VzVee - 27 mei - dierziekten para-salm - lepto - wormen

VzVee - N4A - 27 mei - dierziekten
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

VzVee - N4A - 27 mei - dierziekten

Slide 1 - Tekstslide

Paratuberculose

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Paratuberculose
Chronische ongeneselijke darmontsteking door bacterie. 
Hele lange incubatietijd van minimaal 1,5 jaar tot wel 10 jaar of misschien langer. 
Ook geiten zijn erg gevoelig, die mogen wel gevaccineerd worden. Koeien mogen NIET gevaccineerd worden!

Slide 4 - Tekstslide

Paratuberculose
Koe krijgt na incubatietijd eerst:
- Vermageren ondanks goede eetlust, melkproductie blijft gelijk
Daarna:
- Mest wordt steeds dunner, belletjes op de mest, koe valt verder af, melkproductie zakt
Afvoeren? Of euthanasie!

Slide 5 - Tekstslide

Paratuberculose
3 statussen: 
- A --> elke twee jaar wordt individueel melkonderzoek van iedere op dat moment melkgevende koe gedaan. Indien hier geen dier wordt aangetoond, houdt het bedrijf status A
- B --> Elk jaar wordt individueel melkonderzoek gedaan, daarbij is de laatste keer minimaal 1 dier positief bevonden. Dit dier moet binnen 8 weken afgevoerd zijn, tenzij het mestonderzoek wat je kunt doen nadat de melk positief is, negatief is, dan mag de koe blijven lopen en houdt het bedrijf status B tot de volgende monstername
- C --> Het bedrijf heeft een positief dier NIET binnen 8 weken afgevoerd. De melkfabriek kan dan sancties ondernemen. 

Slide 6 - Tekstslide

Paratuberculose
Overleeft ongeveer 1 jaar in stof! Daarom erg moeilijk van je bedrijf te krijgen. 
Advies om dochters van positieve koeien (zeker het laatste geboren kalf voor positieve uitslag) af te voeren. 
Positieve dieren echt afvoeren, want dit is zeer nadelig voor het dierenwelzijn --> koeien geven nog lang veel melk en zorgen voor het kalf indien drachtig, maar ondertussen slijt de koe wel heel erg en krijgt ze steeds ergere diarree. 

Slide 7 - Tekstslide

Salmonella

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Salmonella
Bacterie --> ZOONOSE!
Komt binnen via besmet water of ongedierte meestal. 
Kan zonder symptomen verlopen, maar koeien en kalveren kunnen hier ook erg ziek van worden, zelfs tot sterfte. 
Koeien: Darmontsteking, productiedaling, hoge koorts, abortus. 
Kalveren: Ook diarree en koorts, maar kan ook gewrichtsontsteking en longontsteking geven. 

Slide 10 - Tekstslide

Salmonella
Drie keer per jaar wordt de tank onderzocht op aanwezigheid van antistoffen tegen salmonella: in feb, jun, okt.
3 statussen: 
- Niveau 1: bij de laatste 5 tankmelkonderzoeken geen positieve tank
- Niveau 2: Bij de laatste 5 tankonderzoeken 2-3 positieve tanken
- Niveau 3: bij de laatste 5 tankonderzoeken 4-5 positieve tanken

Slide 11 - Tekstslide

Salmonella
Drie opties als een koe salmonella doormaakt: 
- Ze geneest en houdt gedurende 6 maanden antistoffen in haar lijf
- Ze wordt een actieve drager en scheidt continu salmonella uit
- Ze wordt een latente drager en scheidt zo nu en dan salmonella uit --> Deze dragers zijn lastig op te sporen!

Bij positief bedrijf: Dragers opsporen, niet koeien weiden binnen 3 maanden na mest uit rijden (geen zomerstalvoedering), niet uit de sloot drinken, hygiene maatregelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Leptospirose

Slide 13 - Tekstslide

Leptospirose
Bacteriële infectie - ZOONOSE!
Verschijnselen bij de koe: Productiedaling, mastitis aan meerdere kwartieren, orgaanfalen, verwerpen meestal in de laatste maanden van de dracht. 
Bacterie komt in de nieren en blijft daar --> wordt uitgescheiden via urine.

Koe is levenslang drager. Gaat uitscheiden bij bv stress. 

Komt binnen via besmette urine van aangedane (vaak aangekochte) dieren, of ongedierte zoals ratten!

Slide 14 - Tekstslide

Leptospirose
In principe is ieder bedrijf vrij, tenzij een positief dier is aangekocht. Heel klein percentage van de NL bedrijven maakt leptospirose mee. .

Onderzoek via de tank drie keer per jaar

Bij de mens: Melkerskoorts (griepachtige verschijnselen)

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor ziekte is paratuberculose?
A
Een ongeneeslijke mastitis
B
Een ongeneeslijke darmontsteking
C
Een ongeneeslijke longontsteking
D
Een acute darmontsteking

Slide 16 - Quizvraag

Voor welke bacterieziekte heeft een bedrijf status n1, n2 of n3?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 17 - Quizvraag

Tegen welke van onderstaande ziekten mag je vaccineren bij koeien?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Pararuberculose
D
IBR

Slide 18 - Quizvraag

Wat zegt het als een veehouder status C heeft voor paratuberculose?
A
Dan zijn er geen besmette dieren op het bedrijf
B
Dan waren er besmette dieren, maar tijdig afgevoerd
C
Dan zijn er besmette dieren aanwezig die niet zijn afgevoerd
D
Deze status bestaat niet

Slide 19 - Quizvraag

Welke ziekte wordt overdragen via besmette urine?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke ziekte kan een koe ook genezen ipv een drager worden?
A
Salmonella
B
IBR
C
Paratuberculose

Slide 21 - Quizvraag

Welke bacterie overleeft in de nieren van koeien?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 22 - Quizvraag

Welke bacterieziekte heeft over het algemeen de langste incubatietijd ?
A
Leptospirose
B
Salmonella
C
Paratuberculose

Slide 23 - Quizvraag

Hoe wordt de ziekte genoemd die veehouders kunnen krijgen van koeien die leptospirose hebben?
A
Q-koorts
B
Ziekte van Crohn
C
Ziekte van Lyme
D
Melkerskoorts

Slide 24 - Quizvraag

Indien jij als veehouder status A hebt voor paratuberculose, hoe vaak wordt er dan individueel melkonderzoek gedaan voor paratuberculose?
A
eens per jaar
B
eens per twee jaar
C
helemaal niet

Slide 25 - Quizvraag

Indien een koe IBR heeft gehad, dan ...
A
Blijft zij levenslang drager
B
kan zij drager worden, maar dat hoeft niet
C
Herstelt zij en wordt ze geen drager

Slide 26 - Quizvraag

Indien een koe een besmetting met BVD doormaakt, dan ....
A
blijft zij virusdrager
B
blijft zij antistoffen positief, maar scheidt ze geen virus meer uit na een tijdje
C
Wordt ze weer helemaal negatief, ook geen antistoffen meer

Slide 27 - Quizvraag

Welk van de onderstaande verschijnselen zie je bij een acute IBR infectie?
A
Baarmoederontsteking
B
Gewrichtsontsteking
C
Vieze neusuitvloeiing
D
Uierontsteking

Slide 28 - Quizvraag

Hoe kun je het snelst uitvinden of een koe klinisch/acuut IBR heeft?
A
Melk onderzoek
B
Mest onderzoek
C
neusswab nemen
D
Bloedtappen

Slide 29 - Quizvraag

Hoe komt het dat je wat vage verschijnselen ziet bij koeien die een BVD infectie doormaken?
A
BVD gaat naar de hersenen
B
BVD pakt de witte bloedcellen aan waardoor die minder goed werken
C
BVD verspreid zich via de longen

Slide 30 - Quizvraag

Leg uitgebreid in eigen woorden uit hoe kalveren drager worden van BVD.

Slide 31 - Open vraag

Wormen!!
Belangrijk, komt best vaak voor!

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Groepjes van 2/3

5 onderwerpen: 
- Maagdarmwormen
- Longworm
- Leverbot
- Coccidiose
- Neospora
Maak een presentatie in powerpoint!

Slide 33 - Tekstslide

In de presentatie
  • Wat is het voor een parasiet, hoe heet hij volledig
  • Levenscyclus uitleggen
  • Welke diergroep wordt er ziek door? Hoe nemen ze deze parasiet op? 
  • Welke verschijnselen veroorzaakt de parasiet? 
  • Welke maatregelen kun je nemen om besmetting te voorkomen? 
  • Hoe behandel je aangetaste dieren (Welk middel, dosering, manier van toedienen, wachttijd, wanneer behandelen)

30 minuten de tijd! Daarna aan elkaar presenteren. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide