Israel

Israel
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Israel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Komen de Joden uit het Midden-Oosten?
In de geschiedenis, beginnend bij de tiende eeuw voor Christus, is het Jodendom in het gebied dat we nu Israël noemen eeuwenlang de grootste godsdienst. Rond die tijd komt het koninkrijk Israël op, samen met het koninkrijk Judea. Joden krijgen het vooral in de Romeinse tijd (en in het bijzonder de eerste twee eeuwen van onze jaartelling) moeilijk omdat ze niet de Romeinse keizer als een soort god willen aanbidden. De Joden komen meerdere keren in opstand, maar de Romeinen slaan dat protest met veel geweld neer. Na de laatste opstand, rond 132-135 na Christus, blijven er weinig Joden over in het gebied Palestina. En wie niet is gedood, vlucht. Een volk, in dit geval de Joden, dat zich verspreidt over verschillende plekken op de wereld, noemen we de diaspora.

Slide 3 - Tekstslide

In welke tijd kregen Joden het vooral moeilijk omdat ze niet de Romeinse keizer als god wilden aanbidden?
A
Renaissance
B
Romeinse tijd
C
Middeleeuwen
D
Oudheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat was de grootste godsdienst in het gebied dat we nu Israël noemen?
A
Boeddhisme
B
Jodendom
C
Christendom
D
Islam

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn zionisten?
Sinds de Romeinse tijd woonden de Joden verspreid over heel veel landen. Omdat ze zo vaak gediscrimineerd werden leek hen nu ook het idee van een eigen land aantrekkelijk. Daar zouden ze hun eigen regering hebben en in vrijheid kunnen leven. Er ontstond een beweging om dat te realiseren in het gebied waar de Joden oorspronkelijk vandaan kwamen. Deze beweging heette het zionisme, naar het woord Zion, dat een Joodse benaming is voor het land Israël. De grondlegger van het zionisme was Theodor Herzl (1860-1904). Niet alle Joden waren zionisten, er waren ook bewegingen die wilden vechten voor gelijke (burger-)rechten voor Joden in het land waar ze woonden en er waren ook Joden die wilden emigreren naar Amerika, naar ‘de Nieuwe Wereld’.

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf ongeveer 1880-1924 kwamen er vooral Joden uit Rusland naar Palestina vanwege de ernstige discriminatie daar (pogroms).  In 1890 vormen Joden een meerderheid in Jeruzalem, terwijl in de rest van het gebied Arabieren in de meerderheid zijn.
 Vanaf 1924-’29 kwamen er ook Joden uit Midden-Europa, vooral uit Polen en Hongarije, waar het antisemitisme sterk groeide. Vanaf 1925 waren het vooral Duitse en Oostenrijkse Joden die vluchtten voor de steeds groter wordende antisemitische nazi-partij die vanaf 1933 de regering vormde in Duitsland en later ook in Oostenrijk. Ook in de Arabische landen nam het antisemitisme toe in deze tijd.

De Joodse immigranten bouwden dorpen, boerderijen, kibboetsen, fabrieken en steden in Palestina. Ook richtten ze universiteiten, musea en andere culturele instellingen op, zoals concertzalen, orkesten, bioscopen en theaters. Sommige Arabieren zagen de positieve kant van deze economische en culturele ontwikkelingen, maar de meerderheid van de Arabieren in Palestina en daarbuiten vonden dat er te veel Joden immigreerden naar het gebied en ze protesteerden bij de Britten tegen de Joodse immigratie. 

Slide 7 - Tekstslide

1e wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog is belangrijk in de ontstaansgeschiedenis van Israël. Tijdens die oorlog komen Arabische stammen in het Midden-Oosten in opstand tegen de overheersing door het
Ottomaanse Rijk.
 Zij worden gesteund door de Britten en de Fransen. Alleen zijn die twee landen niet van plan zich na de val van het Ottomaanse Rijk terug te trekken. Ze verdelen in het Sykes-Picotverdrag van 1916 in het geheim het gebied in Franse en Britse invloedssferen. De Britten krijgen een mandaat over Palestina en Mesopotamië (het Irak van nu) en de Fransen over Libanon en Syrië.
In 1917 komt de Britse overheid met de Balfour-verklaring. Balfour, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, spreekt daarin de intentie uit om in Palestina een “nationaal thuis voor het Joodse volk” te maken. Dit leidt tot grote onvrede bij de Arabische bevolking, die zich bedrogen voelt.

