H5 Lezen
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat wordt er denk je bedoeld met 'tekstdoel?'
Slide 2 - Open vraag
Bekijk onderstaande strip van Dirk-Jan. b) Wat is het tekstdoel bij deze afbeelding?
Slide 3 - Open vraag
Wat houdt het tekstdoel amuseren in?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een reclame?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een betoog?
(zoek het op in je boek als je dit nu nog niet weet)
(zoek het op in je boek als je dit nu nog niet weet)
Slide 9 - Open vraag
Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
overtuigen
B
overhalen
C
informeren
D
lezer zelf een mening laten vormen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Bovenaan een tekst staat een ...
A
Titel
B
Tussenkopje
C
Alinea
D
Onderwerp
Slide 14 - Quizvraag
Elke tekst heeft een onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn synoniemen?
A
Woorden met meerdere betekenissen.
B
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
C
Woorden met maar één betekenis.
D
Tegengestelde woorden.
Slide 16 - Quizvraag
Tegenstellingen
Wat zijn dit?
Wat zijn dit?
A
Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
B
Meningen die iets tegenspreken.
C
Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen.
D
De, het & een.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een woordraadstrategie?
Slide 18 - Open vraag
Welke woordraadstrategie pas je toe?
Mijn zussen dansen bij het toonaangevende moderne Nederlands Dans Theater.
Mijn zussen dansen bij het toonaangevende moderne Nederlands Dans Theater.
__________________
A
De betekenis staat in de rest van de zin.
B
Het woord lijkt op een woord dat ik al ken.
C
Het woord is samengesteld uit twee woorden. De betekenis van die woorden is bekend.
D
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel dat ik al wel ken.
