Les 5 - H3.3 Formule Taal

H3
§3.3

Ga zitten
Pak je laptop
Login bij LessonUp
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3
§3.3

Ga zitten
Pak je laptop
Login bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Voorkennis 

  • Leerdoelen

  • Uitleg §3.3
  • + oefeningen

  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 3 - Quizvraag

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 4 - Quizvraag

Hoe groot is de massa van een lithium atoom dat 20 elektronen, 26 neutronen en 22 protonen bevat?
A
46 u
B
26 u
C
42 u
D
48 u

Slide 5 - Quizvraag

Een atoom heeft 78 protonen en 112 neutronen. Wat is het atoomnummer en wat is het massa getal van dit atoom?
A
atoomnummer = 78 massagetal = 156
B
atoomnummer = 156 massagetal = 78
C
atoomnummer = 190 massagetal = 156
D
atoomnummer = 78 massagetal = 190

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft dit isotoop?
A
3
B
7
C
10
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft:
A
protonen: 6 elektronen: 6 neutronen: 14
B
protonen: 6 elektronen: 6 neutronen: 8
C
protonen: 14 elektronen: 6 neutronen: 6
D
protonen: 14 elektronen: 14 neutronen: 6

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel protonen en hoeveel
neutronen heeft het
volgende atoom:
A
17 protonen 37 neutronen
B
37 protonen 17 neutronen
C
17 protonen, 17 neutronen
D
17 protonen 20 neutronen

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
Na deze les weet ik...:
  • welke 2-atomige elementen er zijn
  • wat moleculen zijn
  • wat het indexgetal inhoud

Na deze les kan ik...:
  • molecuulformules opstellen
  • molecuulmassa's berekenen
  • massa% van een element in een molecuul berekenen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Periodiek systeem der Elementen
  • Element = Atoom

  • Alle elementen hebben symbolen
  • Natrium = Na

  • Eerste letter altijd hoofdletter
  • Tweede letter altijd kleine letter


Slide 12 - Tekstslide

Periodiek systeem der Elementen
  • Element = Atoom

  • 2-atomige elementen
  • => Deze moet je weten (Dus: Leren!)

  • HBrINClOF


Slide 13 - Tekstslide

Moleculen
  •  Elementen kunnen verbindingen aangaan
  • => Molecuul
  • => Verbinding tussen 2 of meer soorten elementen

  • Moleculen zien er allemaal anders uit

Slide 14 - Tekstslide

Molecuulformules
  • Elke stof kan aangegeven worden met een molecuulformule.

  • Water: H2
  • Waterstofperoxide: H2O2

  • Index 
  • => aantal atomen binnen het molecuul 

Slide 15 - Tekstslide

Molecuulformules

Slide 16 - Tekstslide

Molecuulformules
  • Zelf kunnen opstellen a.d.h.v. kleurlegenda

  • => Tellen van de atomen in het molecuul
  • => Afkortingen op alfabetische volgorde
  • => juiste indexgetal achter de afkorting noteren

C6H11NO3

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
CO2
B
2CO
C
C2O
D
CO2

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
H3N
B
HN3
C
N3H
D
3HN

Slide 20 - Quizvraag

Atoommassa's en molecuulmassa's 
  • Atoommassa 
  • => kun je aflezen in het Periodiek systeem 

  • Molecuulmassa kun je niet aflezen...
  • -> Berekenen
  • => Door atoommassa's van atomen bij elkaar op te tellen.

Slide 21 - Tekstslide

Atoommassa's en molecuulmassa's 
  • De atoommassa en molecuulmassa druk je uit in 'u'
  • u = atomaire massaeenheid 
  • => 1 proton / neutron hebben massa van 1 u

  • 1 u = 1,66*10-27 kg

  • Met andere woorden:
  • 0,00000000000000000000000000166 kg (heel klein dus)


Slide 22 - Tekstslide

Molecuulmassa berekenen
Voorbeeld: Molecuulmassa van NO2
  • 1 x massa van stikstof = 1 x 14,007 u = 14,007 u
  • 2 x massa van zuurstof = 2 x 15,999 u = 31,998 u

  • 14,007 + 31,998 = 46,005 u

  • Molecuulmassa van NO2  = 46,005 u

Slide 23 - Tekstslide

Molecuulmassa Berekenen
Stappenplan:
  1. Schrijf de molecuulformule op
  2. zoek de atoommassa's in periodiek systeem op
  3. tel alle atoommassa's bij elkaar op
Voorbeeld:
Molecuulmassa van ammoniak
  1.   NH3
  2. atoommassa N = 14,007 u atoommassa H = 1,008 u
  3. 1 x N: 1 x 14,007 = 14,007 u  3 x H: 3 x 1,008 = 3,024 u molecuulmassa ammoniak is 14,007 + 3,024 = 17,031 u

Slide 24 - Tekstslide

Bereken de massa van ijzerroest
(Fe2O)

Slide 25 - Open vraag

Massapercentage
  • Massa%
  • = Gehalte van iets

  • Hoeveel procent van de totale massa van een verbinding uit een bepaald element bestaat.




Slide 26 - Tekstslide

Massapercentage
Berekenen met de volgende formule:

Massa% = 

Slide 27 - Tekstslide

Massapercentage in een verbinding berekenen
Bereken het massapercentage koolstof in de verbinding rietsuiker C₁₂H₂₂O₁₁

  • De molecuulmassa van C₁₂H₂₂O₁₁ = 342,3 u
  • In één molecuul C₁₂H₂₂O₁₁ zitten 12 C-atomen. 
  • De massa van een C atoom    12 ∙ 12,01 = 144,12 u
  • In 342,3 u C₁₂H₂₂O₁₁ is dus 144,12 u C aanwezig.

  • (144,12 / 342,3) ∙ 100  = 42,10 %  C atomen in C₁₂H₂₂O₁₁

Slide 28 - Tekstslide

Massapercentage in een verbinding berekenen
  1. Geef de molecuulformule
  2. Bereken de molecuulmassa met de stappen die je hebt geleerd
  3. Massapercentage = (massa element/massa molecuul) x 100
  4. Controleer: massapercentage ligt tussen 0% en 100%

Slide 29 - Tekstslide

Bereken het massapercentage zuurstof in
C9H8O4

Slide 30 - Open vraag

Aan de slag 

  • Doorlezen §3.3
  • Maken:
      * §3.3 opdr.:
          => 26, 30, 31, 34, 35, 39 





  • Eerste 5 minuten in stilte
  • Daarna fluisterend overleggen met buur of werken met muziek

  • Vraag? Steek je hand op
  • Af? => Geen huiswerk
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide