Shock

Shock
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Shock

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Opfrissen kennis over shock

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je (nog) van shock?

Slide 3 - Woordweb

Inhoud
Hypovolemische shock
Distributieve shock
Cardiogene shock
Obstructieve shock

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

  • tachypnoe > 20/min
  • tachycardie > 90/min
  • koude acra (soms warme acra)
  • afnemende diurese
  • verlaagde bloeddruk
  • verlaagde EMV-score
  • oftewel zijn er tekenen van orgaandysfunctie?
Symptomen kunnen zijn:

Slide 6 - Tekstslide

Hypovolemische shock komt door?
A
in of uitwendige bloeding
B
Een hartinfarct
C
Een zware infectie
D
Een klaplong

Slide 7 - Quizvraag

Hypovolemische shock
- Door in of uitwendige bloeding
     - Door brandwonden (grote blaren)

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een hypovolemische shock?

Bloed in lichaam

Zuurstof in lichaam 

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 10 - Tekstslide

Distributieve shock komt door?
A
Grote bloeding
B
Long embolie
C
Allergische reactie
D
Bacteriële infectie

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een distributieve shock?

Bloedvatten zetten uit
Bloeddruk
 Zuurstof in lichaam 

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 13 - Tekstslide

Cardiogene shock komt door?
A
Long embolie
B
Grote bloeding
C
Allergische reactie
D
Hartinfarct

Slide 14 - Quizvraag

Cardiogene shock
- Hartinfarct (vooral linkerkant)
- Ernstige hartritme stoornis

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 16 - Tekstslide

Obstructieve shock komt door?
A
Spanningspneumo-thorax
B
Tamponade
C
Long embolie
D
Tapenade

Slide 17 - Quizvraag

Obstructieve shock
- Longembolie
- Spanningspneumo-thorax
- Tamponade

Slide 18 - Tekstslide

Obstructieve shock

Slide 19 - Tekstslide

Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af -> 
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
 DOOD

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Vragen?!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

In geval van een shock is de huid
A
Rood
B
Klam
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 24 - Quizvraag

In geval van shock is de huid
A
Bleek
B
Warm
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 25 - Quizvraag

Gegeven: Het lichaam beschikt over verschillende compensatiemechanismen om de shock tegen te werken. Zo maakt het lichaam in geval van shock adrenaline en nor-adrenaline aan.

Stelling: Deze stoffen zorgen ervoor dat de bloedvaten in de huid, de spieren en het maag-darmkanaal vernauwen
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 26 - Quizvraag

Als iemand in shock is, is de bloeddruk vaak te laag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Gegeven: Door afgenomen doorbloeding van de lever en de nieren zal de werking van deze organen verminderen

Stelling: Dit kan leiden tot.......
A
Ophoping van giftige en zure afvalstoffen in het bloed
B
Toename van de urineproductie
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 28 - Quizvraag

Gegeven: Door een verminderde bloeddoorstroming van de weefsels en organen is er een hogere concentratie kooldioxide in het bloed.

Stelling: Zorgvragers in shock zullen hierdoor ......... ademhalen.
A
Langzamer
B
Sneller

Slide 29 - Quizvraag

Gegeven: Shock kan worden onderverdeeld in verschillende vormen. Bij distributieve shock is er geen werkelijk tekort aan bloed, maar een relatief tekort.
Welke van de onderstaande vormen van shock behoort tot de distributieve shock?
A
Septische shock
B
Neurogene shock
C
Anafylactische shock
D
Alle bovenstaande

Slide 30 - Quizvraag

Door een verminderde bloeddoorstroming van de weefsels en organen is er een ...... concentratie koolstofdioxide in het bloed.
A
Lagere
B
Hogere

Slide 31 - Quizvraag