Slide 8 - Tekstslide

Welk land kreeg een mandaat over Palestina en Mesopotamië?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Groot-Brittannië

Slide 9 - Quizvraag

Welke landen verdeelden het Midden-Oosten in invloedssferen na de val van het Ottomaanse Rijk?
A
Duitsland
B
Groot-Brittannië
C
Spanje
D
Frankrijk

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er na de Tweede Wereldoorlog?
Tussen de Balfour-verklaring van 1917 en het einde van de Tweede Wereldoorlog verhuizen nog meer Joden naar wat dan Brits mandaat Palestina is. Dit leidt tot spanningen met de Arabische bevolking. Na de Tweede Wereldoorlog vinden de Britten dat de net opgerichte Verenigde Naties zich maar moeten buigen over het probleem. De Verenigde Naties stellen voor het gebied in een Arabisch en een Joods deel op te splitsen. En Jeruzalem moet onder internationaal gezag komen. De Arabische leiders verwerpen het plan. De Joodse leiders accepteren het wel. Op 14 mei 1948, op de dag dat de laatste Britse troepen vertrekken, roepen zij de staat Israël uit. De eerste premier van het kersverse land Israël is Ben Gurion.

Slide 11 - Tekstslide

Welk land beheerde Palestina als een mandaat?
A
Arabië
B
Verenigde Naties
C
Groot-Brittannië
D
Israël

Slide 12 - Quizvraag

Wat was het voorstel van de Verenigde Naties?
A
Het gebied aan de Arabische bevolking over te dragen
B
Het gebied aan Groot-Brittannië terug te geven
C
Het gebied op te splitsen in een Arabisch en een Joods deel
D
Het gebied onder internationaal gezag te plaatsen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

oorlog
Het uitroepen van de staat Israël leidt onmiddellijk tot oorlog. Op 15 mei 1948, de dag na het startschot van de nieuwe staat, klinken er schoten. Een coalitie van Egypte, Jordanië, Syrië en troepen uit Irak trekt Israël binnen. Hun doel is de stichting van de nieuwe staat te voorkomen. Ze raken, over een periode van tien maanden, volop slaags met Israëlische troepen. Jordanië (tot 1949 nog Transjordanië geheten) neemt de westelijke Jordaanoever in, Egypte de Gazastrook. Israëlische troepen behouden het gebied dat door de Verenigde Staten was voorgesteld voor de Joodse Staat, maar bezetten daarnaast ook zo’n zestig procent van het gebied dat, volgens het verdelingsplan van de Verenigde Naties, Arabisch zou moeten zijn. Dit zorgt voor een grote stroom Palestijnse vluchtelingen, zo’n 700.000, die onder meer in buurlanden terechtkomen. De Palestijnen noemen dit ‘Al Nakba’, de catastrofe. Een gebeurtenis die tot de dag van vandaag een rol van betekenis speelt.

Slide 15 - Tekstslide

Welke gebieden werden ingenomen door Jordanië en Egypte?
A
Gazastrook
B
Golanhoogten
C
Sinaïwoestijn
D
Westelijke Jordaanoever

Slide 16 - Quizvraag

Welke landen vielen Israël binnen na de uitroeping van de staat?
A
Egypte
B
Jordanië
C
Syrië
D
Irak

Slide 17 - Quizvraag

Intussen arriveren steeds meer Joden uit het Midden-Oosten en andere delen van de wereld in hun nieuwe land Israël. In maart 1949 is Israëls onafhankelijkheidsoorlog voorbij. Voorlopig, want de spanningen tussen Joden en Arabieren leiden al snel tot nieuwe oorlogen. Inzet is vaak het hele bestaansrecht van Israël of de exacte - internationaal afgesproken - grenzen van het jonge land.

