Je gaat voor een diersoort aanpassingen bedenken die een evolutionair voordeel zou geven.
Schrijf in je schrift welk dier je kiest in welke omgeving en vervolgens welke twee aanpassingen je hebt bedacht.
1. Neem een bestaand dier in gedachten
2. Plaats dit dier een nieuwe omgeving, een andere omgeving dan waar het dier normaal voorkomt. (Bijvoorbeeld een ijsbeer in de woestijn).
3. Bedenk twee aanpassingen die het dier een evolutionair voordeel zou geven (waardoor het beter zou overleven).