Economische beroepspraktijk H4

Economische beroepspraktijk 
Hoofdstuk 4
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Economische beroepspraktijk 
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Doelen hoofdstuk 4 
Productie & Logistiek

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
1. Logistiek
2. Waarde creëren
3. Inkoop
4. Productie

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent logistiek volgens jou?

Slide 4 - Open vraag

Open vraag
Stel, je hebt een feestje. Je bestelt een paar nieuwe schoenen bij Zalando. 

Maak een schema van alle logistieke 
stappen die nodig zijn voordat de 
schoenen bij jou in de kast staan.

Slide 5 - Tekstslide

Wat heeft logistiek met jou te maken?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Geef twee voorbeelden van niet-logistieke werkzaamheden die nodig zijn voor een vloeiend logistiek proces.

Slide 8 - Open vraag

Aantal voorbeelden van niet-logistieke werkzaamheden die nodig zijn voor een vloeiend logistiek proces.

Slide 9 - Tekstslide

Logistiek
Wanneer je producten inkoopt, produceert of verkoopt, wil je ze op tijd, in de juiste hoeveelheid en op de afgesproken plaats hebben. Hier is logistiek voor nodig.

Logistiek is het plannen, besturen en uitvoeren van de goederenstroom. Logistiek is een primair proces. Het heeft direct te maken met het leveren van producten aan de klant. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld logistiek

Slide 11 - Tekstslide

Waarde creëren
Organisaties leveren producten en diensten aan de klant. Je noemt dit ook wel: het creëren van waarde voor de klant. 

De waarde kan een mooi product zijn, bijvoorbeeld een nieuwe telefoon. 
De waarde kan ook een dienst zijn, bijvoorbeeld een juridisch advies
De waarde die een school levert is bijvoorbeeld goed onderwijs bieden.

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfsprocessen
Er zijn allerlei activiteiten in een bedrijf nodig om goederen en diensten te kunnen produceren en winst te maken
(inkoop, productie, administratie, loonadministratie)

Al die activiteiten samen, noem je bedrijfsprocessen. Deze kan je weergeven in een bedrijfsprocessenmodel. Deze processen samen moeten ervoor zorgen dat het bedrijf winst maakt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Twee verschillende vormen van activiteiten

1. Primaire activiteiten
2. Ondersteunende activiteiten 

Slide 15 - Tekstslide

Primaire activiteiten
Alle werkzaamheden die direct bijdragen aan het eindproduct, noem je primaire activiteiten 

inkomende logistiek, productie en assemblage, uitgaande logistiek, verkoop en marketing en service en aftersales. 

Slide 16 - Tekstslide

Primaire activiteiten
1. Inkomende logistiek: alle activiteiten die te maken hebben met transport, ontvangst van goederen en de opslag van grondstoffen en goederen.
2. Productie en assemblage: het produceren van de goederen voor de klant
assembleren = het in elkaar zetten van onderdelen 
3. Uitgaande logistiek: alle activiteiten die bedoeld zijn om goederen bij de klant te krijgen. Deze worden verzameld en verpakt in het magazijn. Daarna gaan ze op transport naar de klant.
4. Verkoop en marketing: de verkoop zorgt voor voortdurend genoeg klanten hebben voor je producten en marketing zorgt voor het bevorderen van de verkoop.
5. Service en aftersales: bedrijven en organisaties willen natuurlijk dat de klant tevreden is over hun producten. Daarom doen ze er alles aan om goede service te bieden. 

Slide 17 - Tekstslide

Ondersteunende activiteiten
Er zijn allerlei soorten werkzaamheden nodig om ervoor te zorgen dat de primaire activiteiten kunnen plaatsvinden. 