Slide 18 - Tekstslide

Na de onafhankelijkheidsoorlog van 1948 ontstaan algauw nieuwe spanningen. Als Egypte in 1956 het Suezkanaal afsluit tijdens een conflict hierover met Groot-Brittannië en Frankrijk, grijpt Israël in. Het bezet de Egyptische Sinaïwoestijn en de Gazastrook. Israël wil vrije doorgang door het kanaal houden. Het conflict wordt opgelost met een VN-macht, maar er ontstaan ernstige conflicten met Syrië en Jordanië over water uit de rivier de Jordaan. Ook gaat Syrië samenwerken met de in 1964 opgerichte Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO. De Palestijnen willen met geweld hun verloren gebied terug krijgen. Al verandert die doelstelling in de loop van de jaren naar alleen de wens van een eigen staat.

Slide 19 - Tekstslide

Welke rivier zorgde voor conflicten tussen Israël, Syrië en Jordanië?
A
de Jordaan
B
de Rijn
C
de Nijl
D
de Donau

Slide 20 - Quizvraag

Welk land bezette de Egyptische Sinaïwoestijn en de Gazastrook na de onafhankelijkheidsoorlog van 1948?
A
Frankrijk
B
Egypte
C
Israël
D
Groot-Brittannië

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de Zesdaagse Oorlog van 1967?
De PLO voert vanaf 1964 vanuit Syrië aanvallen uit in het grensgebied met Israël. De Syrische regering steunt die aanvallen, maar is ook bang dat Israël wraak zal nemen door Syrië binnen te vallen en de regering te verwijderen. Egypte, een goede vriend van Syrië, trekt dan de Sinaïwoestijn in. In die woestijn zitten, sinds de Egyptische en Israelische legers zich aan het eind van de Suez-crisis hebben moeten terugtrekken, VN-troepen. De oplopende spanning zorgt ervoor dat de Israëlisch regering in spoedvergadering bijeenkomt en besluit dat een aanval de beste verdediging is. In de vroege ochtend van 5 juni 1967 begint een oorlog die zes dagen zal duren. Israël voert een verrassingsaanval uit, waarbij vrijwel de gehele Egyptische luchtmacht op de grond wordt uitgeschakeld. Israël bezet de Gazastrook en een deel van de Sinaïwoestijn.

Slide 22 - Tekstslide

Welke regio werd bezet door Israël tijdens de oorlog?
A
Sinaïwoestijn
B
Golanhoogten
C
Westelijke Jordaanoever
D
Gazastrook

Slide 23 - Quizvraag

Vervolgens richten Israëlische troepen zich op de gebieden die in handen zijn van Jordanië, maar waarvan Israël vindt dat die ook bij de jonge staat horen. Jeruzalem wordt helemaal ingenomen, net als de Westelijke Jordaanoever.

De Israëlische militaire acties krijgen intussen veel steun in onder andere Nederland.

Slide 24 - Tekstslide

Na protesten van Arabische landen staat de VN-veiligheidsraad op het punt de partijen een wapenstilstand op te leggen, als Israël ook nog de Golan Hoogvlakte van Syrië afpakt. Hiermee krijgt Israël een strategisch belangrijke plek in handen. Het door Israël bestuurde gebied is ineens vier keer zo groot en na de Zesdaagse Oorlog komt een miljoen Arabieren onder Israëlisch bestuur.
Veel van de problemen die ontstaan, zijn nog steeds niet opgelost. De politiek van Israël is er op gericht om een deel van de nieuwe grenzen van 1967 definitief te maken, terwijl de Palestijnen en Arabische buurlanden eisen dat wat er dat jaar is gebeurd, ongedaan gemaakt wordt.

Slide 25 - Tekstslide

Een manier van Israël om meer controle te krijgen op de nieuw ingenomen gebieden is het bouwen van nederzettingen: dorpen of plaatsjes waar mensen gaan wonen. Dat doet Israël vanaf 1967 in alle bezette gebieden. Ook in de Sinaï, maar als in 1979 Egypte en Israël vrede sluiten, verdwijnen die weer. Ook besluit Israël in 2005 om de nederzettingen in Gaza te ontmantelen. Ze zijn voor Israël een te grote last geworden, waarvoor te veel militaire inzet nodig is om ze te beschermen. 

