Par 2, deel 2 De Industriële Revolutie in Nederland

De industriële samenleving in Nederland

2. De Industriële Revolutie in Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving in Nederland

2. De Industriële Revolutie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We starten met herhaling
Daarna nieuwe uitleg 
* Textielindustrie. Katoen en wol
* Wereldhandel
* Philips 

Slide 2 - Tekstslide

  • Demografische revolutie 

Slide 3 - Tekstslide

  • Huisnijverheid 

Slide 4 - Tekstslide

  • Stoommachine 

Slide 5 - Tekstslide

  • Industriële revolutie 

Slide 6 - Tekstslide

Afbeelding hoort bij de agrarische revolutie

Slide 7 - Tekstslide

Zet de begrippen bij de juiste periode (vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?
Industriële revolutie
vóór de industriële revolutie
fabrieken
huisnijverheid
landbouw
stoommachine
slechte werkomstandigheden
stad
platteland

Slide 8 - Sleepvraag

Welk deel van Nederland was gespecialiseerd in het Leerlooien?
A
Twente
B
Noord-Brabant
C
Groningen
D
Zeeland

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg Par 2 deel 2
Industriële revolutie in Nederland

  • Textielindustrie
  • Wereldhandel
  • Philips

Slide 10 - Tekstslide

( grondstoffen)

Slide 11 - Tekstslide

Wol uit Tilburg 
  • 2/3 wolfabrieken in Tilburg 

  • Eerste fabriek met   stoommachine: 1827 

  • Huisnijverheid bleef lang     bestaan  

Slide 12 - Tekstslide

Aan het eind van de 19e eeuw ontstonden Nederlandse bedrijven die over de hele wereld handelden. 


Voorbeelden van drie grote Nederlandse bedrijven die internationaal handelen: 
  • Philips
  • Shell
  • Unilever 

Slide 13 - Tekstslide

Waardoor zijn deze bedrijven zo groot geworden?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Unilever
  • 1871:  Anton Jurgens naar Frankrijk (boter)

  • Margarinefabriek 

  • Gaat zelf 'kunstboter' maken

  • Concurrentie leidt tot fusie ⮕ Unilever 

Slide 17 - Tekstslide

Stelling: Nederland liep inderdaad achter, andere landen waren verder ontwikkeld.

a Geef een argument vóór de stelling.
b Geef een argument tegen de stelling.

Slide 18 - Open vraag

Philips 
  • 1891: fabrieksgebouw 

  • Zoon start met lampenfabriek 

  • Gloeilampen ontwikkelen en verkopen 

Slide 19 - Tekstslide

Philips
  • 1891: Philips begint een gloeilampenfabriek in Eindhoven
  • Moeizame start
  • Profiteert van WOI
  • Philips groeit en gaat meer producten ontwikkelen dan alleen lampen
  • Tussen 1880 -1913 groeide de industrie hard.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Weinig industrie in Nederland
  • Sommige Nederlandse bedrijven deden het enorm  goed.  Toch was er in Nederland minder industrie dan in veel andere Europese landen.  
  • In 1880 was fabrieksproductie in België 4x groter en in   Engeland wel 70x groter.
  • Tussen 1880 en 1913 groeide de Nederlandse industrie snel,   maar het verschil met de buurlanden bleef groot.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk


Maak nu Par. 2 opdracht 12 t/m 20, Opdracht 16 en 18 niet.
Ik teken het volgende week af


Slide 25 - Tekstslide