Infrastructuur, humanresourcesmanagement, productontwikkeling, technologie, inkoop


Slide 18 - Tekstslide

Ondersteunende activiteiten
1. Infrastructuur: alle faciliteiten die medewerkers nodig hebben om hun werk te kunnen doen (computerwerk, kantoorinventaris, energievoorziening)
2. Humanresourcesmanagement: deze afdeling regelt alle zaken rondom het personeel (ook salarissen en personeelsbeleid)
3. Productontwikkeling, technologie: bedrijven zijn voortdurend bezig om nieuwe producten en technologieën te ontwikkelen. 
4. Inkoop: deze afdeling zorgt voor de inkoop van goederen en grondstoffen die het bedrijf nodig heeft (zowel computers, kantoorinventaris en koffie, maar ook grondstoffen)

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld van waarde creëren?
A
Een product tegen een zo hoog mogelijke prijs verkopen
B
Met een product zo veel mogelijk winst maken
C
Een mooi product ontwikkelen voor de klant

Slide 20 - Quizvraag

Alle werkzaamheden die direct bijdragen aan het eindproduct noem je primaire/secundaire activiteiten.
A
Primaire
B
Secundaire

Slide 21 - Quizvraag

Secundaire activiteiten dragen niet / wel bij aan de winstgevendheid van een bedrijf.
A
niet
B
wel

Slide 22 - Quizvraag

Secundaire activiteiten hebben niet / wel direct te maken met het leveren van producten of diensten
A
wel
B
niet

Slide 23 - Quizvraag

Leg met een voorbeeld uit hoe de afdeling van burgerzaken van een gemeente waarde creëert voor inwoners van de gemeente die op vakantie gaan

Slide 24 - Open vraag

Noem de vier voorbeelden van secundaire activiteiten binnen een bedrijf
A. verzorgen van personeelsadministratie
B. versturen van de goederen aan de klant
C. produceren van artikelen
D. bestellen van koffie voor de kantine
E. verkopen van artikelen aan de klant
F. laptop installeren voor een nieuwe collega
G. klachten afhandelen via de klantenservice

Slide 25 - Tekstslide

Noem de vier voorbeelden van secundaire activiteiten binnen een bedrijf
A. verzorgen van personeelsadministratie
B. versturen van de goederen aan de klant
C. produceren van artikelen
D. bestellen van koffie voor de kantine
E. verkopen van artikelen aan de klant
F. laptop installeren voor een nieuwe collega
G. klachten afhandelen via de klantenservice

Slide 26 - Tekstslide

Inkoop
De inkoop is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering. De afdeling inkoop bestelt producten, diensten of grondstoffen voor het bedrijf. 
De afdeling inkoop is verantwoordelijk voor het inkoopbeleid dat bestaat uit:

- bepalen welke producten er moeten worden ingekocht
- selecteren van de juiste leveranciers
- onderhandelen over de prijs en leveringsvoorwaarden
- regelen dat er voldoende voorraad is voor de verkoop of productie

Slide 27 - Tekstslide

Inspelen op veranderingen
De afdeling inkoop moet op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen in de markt

Ook moet de afdeling inkoop meedenken over de bedrijfsvoering --> inkoopprijs bepaalt voor een groot deel of er winst gemaakt kan worden. 

Slide 28 - Tekstslide

Plaats in de organisatie
Inkopers zijn werkzaam in allerlei bedrijven en organisaties; van fabrikanten tot winkelketens en van scholen tot ziekenhuizen. 

Bij kleinere bedrijven is er vaak geen aparte inkoopafdeling, maar dan zijn bijvoorbeeld de managers verantwoordeijk voor de inkoop. Ook een officeassistent kan bij sommige bedrijven zelf inkooporders plaatsen.

Slide 29 - Tekstslide

Inkoop en logistiek
De afdeling inkoop moet goed afstemmen met de logistieke afdeling van het bedrijf
De inkomende en uitgaande goederenstroom moeten perfect op elkaar zijn afgestemd. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Distributie
Het verzenden van de goederen naar de verkooplocaties of naar de klant.
Een geautomatiseerd transportplanningssysteem helpt bij het organiseren van de distributie.
 

