Les 4 TIB, maandag 16 juni

• NT2
• HBO
• Studiejaar 1

Taal in de buurt, maandag 16 juni.

Welkom allemaal!

Hoe gaat het? 

Planning

- Lesdoelen

- Herhaling & huiswerkbespreking

- Het alfabet

- Begroeten & afscheid nemen

- Zelfstandig werken 

- Terugblik

- Huiswerk 

Wat gaan we doen vandaag?

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:

- Ken je het alfabet, heb je de uitspraak geoefend en het alfabet gespeld.

- Kan je iemand begroeten + afscheid nemen in verschillende situaties. 

-Hoe oud ben je?

-Wat is je postcode?

-Wat is je telefoonnummer?

-In welk jaar ben je geboren?

korte herhaling van vorige les - telwoorden.

Is het zo goed?

1. Jij werk in een winkel.

2. Spreekt jij Turks?

3. Je ___ een mooie jas 

4. Hebt je een hond?

4. Ben jij moe?

korte herhaling vorige les -regelmatige werkwoorden tt

Is dit goed? Zo niet: wat moet het zijn?

Welke regel gebruik je?

Huiswerkbespreking

Dialoog uit het werkboek. Pagina 21. 

Wie heeft het dialoog gelezen?

Opnieuw voorlezen, cursist leest mee en luistert.

Welke woorden waren nog moeilijk? Schrijf op het bord. 

Extra: Vraag: “Wat betekent dit?” of “Kun je dat woord gebruiken in een zin?”

Het alfabet

-Vraag aan cursisten: hoe spel je jouw voornaam?

-Welke letters zijn moeilijk voor jou?

-Welke letters weten jullie al?/Herken je letters uit je eigen taal?

---------

-Hoe spel je jouw voornaam?

-Welke letters zijn moeilijk voor jou?

-Welke letters weten jullie al? Herken je letters uit je eigen taal?

Uitspraak oefenen. Tabel 1.6 pagina 26.

1. Ik zeg het alfabet hardop. Cursisten luisteren.

2. Ik zeg het het alfabet en cursisten herhalen in koor na elke letter. 

3. We zeggen samen het alfabet met een klap ertussen - door ritme onthoud je beter.

4. Cursisten zeggen individueel het alfabet samen op. Dus iedereen 1 letter. Positieve affirmatie. Letters die nog moeilijk zijn qua uitspraak daarna op het bord schrijven en nog eens in koor oefenen.

Rollenspel

A: Hoe spel ik je voornaam?

B: . . . . . .

A schrijft de naam op.

B checkt of de naam goed is gespeld.

B mag alleen luisteren en niet kijken hoe je het schrijft. Daarna checken of de naam goed is gespeld. 

Daarna terugpakken klassikaal: wie wil zn naam spellen? 

- Welke letters zijn makkelijk/moeilijk?

-Kun je je naam spellen nu? Of je land, stad, achternaam?

Begroeten & afscheid nemen

Wat zeg je als je iemand ziet?

Wat zeg je als je weggaat?

Wat als ik zeg: tot straks! Wat betekent dat?

En 'tot later'? Tot morgen? Tot ziens?

Samen oefenen

Rollenspel 1. Zie werkblad 1. 

Rollenspel 2. Zie werkblad 2.

cursisten gaan zelf aan de slag met spreekvaardigheid begroeten en afscheid nemen met behulp van de werkbladen.

• Welke woorden heb je geleerd?
• Noem 1 begroeting en 1 afscheid  

PAUZE! (15 minuten)

Competenties & Portfolio

- 3 competenties in 13 weken. 1 zelf kiezen.

- Portfolio bouwen met Padlet. In het portfolio leg je vast dat je aan 3 competenties hebt gewerkt buiten de les.

- Gesprek over je portfolio aan het einde van het traject.

geef voorbeelden bij het aantonen van de competentie buiten de les. Bijvoorbeeld in het Nederlands een koffie bestellen en daar een foto van maken. 

Zelfstandig werken

- Lees de competenties rustig door. Kies zelf 1 competentie waar je zelf graag aan wil werken buiten de les > verzin een activiteit voor buiten de les om aan te tonen in je portfolio dat je aan de competentie hebt gewerkt. 

- Ga met je buurman/buurvrouw oefenen met het alfabet & begroetingen op het werkblad. Vraag? Steek je hand op!

Huiswerk woensdag 18 juni

1. Schrijf 3 woorden en spel ze woensdag voor een klasgenoot.

Kijk in de spiegel en oefen de klanken van moeilijke letters (bijv. G, H)

2. Spreek met iemand, op werk/studie/in de buurt.

Minimaal 1x begroeting en 1x afscheid.

Noem één nieuw woord
dat je hebt geleerd.

woorden op het bord schrijven en betekenis opschrijven/uitleggen

eventueel uitspraak oefenen