21-11 A1C Telling time + numbers

Welcome to:
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome to:

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson 
  • 10 min. reading 
  • Telling time & numbers 
  • Practise 

Slide 2 - Tekstslide

Silent reading 
10 minutes

Slide 3 - Tekstslide

Writing numbers 
and 
telling time

Slide 4 - Tekstslide

What time is it?
a quarter past eleven
A
11.15
B
11.45

Slide 5 - Quizvraag

What time is it?
ten minutes to three
A
14:20
B
14:50

Slide 6 - Quizvraag

What time is it?
half past eight
A
7:30
B
8:30

Slide 7 - Quizvraag

What time is it?
17.10
A
ten past five
B
ten to five

Slide 8 - Quizvraag

What time is it?
6.30
A
half past six
B
half past seven

Slide 9 - Quizvraag

What time is it?
9:15
A
quarter past nine
B
quarter to nine

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Write down the number:
28

Slide 12 - Open vraag

Write down the number:
31st

Slide 13 - Open vraag

Write down the number:
17

Slide 14 - Open vraag

Write down the number:
12

Slide 15 - Open vraag

Write down the number:
2nd

Slide 16 - Open vraag

Write down the number:
88

Slide 17 - Open vraag

Write down the number:
40

Slide 18 - Open vraag

How to write numbers: 
Hoofdtelwoorden 

1 tot en met 20 en de tientallen hebben hun eigen spelling

Maar vanaf 20 komt er een verbind streepje bij 
EN 
Draait het om




1- One 
2- two 
3- three
4- four
5- five
6-six 
7- seven 
8- eight 
9- nine 
10- ten 
11- eleven 
12- twelve 
13- thirteen 
14- fourteen 
15- fifteen 
16- sixteen
17-seventeen
18- eighteen
19- nineteen 
20- twenty 
21- twenty-one
22- twenty-two 
23- twenty-three
24- twenty-four
25- twenty-five
26-twenty-six
27- twenty-seven 
28- twenty-eight 
29- twenty-nine
30-thirty 

wij zouden zeggen een- en - twintig in het engels zeg je twenty-one
(Cardinal numbers)

Slide 19 - Tekstslide

How to write numbers: 
Rangtelwoorden 

Deze gebruik je om een volgorde aan te geven 

En maak je door aan het hoofdcijfer een toevoegsel te plakken:  -nd, -rd, -st of -th.



1- first
2- second 
3- third
4- fourth
5- fifth
6-sixth
7- seventh 
8- eighth 
9- ninth 
10- tenth
11- eleventh
12- twelfth 
13- thirteenth 
14- fourteenth
15- fifteenth
16- sixteenth
17-seventeenth
18- eighteenth
19 -nineteenth 
20- twentieth
21- twenty-first
22- twenty-second 
23- twenty-third 
24- twenty-fourth
25- twenty-fifth
26-twenty-sixth
27- twenty-seventh 
28- twenty-eighth
29- twenty-ninth
30-thirtieth

(Ordinal.numbers)
vanaf 21 nog steeds een streepje

Slide 20 - Tekstslide

Practise with this
How many pencils do you have in your pencil case? 
How many siblings do you have ? 
How many students are in this class? 

At what time do you get up for school? 
At what time is the lunch break ? 
At what time do you go to bed? 

Write the answers down in a short sentence. 

Slide 21 - Tekstslide