1. Wat waren de stijlfiguren pleonasme en tautologie? - Pleonasme: je benadrukt een eigenschap van een werkwoord/zelfstandig naamwoord die eigenlijk al duidelijk is (Natte regen, witte sneeuw, groen gras)
- Tautologie: je zegt twee keer hetzelfde met verschillende woorden (Vast en zeker, keurig netjes)
2. Wat waren de stijlfouten dubbele ontkenning en contaminatie?
- Dubbele ontkenning: Je gebruikt twee keer een ontkenning, waardoor je precies het tegenovergestelde zegt van wat je bedoelt (Ik maak nooit geen fouten)
- Contaminatie: je haalt twee woorden en/of uitdrukkingen door elkaar (ik besef me - kosten duur)