330 les 7: 1.6 / Promille - 3M



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: Vk1 t/m 1.5 
● Uitleg: 1.6 
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
op tafel.
Laptop Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Accepteer de les in LU.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: Vk1 t/m 1.5 
● Uitleg: 1.6 
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
op tafel.
Laptop Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Accepteer de les in LU.

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je weet wat promille is.

Je kunt rekenen met promille.

H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op hoeveel decimalen ronden we procenten af?
A
1 decimaal
B
geheel getal
C
2 decimalen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk percentage hoort bij 1/8?

Procentteken hoef je niet in te voeren.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting BTW?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de toename in aantallen?
A
relatieve toename
B
relatieve afname
C
absolute toename
D
absolute afname

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we een procentuele afname?
A
relatieve toename
B
relatieve afname
C
absolute toename
D
absolute afname

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 89,9 miljoen in cijfers?
A
89 , 900 000
B
89.900.000
C
89 900 000
D
89 900 000 000

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent PROCENT letterlijk?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent PROMILLE letterlijk?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Als de toename erg klein is, kun je beter promille gebruiken.


PROMILLE = per duizend (of van de duizend)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille

1 procent = 1 % =           = 0,01





1001

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille

1 procent = 1 % =           = 0,01


1 promille = 1 ‰  =             = 0,001



1001
10001

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille

1 procent = 1 % =           = 0,01


1 promille = 1 ‰  =             = 0,001


Afspraak:  Promille ronden we af op 1 decimaal.

1001
10001

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?
1000
promille

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
Inwoners
aantal inwoners

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
Inwoners
aantal inwoners

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
?
Inwoners
aantal inwoners

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
Inwoners
aantal inwoners
?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
Inwoners
aantal inwoners
?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Inwoners
aantal inwoners
?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Inwoners
aantal inwoners
?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners
?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners
?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners
? 188,4

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
125600:1000×1,5=188,4
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners
? 188,4

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Dus het is ongeveer 188 inwoners.
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners
? 188,4
125600:1000×1,5=188,4

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel milliliter is 45 liter?
A
450
B
45000
C
4500
D
450000

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken:
Paragraaf 1.6 volgens jouw leerroutes

Nakijken:
Huiswerk van H1 tot nu toe.




timer
4:00
Achter de les
Testopgave 
K -> blz. 45

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?

Je weet wat promille is.

Je kunt rekenen met promille.

H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is 6,05 promille van 800.000?
A
4840
B
6050
C
48400
D
484000

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 promille van 115 488 euro is:
A
461,952
B
4619,52
C
461,95 euro
D
4619,52 euro

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan weegt 75 kg. Zijn lichaam bestaat voor 60% uit vocht. Een kg vocht is ongeveer een liter. Uit hoeveel vocht bestaat Jans lichaam?
A
50
B
75
C
45
D
60

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies