8.2 Ademhaling

Basisstof 3
Ademhalen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Basisstof 3
Ademhalen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof

Slide 4 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan er na de verbranding?
A
Water & koolstofdioxide
B
Glucose & zuurstof
C
Glucose en water
D
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 5 - Quizvraag

Welke stoffen zijn nodig voor verbranding?
A
Water & koolstofdioxide
B
Glucose & zuurstof
C
Glucose en water
D
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 6 - Quizvraag

je kunt ademhalen op twee manieren 
2 ademhalingsmanieren:

* borstademhaling= tussenribademhaling
*buikademhaling =  middenrifademhaling

Slide 7 - Tekstslide

Borstademhaling

Slide 8 - Tekstslide

Borstademhaling
Borstademhaling:
Inademen:
- tussenribspieren spannen aan
- borstkas en ribben gaan omhoog
- longen worden groter
- zuurstof gaat de longen in

Uitademen:
- tussenribspieren ontspannen
- borstkas en ribben gaan omlaag
- longen worden kleiner
- koolstofdioxide uit de longen
Aantekening

Slide 9 - Tekstslide

Buikademhaling

Slide 10 - Tekstslide

Buikademhaling
Borstademhaling:
Inademen:
- Middenrif spant aan
- Middenrif gaat omlaag en duwt de organen in de buik omlaag
- longen worden groter
- zuurstof gaat de longen in

Uitademen:
- Middenrif ontspant
- Middenrif gaat omhoog
- longen worden kleiner
- koolstofdioxide uit de longen
Aantekening

Slide 11 - Tekstslide

Borst- en buikademhaling
Borstademhaling:
Inademen:
- tussenrib spieren spannen aan
- borst en ribben omhoog
- longen worden groter

Uitademen:
- tussenribspieren ontspannen
- borst en ribben omlaag
- longen worden kleiner

Buikademhaling:
Inademen:
-middenrif spieren spannen aan 
- middenrif omlaag
- longen worden groter

Uitademen:
- middenrif spieren ontspannen
- middenrif omhoog
- longen worden kleiner

Slide 12 - Tekstslide

Bij borstademhaling bewegen
A
middenrif
B
ribben en borstbeen

Slide 13 - Quizvraag

Bij buikademhaling bewegen
A
ribben en borstbeen
B
het middenrif

Slide 14 - Quizvraag

Bij buikademhaling bewegen
A
ribben en borstbeen
B
het middenrif

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Ademhalen

-ademhalingsspieren

gewone, rustige ademhaling:
-borstademhaling & buikademhaling 
Ademhalingsspieren:
-Middenrif
-Buikspieren
-Tussenribspieren (bij diep ademhalen)
-Spieren van het sleutelbeen
*Niet voor de toets*
Gemiddeld ademt een volwassen persoon 12-15x per minuut
*Niet voor de toets*
-Bepaalde onderdelen van je hersenstam (medulla oblongata en de pons) regelen de signalen die vanuit de hersenen naar je ademhalingsspieren worden gestuurd. Je hersenstam regelt alle vitale functies van je lichaam (ademhalen, hartslag etc.)

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof

Slide 19 - Quizvraag

Welke stoffen zijn nodig voor verbranding?
A
Water & koolstofdioxide
B
Glucose & zuurstof
C
Glucose en water
D
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 20 - Quizvraag

Bij borstademhaling bewegen
A
middenrif
B
ribben en borstbeen

Slide 21 - Quizvraag

Bij buikademhaling bewegen
A
ribben en borstbeen
B
het middenrif

Slide 22 - Quizvraag

Ademhalen
Doe je met je longen! Deze bestaan ook weer uit onderdelen!

Slide 23 - Tekstslide

Ademhalen
Lucht komt via je neus- of mondholte in je lichaam.

De luchtpijp verdeeld in twee bronchiën

die splitst in allemaal luchtpijptakjes

daaraan zitten de longblaasjes
Aantekening

Slide 24 - Tekstslide

Longblaasjes
Hier vind gaswisseling plaats
Om een longblaasje zitten heel veel bloedvaten

Slide 25 - Tekstslide

longblaasje

Slide 26 - Tekstslide

Gaswisseling
Het uitwisselen van gassen;
zuurstof gaat het bloed in, terwijl koolstofdioxide het bloed uit gaat. Koolstofdioxide adem je weer uit
Aantekening

Slide 27 - Tekstslide

luchtpijp
longen

Slide 28 - Sleepvraag

longblaasjes
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 29 - Sleepvraag

Zuurstof uit                                wordt
koolstofdioxide uit                             wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht

Slide 30 - Sleepvraag

Samenstelling lucht       

koolstofdioxide 

waterdamp

zuurstof
ingeademde lucht
uitgeademde lucht
weinig
weinig
weinig
veel
veel
veel

Slide 31 - Sleepvraag

Ademen door de neus
Is beter want:
  • je ruikt giftige stoffen
  • Houd stofdeeltjes tegen
  • maakt lucht vochtig en warm
Aantekening

Slide 32 - Tekstslide

Slijmcellen
Maken slijm wat micro-organismen vastplakt, zodat deze niet verder het lichaam in komen
Aantekening

Slide 33 - Tekstslide

Trilhaarcellen
Zwiepen het slijm met micro-organismen naar buiten het lichaam.
Aantekening

Slide 34 - Tekstslide