3A1, den 3. Juni
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
zweitens
timer
0:10
A
tijdens
B
ten tweede
Slide 2 - Quizvraag
wenn
timer
0:10
A
wie
B
indien
Slide 3 - Quizvraag
zuletzt
timer
0:10
A
eindelijk
B
als laatste
Slide 4 - Quizvraag
außerdem
timer
0:10
A
bovendien
B
behalve
Slide 5 - Quizvraag
denn
timer
0:10
A
want
B
zodat
Slide 6 - Quizvraag
wodurch
timer
0:10
A
daardoor
B
waardoor
C
doordat
Slide 7 - Quizvraag
das heißt
timer
0:10
A
tenzij
B
bijvoorbeeld
C
dat wil zeggen
Slide 8 - Quizvraag
wann
timer
0:10
A
indien
B
wanneer
C
als
Slide 9 - Quizvraag
als
timer
0:10
A
meteen
B
toen
C
wanneer
Slide 10 - Quizvraag
wenn
timer
0:10
A
als
B
indien
C
wanneer
Slide 11 - Quizvraag
übersetze:
außerdem
außerdem
timer
0:20
Slide 12 - Open vraag
übersetze:
zuletzt
zuletzt
timer
0:20
Slide 13 - Open vraag
übersetze:
denn
denn
timer
0:20
Slide 14 - Open vraag
noteer het signaalwoord in het Nederlands
Er kommt nicht aus Köln, ..... aus Berlin.
Er kommt nicht aus Köln, ..... aus Berlin.
timer
0:30
Slide 15 - Open vraag
noteer het signaalwoord in het Nederlands
Ich mag alle in meiner Klasse,
..... den verrückten Wouter.
Ich mag alle in meiner Klasse,
..... den verrückten Wouter.
timer
0:30
Slide 16 - Open vraag
noteer het signaalwoord in het Nederlands
Sie hat sich gut vorbereitet. Sie hat ..... jeden Tag drei Stunden gelernt.
Sie hat sich gut vorbereitet. Sie hat ..... jeden Tag drei Stunden gelernt.
timer
0:30
