Nask hoofdstuk 3 Stoffen

Nask hoofdstuk 3 Stoffen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Nask hoofdstuk 3 Stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de toestand van water
bij 0°C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Plasma
D
Gasvormig

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de drie toestanden van stoffen?
A
Plasma
B
Vloeibaar
C
Vast
D
Gas

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een gas?
A
Stoom
B
Zuurstof
C
Ijzer
D
Water

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eenheid voor massa?
A
Liter
B
Kilogram
C
Joule
D
Meter

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij verwarming van een stof?
A
Het gewicht vermindert
B
Het verandert in een vloeistof
C
Het stopt met bewegen
D
Het volume kan uitbreiden

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn stoffen?
A
Slechts vloeistoffen en gassen
B
Alles om ons heen
C
Materie met massa
D
Alleen vaste voorwerpen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een mengsel?
A
Combinatie van stoffen
B
Een enkele stof
C
Altijd homogeen
D
Geen vaste samenstelling

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een oplossing?
A
Geen andere stoffen
B
Vloeibare mengsel
C
Stof volledig opgelost
D
Vaste stof alleen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een faseovergang?
A
Verandering van toestand van materie
B
Verandering van grootte van materie
C
Verandering van gewicht van materie
D
Verandering van kleur van materie

Slide 10 - Quizvraag

Welke faseovergang is smelten?
A
Gas naar vast
B
Vloeibaar naar gas
C
Vast naar gas
D
Vast naar vloeibaar

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij verdampen?
A
Vast wordt vloeistof
B
Vloeistof wordt vast
C
Vloeistof wordt gas
D
Gas wordt vloeistof

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de formule voor dichtheid?
A
d = V / m
B
d = m + V
C
d = m / V
D
d = m - V

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de eenheid van dichtheid?
A
m/s²
B
g/cm³
C
kg/m³
D
N/m

Slide 14 - Quizvraag

Hoe bereken je het volume?
A
V = m / d
B
V = m + d
C
V = d / m
D
V = m - d

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de dichtheid als je volume vergroot?
A
Dichtheid verdwijnt
B
Dichtheid blijft gelijk
C
Dichtheid neemt af
D
Dichtheid neemt toe

Slide 16 - Quizvraag

Wat is recyclen?
A
Het hergebruiken van materialen
B
Het verbranden van afval
C
Het verstoppen van afval
D
Het weggooien van producten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een milieuvriendelijke optie?
A
Plastic weggooien
B
Biologisch afbreekbaar
C
Afval scheiden
D
Chemisch afval verbranden

Slide 18 - Quizvraag

Welke materialen kunnen gerecycled worden?
A
Schoeisel
B
Eten en drinken
C
Glas en plastic
D
Papier en karton

Slide 19 - Quizvraag


Waarom is recyclen belangrijk?
A
Het maakt producten duurder
B
Het creëert meer vervuiling
C
Het vermindert afval
D
Het bespaart grondstoffen

Slide 20 - Quizvraag

WELKE SCHEIDINGS
METHODE?
A
filtreren
B
extraheren
C
bezinken
D
oplossen

Slide 21 - Quizvraag

WELKE SCHEIDINGS
METHODE?
A
filtreren
B
extraheren
C
bezinken
D
oplossen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een suspensie?
A
Deeltjes zweven in een vloeistof
B
Een gasvormig mengsel
C
Een homogeen mengsel
D
Vloeistof met opgeloste stoffen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een oplossing?
A
Een helder mengsel van stoffen
B
Deeltjes zijn zichtbaar
C
Een mengsel van vaste en vloeibare stoffen
D
Bestaat alleen uit vaste stoffen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een suspensie?
A
Zout in water
B
Suiker in koffie
C
Modder in water
D
Olijfolie in water

Slide 25 - Quizvraag

Wat bevat een mengsel?
A
Twee of meer verschillende stoffen
B
Alleen vloeistoffen
C
Alleen vaste stoffen
D
Slechts één stof

Slide 26 - Quizvraag

Hoe herken je een suspensie?
A
Het lost volledig op
B
Deeltjes kunnen bezinken
C
Het is altijd helder
D
Het is altijd een vloeistof

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide