Hoofdstuk 6 Formules en grafieken 6.1 + 6.2

Welkom
Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.
Log in op deze LessonUp.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.
Log in op deze LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een formule bij een beschrijving maken.
... een grafiek bij een formule tekenen.
... aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.

Slide 2 - Tekstslide

6.1 Van beschrijving naar formule
  • Je leert een formule bij een beschrijving maken.

Slide 3 - Tekstslide

Voor het water betaalt het zwembad aan het waterleidingbedrijf €1,60 per m3. Daar bovenop komt nog een vast bedrag van €25,- per maand.

Leg in één zin uit hoe je het aantal euro's per maand kunt betalen.

Slide 4 - Tekstslide

Voor het water betaalt het zwembad aan het waterleidingbedrijf €1,60 per m3. Daar bovenop komt nog een vast bedrag van €25,- per maand.

Leg in één zin uit hoe je het aantal euro's per maand kunt betalen.

Welke formule hoort erbij?

Slide 5 - Tekstslide

Gegeven is de formule aantal m3 x 1,60 + 25 = aantal euro's.
Bereken hoeveel euro's het zwembad moet betalen als het per maand 200 m3 water verbruikt.
A
240
B
320
C
345
D
365

Slide 6 - Quizvraag

Een bezoek aan een pretpark kost geld. De entreeprijs is €15,- en elke attractie kost €2,50. Welke formule hoort bij dit verhaaltje?
A
aantal x 2,50 + 15 = bedrag
B
aantal x 2,50 - 15 = bedrag
C
aantal + 15 x 2,50 = bedrag
D
aantal - 15 x 2,50 = bedrag

Slide 7 - Quizvraag

Meneer Buckers koopt voor 5 euro een fles siroop. Daarna verkoopt hij glazen limonade voor 60 cent per glas. Welke formule hoort bij dit verhaaltje?
A
aantal x 0,60 + 5 = winst
B
aantal x 0,60 - 5 = winst
C
aantal + 5 x 0,60 = winst
D
aantal - 5 x 0,60 = winst

Slide 8 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Tijd? – Tot 10.40.
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna Verdieping blz. 232 + 233.
Maken? – 6.1 opgave 3, 4, 5, 6, 7, 8
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

6.2 Grafieken bij formules
  • Je leert een grafiek bij een formule tekenen.
  • Je leert om aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.

Slide 10 - Tekstslide

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 0 is?
A
30
B
20
C
10
D
0

Slide 11 - Quizvraag

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 10 is?
A
30
B
32
C
34
D
36

Slide 12 - Quizvraag

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 20 is?
A
30
B
32
C
34
D
36

Slide 13 - Quizvraag

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 50 is?
A
30
B
36
C
40
D
46

Slide 14 - Quizvraag

Het bedrijf Elec levert stroom. De verbruikte hoeveelheid stroom wordt door de meter bijgehouden in kilowattuur (kWh). Het bedrag in euro's dat je per maand betaalt, kun je berekenen met de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Vul de tabel in.
verbruik in kWh
0
10
20
50
90
100
bedrag in euro's

Slide 15 - Tekstslide

een getal optellen zorgt ervoor dat de grafiek ...
een getal aftrekken zorgt ervoor dat de grafiek ...
stijgt
daalt

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Tijd? – Tot 11.10.
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna Verdieping blz. 232 + 233.
Maken? – 6.1 opgave 3, 4, 5, 6, 7, 8
                     6.2 opgave 9, 11, 12, 13, 14, 16
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Doelen gehaald?
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een formule bij een beschrijving maken.
... een grafiek bij een formule tekenen.
... aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.

Slide 19 - Tekstslide

Een winkel verhuurt boormachines voor een vast bedrag van €20,-. Daar bovenop komt dan nog een €6,- voor elke dag dat je de boormachine huurt. Welke formule hoort bij dit verhaal?

Slide 20 - Open vraag