen uit de rijke burgerij en de adel. Ze heetten regenten.
  • De voorzitter van de Staten-Generaal was de raadspensionaris



Een andere belangrijke functie in de Republiek was de stadhouder. Dit waren sinds Willem van Oranje altijd de Prinsen van Oranje. In de Republiek werd dan ook zijn zoon Maurits de eerste stadhouder.

De stadhouder had hoge militaire functies: hij was kapitein-generaal van het leger en admiraal-generaal van de vloot.

Officieel was de stadhouder in dienst van de Staten-Generaal, maar wie de baas was, was niet altijd even duidelijk....

Slide 9 - Tekstslide

Twaalfjarig Bestand en ruzie
De Staten-Generaal kreeg de politieke macht in de Republiek:
  • Verantwoordelijk voor de buitenlandse politiek
  • Zorgde voor een wapenstilstand met Spanje (Twaalfjarig Bestand): dit was beter voor de handel en Spanje wilde ook wel even een adempauze.

Tijdens de wapenstilstand ontstond er een machtsstrijd tussen de stadhouder en de raadspensionaris:
  • 1618: staatsgreep van prins Maurits (hij neemt de macht over)
  • 1619: Johan van Oldenbarnevelt wordt onthoofd


Slide 10 - Tekstslide





Raadspensionaris 
Johan van Oldenbarnevelt
Aanhangers: staatsgezinden
Gematigd calvinistisch (geloof)
Wel een wapenstilstand




Stadhouder
Maurits van Oranje
Aanhangers: Oranjegezinden
Heftig calvinistisch
Door met de oorlog



Slide 11 - Tekstslide

Oranjegezinden en staatsgezinden

Slide 12 - Tekstslide

Vrede van Münster(1648)
Spanje erkent de Republiek

Slide 13 - Tekstslide


Regenten

  • In tegenstelling tot andere landen hadden de (rijke) burgers in de Republiek veel meer macht en invloed dan de adel.
  • Veel van deze burgers waren enorm rijk geworden door de handel (in de steden)
  • Deze groep rijke burgers noem je regenten.
  • Bijna alle belangrijke banen waren in handen van de regenten.



Slide 14 - Tekstslide


Van vader op zoon


  • Veel regentenfamilies probeerden de mooie banen in hun eigen of bevriende families te houden.
  • Zo erfden kinderen al op jonge leeftijd titels of kregen ze voorrang bij banen op basis van hun achternaam.




Gerard Bicker was een zoon van Andries Bicker, een van de machtigste koopmannen uit Amsterdam. Gerard had een goed leven. Hij hoefde dankzij de macht en rijkdom van zijn vader niet echt heel hard te werken. Hij zou zo'n 220 kilo hebben gewogen en werd in de volksmond ook wel "de dikke Bicker" genoemd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Republiek overzicht
  • Staten-Generaal besluiten om zelf de Nederlanden te besturen
  • Staten-Generaal: vertegenwoordiging van de gewesten
  • Raadspensionaris: voorzitter SG
  • Regenten: bestuurders van de Republiek
  • Stadhouder: legeraanvoerder
  • Generaliteitslanden: op Spanje veroverde gebieden, bestuurd door de SG

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Ondertussen in Frankrijk....

Slide 19 - Tekstslide

Lodewijk XIV: door God gegeven
  • Lodewijk XIV wordt geboren in 1638
  • Hij is de enige levend geboren zoon van Lodewijk XIII en Anna van Oostenrijk
  • Zijn geboorte werd als een wonder gezien en hij kreeg als tweede naam: Dieudonné (door God gegeven)

Slide 20 - Tekstslide

De Zonnekoning
  • Na de dood van zijn belangrijkste adviseur besluit Lodewijk in zijn eentje te regeren.
  • Hij laat een paleis buiten Parijs bouwen: Versailles
  • De adel moet verplicht aanwezig zijn in dit paleis 
  • Het is een grote eer om klusjes te mogen doen voor Lodewijk bijvoorbeeld hem helpen bij het opstaan en het naar het toilet gaan.