Maar ook zonder nederzettingen in Gaza oefent Israël grote controle uit op de grenzen van die strook. De ongeveer twee miljoen Palestijnen in Gaza kunnen niet vrij in en uit reizen naar bijvoorbeeld de Westelijke Jordaanoever. Ook houden de Egyptische autoriteiten in het zuiden het grootste deel van het jaar de grenspost met Gaza dicht. Dat komt door spanningen tussen Egypte en Hamas, de islamitische groepering die in 2007 aan de macht is gekomen in Gaza. En dus wordt Gaza ook wel 'de grootste openluchtgevangenis ter wereld' genoemd.

Slide 26 - Tekstslide

Waarom wordt Gaza ook wel 'de grootste openluchtgevangenis ter wereld' genoemd?
A
Vanwege de nederzettingen van Israël.
B
Beperkte bewegingsvrijheid en beheersing van grenzen.
C
Vanwege de aanwezigheid van Hamas.
D
Vanwege economische beperkingen.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de reden dat Israël grote controle uitoefent op de grenzen van Gaza?
A
Om meer controle te krijgen.
B
Om Israëlische invloed te vergroten.
C
Om economische ontwikkeling te bevorderen.
D
Voorkomen van vrij verkeer en spanningen met Hamas.

Slide 28 - Quizvraag

Op 19 juli 2018 neemt het Israëlische parlement ondanks grote binnenlandse protesten de omstreden Joodse natiestaat-wet van het kabinet van premier Netanyahu aan. Hierin staat Jeruzalem als ongedeelde hoofdstad, en het Arabisch van de Arabisch-Israëliërs is niet meer de officiële taal. Hiermee wordt de Arabische minderheid in Israël officieel achtergesteld. Ook uitbreiding van de joodse nederzetting is ook opgenomen in de wet, als nationaal belang. 
De staat Israël wordt nog steeds groter qua inwonertal. Elke jood in de wereld mag zich vestigen in het beloofde land en kan Israëlisch staatsburger worden. In 1950 neemt Israël daartoe de Wet op Terugkeer aan. De illegale nederzettingen op de westelijke Jordaanoever worden nog steeds groter en in 2017 is voor het eerst in 25 jaar begonnen met de bouw van een nieuwe nederzetting op de Westoever. Dit ondanks internationale oproepen en VN-resoluties om hier een einde aan te maken.

Slide 29 - Tekstslide

Wat staat er in de Joodse natiestaat-wet met betrekking tot Jeruzalem?
A
Jeruzalem wordt niet erkend als hoofdstad
B
Jeruzalem wordt gedeeld tussen Joden en Arabieren
C
Jeruzalem wordt als ongedeelde hoofdstad beschouwd
D
Jeruzalem wordt als verdeelde hoofdstad beschouwd

Slide 30 - Quizvraag

Welke wet heeft het Israëlische parlement aangenomen op 19 juli 2018?
A
De Wet op Joodse nederzettingen
B
De Joodse natiestaat-wet
C
De Wet op Terugkeer
D
De Wet op de Arabische minderheid

Slide 31 - Quizvraag

Is er nog kans op vrede?
Er zijn in het verleden tientallen jaren pogingen gedaan om tot een vreedzame oplossing te komen tussen de betrokken partijen en landen. Die pogingen worden bemoeilijkt door verschillende factoren. De Palestijnen zijn verdeeld tussen het extremistische Hamas, dat de macht heeft in de Gazastrook, en het meer gematigde Fateh, dat de macht heeft op de Westelijke Jordaanoever. Deze Palestijnse fracties hebben in het verleden ook onderling gevochten. Bovendien zijn er nog meer Palestijnse groeperingen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Met sommige buurlanden zijn wel stappen gezet naar vrede. In 1978 sluit de Egyptische president Sadat vrede met de Israëlische premier Begin. Egypte krijgt daarmee de Sinaïwoestijn terug die het in 1967 was kwijtgeraakt. Andere Arabische landen reageren boos op dit akkoord. Ook intern in Egypte is woede: Sadat wordt in 1981 zelfs vermoord door militairen die lid zijn van de fundamentalistische Islamitische Jihad.
Later zijn er vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen die uitmonden in de Oslo-akkoorden van 1993. Palestijnen krijgen recht op zelfbestuur onder een eigen Palestijnse Autoriteit. Maar latere pogingen tot duurzame vrede leveren weinig op.

