Keuze deel Oog en verdieping --> doel van refractie, objectieve & subjectieve refractie

Keuzedeel
Verdieping Oog & correctie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel verdieping oog & correctieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel
Verdieping Oog & correctie

Slide 1 - Tekstslide

KD Verdieping Oog & correctie
>> Het keuzedeel "verdieping oog & correctie" richt zich op de sferische refractie.

>> Dit keuzedeel vormt daarmee een module die relevant is voor de
      doorstroom richting niveau 4.




Slide 2 - Tekstslide

KD Verdieping Oog & correctie
>> Vakkennis en vaardigheden

De beginnende beroepsbeoefenaar heeft kennis van:

- visuswaarden.
- de anatomie en fysiologie van het oog.
- de visuswaarden bij astigmatisme.
- de pathologie van het oog.
- de vakterminologie.
- accommodatievermogen.
- vergrotings-/verkleiningseffect van brillenglazen.
- prisma's en prismatische werking in een brillenglas.
 kan foropter en/of pasbril gebruiksklaar maken.
- kan optotypen gebruiken.
- kan relevante refractie-apparatuur bedienen.
- kan macroscopisch onderzoek uitvoeren.
- kan de hoornvliesafstand opmeten.

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Dit is de voorlopige planning, hierin kunnen nog wijzigingen worden aangebracht.

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
- Refractie theorie 'De basis van subjectieve refractie' 
   >> Reader: staat in Teams // digitaal of geprint meenemen.
   >> Werkboek
- pen + papier
- account LessenUp. 

Slide 5 - Tekstslide

LessonUp
LessonUp.app
Account aanmaken:
  • met school e-mail. // code = BFSXU
  • alle lessen zijn hier terug te kijken.

Slide 6 - Tekstslide

Lesweek
Onderwerp
week 1
Het doel van de refractie, objectieve & subjectieve refractie.
week 2
Visus, visus 1.0, practicumproeven.
week 3
Optotypen, fovea centralis, letterproeven, afstandsgetal.
week 4
Rekenkundige reeks.
week 5
Meetkundige reeks.
week 6
TOETS
week 7 
Grafisch verloop, pupildiameter en gezichtsscherpte, practicumproef.
Planning

Slide 7 - Tekstslide

Week 1
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- uitleggen wat de doel van de refractie is.
- de verschillen tussen een objectieve en subjectieve meting       uitleggen.
Theorieboek
- bladzijde 4 tot en met 7
Huiswerkopdrachten
- opdracht 1 tot en met 4

Slide 8 - Tekstslide

wat weet je nog van een hypermetroop en myoop?

Slide 9 - Woordweb

Het doel van de refractie
Het doel van de refractie (oogmeting) is het bepalen van de:

  • brekingsafwijkingen van het oog, voor zowel veraf als dichtbij:
       - veraf: myopie, hypermetropie en astigmatisme.
       - nabij: presbyopie.

  • richtingsafwijkingen van de visuele assen van het ogenpaar: exoforie, esoforie, hyperforie etc.

Slide 10 - Tekstslide

Het doel van de refractie
Is een brekings, en/of richtingsafwijking erg?

  • het is geen zwakte of ziekte van de ogen; de bouw van het oog wijkt af. Je kan dit compenseren met een correctie, waardoor wél een scherpe afbeelding op het netvlies ontstaat.
  • onvoldoende functioneren van het gezichtsorgaan kan ook andere oorzaken hebben. In uitzonderlijke gevallen kan het een direct of indirect gevolg van een ziekte zijn.

Slide 11 - Tekstslide

objectieve vs. subjectieve refractie

Slide 12 - Woordweb

Objectieve refractie
Een objectieve refractie is een meting waarbij je geen gebruik maakt van de waarnemingen  van de klant.
  • de klant heeft dus geen inbreng in het meetresultaat.

Bijvoorbeeld:
  • skiascopie
  • autorefractor

- De klant is passief; kijkt alleen naar een bepaald object.
- de onderzoeker; gebruikt meetinstrumenten en niet gebruik van de waarneming van klant.

Slide 13 - Tekstslide

Subjectieve refractie
Meestal volgt de subjectieve meting na een objectieve meting.
Het gaat uit van de waarneming van de klant.

Bijvoorbeeld:
- phoropter of pasbril.

Belangrijk is de juiste vraagstelling.
De vragen moeten kort en bondig zijn.

Subjectieve refractie: gebruik van letterproeven (optotypen)

Slide 14 - Tekstslide

Visus
Visus is het vermogen om kleine details van een object gescheiden waar te kunnen nemen; ofwel op te kunnen lossen.

Visus wordt ook wel gezichtsscherpte genoemd, of oplossend vermogen.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 tot en met 4 uit het werkboek (blz. 4 + 5).

Slide 16 - Tekstslide