Slide 21 - Tekstslide

L'État, c'est Moi
  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme
  • De adel moest in zijn buurt blijven en kon daardoor geen eigen plannen meer maken. Alles draaide om Lodewijk XIV....
  • ...net als alle planeten om de zon draaien => daarom werd Lodewijk de Zonnekoning genoemd
  • Deze macht was door gGod gegeven: Droit Divin (goddelijk recht): aan Lodewijk twijfelen was aan God zelf twijfelen!
  • Toen Lodewijk kaal werd en een pruik ging dragen ging iedereen een pruik dragen: zo belangrijk was Lodewijk

    Slide 22 - Tekstslide

    Colbert
    • Lodewijk was erg veel geld nodig.
    • Zijn minister van Financiën Colbert ging aan de slag: 

    1. Fransen moesten meer gaan verdienen, zodat ze meer belasting konden betalen. 
    2. Innen belastingen verbeteren zodat meer geld in staatskas kwam, belastinginners moesten minder geld in eigen zakken steken.

    Slide 23 - Tekstslide

    Mercantilisme
    • Zelf meer producten in Frankrijk maken met specialisten uit het buitenland
    • Belasting op spullen uit het buitenland (kopen uit buitenland wordt duurder): dit noem je mercantilisme
    • Meer kanalen in Frankrijk voor makkelijker transport goederen (Canal du Midi)
    • Afschaffen van 60 Heiligendagen (waren vrije dagen)

    Slide 24 - Tekstslide

    Eén wet, één geloof, één vorst
    • Frankrijk vooral katholiek land. 
    • Tijdens de Reformatie: Edict van Nantes. Dit betekende een soort vrijheid van godsdienst voor de protestanten. 
    • Lodewijk wil centralisering en eenheid, daarom: 
    • 1685 afschaffen Edict van Nantes met het edict van Fontainebleau. Iedereen moet voortaan katholiek zijn. 

    Slide 25 - Tekstslide

    Gevolgen:
    • Protestanten mochten veel beroepen niet meer hebben
    • Kregen soldaten in huis die huizen vernielden en plunderden. 
    • Bekeren of vluchtten naar buitenland enige optie Hugenoten (naam voor Franse protestant) => veel Hugenoten vertrokken naar Nederland

    Slide 26 - Tekstslide

    Lodewijk XIV: oorlogskoning


    • Alleen Lodewijk XIV besloot over oorlog
    • Oorlogen leverden  meer gebied, macht en aanzien op, maar  kosten veel geld. 
    • Lodewijk vocht tegen Spanje, de Republiek en het Heilige Roomse Rijk. Aan het einde van zijn leven had hij enorme schulden.
    • Hij adviseerde zijn zoon Lodewijk XV, geen oorlogen te voeren, maar minder belasting te heffen aan arme bevolking. 

    Slide 27 - Tekstslide

    Rampjaar 1672
    Het jaar dat Engeland, Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk besloten om de Republiek een lesje te leren. 

    Slide 28 - Tekstslide


    Stadhouderloze tijdperk (1650-1672)

    Stadhouder Willem II doet een poging om zijn macht als stadhouder te vergrootten. Maar in 1650 overlijdt hij plotseling. De Staten-Generaal besluiten dat ze makkelijk zonder stadhouder kunnen. Er is geen oorlog meer, dus is er ook geen legerleider nodig.

    Slide 29 - Tekstslide

    Johan de Witt
    • Raadspensionaris van Holland
    • Gewesten moeten meer samenwerken
    • Bezuinigde op het landleger, niet op de vloot
    • Botste voortdurend met de stadhouder tot Willem II overleed. 

    Slide 30 - Tekstslide

    Wie wil wat?
    Raadspensionaris
    Johan de Wit
    Stadhouder
    Willem II
    Oorlog voeren
    Leger uitbreiden
    Vrede
    Gewesten samenwerken
    prinsgezind
    Staatsgezind

    Slide 31 - Sleepvraag

    Rampjaar: 1672
    Tekst

    Slide 32 - Tekstslide

    Het Rampjaar

    In het Rampjaar 1672 wordt de Republiek tegelijkertijd aangevallen door Engeland, Frankrijk, Münster en Keulen.


    Slide 33 - Tekstslide

    Moord
    • Johan de Witt krijgt de schuld en samen met zijn broer wordt hij gruwelijk vermoord. 
    •  De zoon van stadhouder Willem II wordt teruggehaald uit Engeland en mag stadhouder Willem III worden. 
    • Willem III krijgt veel macht van de Staten-Generaal. 

    Slide 34 - Tekstslide

    Einde Gouden Eeuw
    Willem III drijft vijandelijke troepen terug
    maar oorlogen gaan door
    Oorlog = duur

    Slide 35 - Tekstslide