Democratische Revoluties

De adel betaalde geen belasting. In welk land?
A
Frankrijk
B
Nederlandse Republiek
C
Engelse kolonies in Amerika
D
Geen van deze
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De adel betaalde geen belasting. In welk land?
A
Frankrijk
B
Nederlandse Republiek
C
Engelse kolonies in Amerika
D
Geen van deze

Slide 1 - Quizvraag

Welk kenmerk past bij een democratische revolutie?
A
Burgers eisen dat de belastingen omlaaggaan
B
Burgers leven in een republiek zonder koning
C
Burgers kiezen voortaan zelf hun bestuurders
D
Burgers gaan zelf deel uitmaken van een parlement

Slide 2 - Quizvraag

De Amerikaanse Revolutie was een democratische revolutie omdat ...
A
De Amerikaanse Revolutie leidde tot algemeen kiesrecht
B
De Verenigde Staten van Amerika kregen een nieuwe koning
C
Na de Amerikaanse Revolutie mochten burgers volksvertegenwoordigers kiezen
D
De Amerikaanse Revolutie leidde tot directe democratie

Slide 3 - Quizvraag

Zet in juiste chronologische volgorde:
a. Jefferson schrijft de Onafhankelijkheidsverklaring
b. De Franse koning wordt onthoofd
c. De VS krijgt een eigen grondwet
d. Amerikaanse kolonisten komen in opstand tegen Engeland
A
d-a-c-b
B
a-d-c-b
C
d-c-a-b
D
b-d-a-c

Slide 4 - Quizvraag

De koning voerde met geweld meer belastingen in ...
A
Frankrijk
B
Nederlandse Republiek
C
Engelse kolonies in Amerika
D
Geen van deze

Slide 5 - Quizvraag

Welke staatsvorm past bij de oprichting van de VS?
A
representatieve democratie
B
directe democratie
C
constitutionele monarchie
D
aristocratische republiek

Slide 6 - Quizvraag

In de onafhankelijkheidsverklaring verklaarden de ...... zich onafhankelijk.
A
13 Franse koloniën
B
14 Franse koloniën
C
13 Britse koloniën
D
15 Britse koloniën

Slide 7 - Quizvraag

Welke gebeurtenis hoort bij de gematigde fase van de Franse Revolutie?
A
Voorrechten adel en geestelijkheid afgeschaft
B
Maximale broodprijs vastgesteld
C
Executie van Lodewijk
D
Geen van deze gebeurtenissen

Slide 8 - Quizvraag

In deze bron probeert Robespierre de kritiek te
weerleggen op zijn beleid tijdens de Franse revolutie.
Geef aan:
 om welke fase in de revolutie het hier gaat en
 tegen welke kritiek Robespierre zich in de bron verzet

Slide 9 - Open vraag

Noem een sociale oorzaak voor de Franse revolutie

Slide 10 - Open vraag

Hoe 'verlicht' was de radicale fase (terreur) van de Franse revolutie? Noem een argument voor en tegen.

Slide 11 - Open vraag

Tijdens de Revolutie werd de Franse koningin onthoofd. Wat is haar naam?
A
Marie-Henriette
B
Marie-Antoinette
C
Cleopatra
D
Marie-Louise

Slide 12 - Quizvraag

In de eerste fase van de Franse Revolutie werd Frankrijk een
A
Democratie
B
Constitutionele monarchie
C
Republiek
D
Oligarchie

Slide 13 - Quizvraag


Welke opstand wordt ook wel 'de revolutie der revoluties' genoemd?
A
Amerikaanse
B
Nederlandse
C
Franse
D
Er is geen 'revolutie der revoluties'.

Slide 14 - Quizvraag

Wie had voor de Bataafse Revolutie de macht in de Republiek?
A
De regenten en de stadhouder
B
De stadhouder
C
De regenten en de raadspensionaris
D
De stadhouder en het volk

Slide 15 - Quizvraag