Slide 34 - Tekstslide

Wie werd vermoord in 1981 door fundamentalistische militairen?
A
Egypte
B
Israël
C
Begin
D
Sadat

Slide 35 - Quizvraag

Welk land kreeg de Sinaïwoestijn terug in 1978?
A
Palestijnen
B
Israël
C
Egypte
D
Begin

Slide 36 - Quizvraag

Ook in Israël denkt niet iedereen hetzelfde over de toekomst. Radicale, streng orthodoxe joden willen van geen enkele concessie weten aan de Palestijnen. Premier Rabin, die ooit handen schudde met de Palestijnse president Arafat, wordt door de orthodoxe jood Yigal Amir gedood als straf voor zijn toenadering tot de Palestijnen.

Slide 37 - Tekstslide

Internationaal valt vaak de term tweestatenoplossing: Joden en Palestijnen zouden vreedzaam naast elkaar in twee verschillende staten moeten leven. Maar de uitwerking daarvan strandt tot nu toe in onwil en verdeeldheid aan beide kanten, over het hele idee of details daaruit. Ook laait steeds weer het geweld op tussen de twee partijen.

In de afgelopen jaren heeft Israël steeds meer muren en hekken gebouwd, rond Gaza en op de Westbank. Die moeten de Israëlische bevolking grotendeels beschermen tegen grote aanslagen van Palestijnse groeperingen. Maar die muren en hekken zorgen er tevens voor dat de Palestijnse bevolking geen kant meer op kan.


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Wat is het nadeel van de muren en hekken voor de Palestijnse bevolking?
A
De Palestijnse bevolking kan geen kant meer op.
B
De muren en hekken zorgen voor verdeeldheid tussen de Palestijnen.
C
De muren en hekken leiden tot meer geweld tussen de twee partijen.
D
De muren en hekken maken het moeilijk voor Palestijnen om naar Israël te reizen.

Slide 40 - Quizvraag

Waarom heeft Israël muren en hekken gebouwd?
A
Om de Israëlische bevolking te isoleren van de rest van de wereld.
B
Om de Palestijnse bevolking te beschermen tegen Israëlische agressie.
C
Om de Palestijnse bevolking gevangen te houden.
D
Om de Israëlische bevolking te beschermen tegen grote aanslagen van Palestijnse groeperingen.

Slide 41 - Quizvraag

Wat is de tweestatenoplossing?
A
Joden en Palestijnen zouden elkaar moeten bestrijden.
B
Joden zouden een aparte staat moeten hebben zonder Palestijnen.
C
Joden en Palestijnen zouden vreedzaam naast elkaar in twee verschillende staten moeten leven.
D
Joden en Palestijnen zouden in één staat moeten leven.

Slide 42 - Quizvraag

In het kort
Joden zijn een paar duizend jaar geleden in de meerderheid in het gebied dat we nu Israël noemen, maar zijn na vervolging verspreid over de wereld.
Eind negentiende eeuw zijn er nationalistische bewegingen in Centraal en Oost-Europa die zich antisemitisch opstellen. Hierdoor proberen steeds meer Joden te emigreren naar ‘Palestina’.
Na de Eerste Wereldoorlog ontstaat het ‘Brits mandaat Palestina’. Eerder hebben de Britten al gezegd dat ze er een veilig thuis voor Joden willen maken, tot onvrede van de Arabische bevolking.l





Slide 43 - Tekstslide


Na de Tweede Wereldoorlog ontstaat er nog meer druk om Joden een eigen staat te geven. In 1948 roepen de Joden die staat uit: op 14 mei 1948 wordt Israël geboren.
Vanaf dag twee ligt de nieuwe staat onder vuur van Arabische landen en Palestijnse verzetsbewegingen. Meerdere oorlogen volgen, onder andere in 1948 en 1967, die Israël overigens terreinwinst opleveren; zoals oa Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Golan hoogvlakte.
In 2023 viert Israël zijn 75ste verjaardag. Ondanks verschillende vredesonderhandelingen lukt het de twee partijen niet om tot een oplossing te komen. Een vreedzame oplossing lijkt verder weg dan ooit.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video