2023_12_21 2.1 informatieve teksten

Vorige les
Spelling


Deze les
2.1 Informatieve teksten

De maker wil jou iets laten weten. Bij dit soort teksten gaat het om feiten. Dat kunnen ook uitspraken van anderen zijn.

Je moet je wel afvragen of de informatie actueel en betrouwbaar is.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vorige les
Spelling


Deze les
2.1 Informatieve teksten

De maker wil jou iets laten weten. Bij dit soort teksten gaat het om feiten. Dat kunnen ook uitspraken van anderen zijn.

Je moet je wel afvragen of de informatie actueel en betrouwbaar is.

Slide 1 - Tekstslide

Informatieve teksten
Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben:
  • uiteenzettend: de informatie wordt op een neutrale toon gegeven
    > nieuwsberichten

  • beschouwend: de luisteraar wordt vanuit verschillende kanten geïnformeerd, zodat hij zich een mening kan vormen
    > documentaires en reportages

Slide 2 - Tekstslide

Informatieve teksten

Slide 3 - Tekstslide

Luisteren en kijken 2.1 

We gaan een informatieve video bekijken. 
Tijdens de video krijg je er vragen over.
De video duurt 6:12

Log in via lessonup.app

Slide 4 - Tekstslide

6

Slide 5 - Video

00:23
Wat is het onderwerp van het fragment?

Slide 6 - Open vraag

01:06
Hoeveel gebruikers heeft Spotify?

Slide 7 - Open vraag

02:49
Waarom zijn de playlists die door Spotify worden gemaakt belangrijk voor artiesten volgens Jeanne?

Slide 8 - Open vraag

03:39
Wat betekent het ‘pitchen’ van muziek?

Slide 9 - Open vraag

05:17
Waarom is het als artiest belangrijk om een goede verstandhouding met Spotify te hebben volgens het fragment?

Slide 10 - Open vraag

06:11
Wat is de hoofdgedachte van het fragment?

Slide 11 - Open vraag

Deze informatieve tekst is...
A
uiteenzettend
B
beschouwend

Slide 12 - Quizvraag

Beschouwend
De luisteraar wordt vanuit verschillende kanten geïnformeerd, zodat hij zich een mening kan vormen
 
> documentaires en reportages

Slide 13 - Tekstslide

Feit/mening
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening

Slide 14 - Tekstslide

een feit:

Slide 15 - Woordweb

EEN FEIT

Iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is.

Slide 16 - Tekstslide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 17 - Tekstslide

een mening:

Slide 18 - Woordweb

EEN MENING

Wat je vindt 
Je gedachten over iets

Slide 19 - Tekstslide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 20 - Tekstslide

een argument:

Slide 21 - Woordweb

EEN ARGUMENT

Een bewijs
Waarom je het doet of vindt

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de theorie op pagina 52.
Maak de opgaven 1 t/m 4 vanaf pagina 53 (paragraaf 2.1)

Inhalen toets Nederlands spelling via plaza> mbo licenties> Noordhoff> digitaal toetsen
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide