Grammatica Congruentie en inversie

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik
Doel voor vandaag
Uitleg 
Opdrachten maken

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik
Doel voor vandaag
Uitleg 
Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Tussenwerpsels staan vaak aan het begin of aan het eind van een zin
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het tussenwerpsel:
Wat een toestand, zeg!

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn de tussenwerpsels
Sst, een beetje zachtjes, alsjeblieft!

Slide 4 - Open vraag

Doel
Aan het einde van de les weet je wat congruentie en wat inversie is. 
Aan het einde van de les kun je dit herkennen en toepassen in een zin. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg 
congruentie: de persoonsvorm in persoon en getal komt overeen  met het onderwerp. 
Ik ben / jullie zijn

Slide 6 - Tekstslide

Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de persoonsvorm zich naar de kern:
De groep (kern: enkelvoud) betogers (meervoud) wandelde van het Malieveld naar het Binnenhof.

Slide 7 - Tekstslide

Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit meerdere personen bestaat, is de persoonsvorm enkelvoudig:

De jeugd is momenteel een interessante doelgroep voor adverteerders.

Slide 8 - Tekstslide

Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm:

 
De Hongerspelenis een bijzonder meeslepende jeugdroman.

Slide 9 - Tekstslide

Na een rekeneenheid, zoals meter, liter, dozijn, procent, kilo, euro volgt een enkelvoudige persoonsvorm:

Twee kilo kaas kost tegenwoordig meer dan tien euro.

Slide 10 - Tekstslide

Op de heuvel ...... een kudde schapen
A
lopen
B
loopt

Slide 11 - Quizvraag

Gisteren ...... een klas leerlingen het museum
A
bezocht
B
bezochten

Slide 12 - Quizvraag

De bezoekers van het filmhuis .....gisteren verzocht de zaal te verlaten
A
werd
B
werden

Slide 13 - Quizvraag

Inversie
inversie: Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat. 
– Met carnaval / gaan (pv) / alle Maastrichtenaren (ow) / verkleed / de straat op.

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten 
Maak de opdrachten van de planning

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan uitleggen wat congruentie en wat inversie is
Ja
Een beetje
Nee

Slide 16 - Poll

Ik heb de opdrachten in de planning goed gemaakt
Ja
Een beetje
Nee

Slide 17 - Poll