Hst 6 Formules introductie

Hoofdstuk 6
Formules
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Formules

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
1.1 Leren wat (woord)formules zijn
1.2 Leren rekenen met formules
1.3 Rekenen met formules (geheel getal)
1.4  Rekenen met formules (twee gehele getallen)
1.5 Rekenen met formules (twee decimale getallen)

Slide 2 - Tekstslide

Formules?

Slide 3 - Woordweb

Formules         'een machientje'
Melk kost €1,50 per pak
bedrag = 1,50 x aantal pakken melk
Je hebt 50 euro in je spaarpot en elke maand spaar je 15 euro
bedrag = 50 + 15 x aantal maanden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Een   betekent vermenigvuldigen

Tussen een cijfer en een letter laten we het vermenigvuldigingsteken weg
dus 3a betekent 3 a

Je schrijft berekeningen netjes in je schrift.

Slide 6 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Bereken y = 3a + 4

als je weet a = 10
A
y = 314
B
y = 17
C
y = 34
D
y = 38

Slide 8 - Quizvraag

Bereken y = 2a + 4b
als a = 5 en b = 2

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opgave 1.1 t/m 1.5

Slide 11 - Tekstslide

Controlevraag:
Bereken y = -3a + 5b
als a = 5 en b = -3
A
y = 30
B
y = -30
C
y = 4
D
y = -50

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdstuk 6: Formules
Herhaling

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ziet de woordformule er uit?
=
x
+
Kosten in euro's
50
75
dagen

Slide 14 - Sleepvraag

=                         x
Ik huur een fiets voor 10 euro per dag
Sleep de stukjes naar de juiste plek en maak deze woordformule.

dagen
10
huurprijs
fiets
25

Slide 15 - Sleepvraag

Kai gaat op donderdag pizza's bezorgen. 
Hij krijgt €3,50 als vast bedrag en €0,90 per pizza.

Wat wordt de woordformule om Kai zijn inkomsten te berekenen?
=
+
x
aantal pizza's
Inkomsten in €
€3,50
€0,90

Slide 16 - Sleepvraag

Welke formule
hoort bij deze
advertentie?

Slide 17 - Open vraag

Geef de formule bij voor het tegoed van Karin.
Gebruik t voor tegoed en b voor aantal broodjes.

Slide 18 - Open vraag

Gegeven is de formule b = 4a + 5
Bereken b voor a=7

Slide 19 - Open vraag

Gegeven is de formule k = 6m - 10
Bereken k voor m = 8

Slide 20 - Open vraag

Gegeven is de formule k = 3(m - 5)
Bereken k voor m = 15

Slide 21 - Open vraag

3a + 18a - 12b + 6a =
A
21a - 6ab
B
27a312b

Slide 22 - Quizvraag

Schrijf zonder haakjes
7(x2)
A
7x9
B
7x14
C
7x14
D
7x9x

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf zonder haakjes:
y=2(3x+4)
A
y=23x+4
B
y=6x4
C
y=6x8
D
y=6x+8

Slide 24 - Quizvraag

Herleid


3x2y+8xy=
A
14xy
B
14x2y2
C
3x+16xy2
D
24x2y+3x

Slide 25 - Quizvraag

Herleid
2(x+2)+3x6=

Slide 26 - Open vraag

Herleid
8(a+4)(4a8)=

Slide 27 - Open vraag

Dit denk ik te gaan halen voor mijn toets:
010

Slide 28 - Poll

Leren voor je wiskunde
Maak gemaakte opgaven opnieuw (in je schrift!)
Lees via alle theorie
        "Bibliotheek - Hoofdstuk 6 - Overzichten" 
Bekijk de extra uitlegfilmpjes 
        "Bibliotheek - Hoofstuk 6 - Overzichten - Video
Bekijk de aantekeningen in je schrift
Maak de Diagnostische toets (in je schrift!)

Slide 29 - Tekstslide