Slide 32 - Tekstslide

Kies de drie taken die horen bij het werken op de afdeling inkoop
A. Onderhandelen met de klant over de prijs
B. Controleren van facturen
C. Socialmediacampagne opzetten
D. Overleggen over de in te kopen hoeveelheid
E. Controleren van de vrachtbrief
F. Afspraken maken met een leverancier over de prijs

Slide 33 - Tekstslide

Kies de drie taken die horen bij het werken op de afdeling inkoop
A. Onderhandelen met de klant over de prijs
B. Controleren van facturen
C. Socialmediacampagne opzetten
D. Overleggen over de in te kopen hoeveelheid
E. Controleren van de vrachtbrief
F. Afspraken maken met een leverancier over de prijs

Slide 34 - Tekstslide

De afdeling inkoop onderhandelt met leveranciers over een goede prijs voor de goederen. Waar moet de afdeling inkoop nog meer afspraken over maken?
A
de prijs van de verpakking
B
de manier van produceren
C
het tijdstip van leveren

Slide 35 - Quizvraag

De afdelingen inkoop en verkoop werken nauw samen. Noem een zaak waarover zij regelmatig moeten overleggen?

Slide 36 - Open vraag

Productie
Produceren betekent 'iets maken'. Nu zijn er veel bedrijven en organisaties die niet letterlijk bezig zijn iets te maken. Toch vindt daar productie plaats. De term productie kan verschillende betekenissen hebben. 

Slide 37 - Tekstslide

Productie
Fabriceren: bijvoorbeeld hout kopen en daar boekenplanken van maken

Assembleren: losse producten inkopen, bijvoorbeeld onderdelen voor een fiets en daar fietsen van maken

Klantorders verzorgen: een webwinkel koopt artikelen in en verkoopt deze weer voor een hogere prijs. 

Slide 38 - Tekstslide

Productlogistiek
Wanneer je goederen fabriceert, assembleert en tot order samenstelt, komen daar heel wat logistieke activiteiten bij kijken. 

Goede productielogistiek zorgt ervoor dat de productie vloeiend en zonder verstoringen verloopt. 

Slide 39 - Tekstslide

Productielogistiek
1. op basis van de vraag naar producten
2. afdeling productieplanning geeft
een seintje aan afdeling inkoop om een 
inkooporder te plaatsen
3. voorraadcijfers worden nauwkeurig 
bijgehouden
4. zij regelen de verplaatsing, opslag en
controle van alle materialen en 
producten tijdens de productie

Slide 40 - Tekstslide

Wat is materials handling?
A
De verplaatsing, opslag en controle van alle materialen en producten tijdens de productie, opslag en distributie door het bedrijf
B
het bestellen en de aanvoer van grondstoffen die nodig zijn voor de fabricage van nieuwe producten

Slide 41 - Quizvraag

De term 'productie' staat niet alleen voor iets maken. Wat kan het nog meer betekenen?

Slide 42 - Open vraag

Noem drie voorbeelden van productielogistiek in een bedrijf
A. Verzorgen van maaltijden in de kantie
B. Zorgen voor voldoende voorraad grondstoffen
C. Versturen van de factuur aan de klant
D. Bestellen van onderhoudsmiddelen voor de inpakmachine
E. Verzamelen van een order
F. Klaarzetten van grondstoffen bij de productielijn

Slide 43 - Tekstslide

Noem drie voorbeelden van productielogistiek in een bedrijf
A. Verzorgen van maaltijden in de kantie
B. Zorgen voor voldoende voorraad grondstoffen
C. Versturen van de factuur aan de klant
D. Bestellen van onderhoudsmiddelen voor de inpakmachine
E. Verzamelen van een order
F. Klaarzetten van grondstoffen bij de productielijn

Slide 44 - Tekstslide

Volgende les
5. Goederenontvangt, opslag en voorraadbeheer
6. Orders en uitgaande goederen
7. E-commerce

Slide 45 - Tekstslide