QUIZ H9 t/m H11 BB

Quiz criminaliteit H8 & H9 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz criminaliteit H8 & H9 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is op dit moment het belangrijkste doel van de meeste straffen?
A
wraak
B
afschrikken
C
beveiligen van de samenleving
D
resocialisatie

Slide 2 - Quizvraag

Wat wordt er bedoelt met resocialisatie?
A
Dit is iemand die veroordeelden helpt na hun straf
B
Het gedrag van de dader verbeteren
C
Als iemand na zijn veroordeling weer een misdrijf pleegt

Slide 3 - Quizvraag

Welke straffen zijn hoofdstraffen? Klik de twee juiste antwoorden aan.
A
TBS
B
geldboete
C
schadevergoeding
D
hechtenis

Slide 4 - Quizvraag

Mieke krijgt een taakstraf van 100 uur waarvan 40 voorwaardelijk. Hoeveel uur taakstraf moet ze uitvoeren?
A
60
B
40
C
140

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hechtenis en gevangenisstraf?
Noem ten minste één verschil.

Slide 6 - Open vraag

De rechter oordeelt dat de verdachte een schadevergoeding van €3000,- moet betalen. Aan wie wordt dat geld overgemaakt?
A
de overheid
B
het slachtoffer of nabestaanden
C
de advocaat

Slide 7 - Quizvraag

Jack heeft onder invloed van alcohol een ongeluk veroorzaakt. Hij krijgt een taakstraf en moet zijn rijbewijs inleveren.

Wat voor soort straf is het inleveren van zijn rijbewijs?
A
hoofdstraf
B
maatregel
C
bijkomende straf
D
voorwaardelijke straf

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt er bedoelt met recidive?
A
Dit is iemand die veroordeelden helpt na hun straf
B
Het gedrag van de dader verbeteren
C
Als iemand na zijn veroordeling weer een misdrijf pleegt

Slide 9 - Quizvraag

Noem twee taken van de reclassering.

Slide 10 - Open vraag

Wie bepaalt de maximumstraf voor misdrijven in Nederland?
A
de rechters
B
het Openbaar Ministerie (OM)
C
het parlement en de regering

Slide 11 - Quizvraag

Het snelrecht is ingevoerd om verdachten van zware criminaliteit snel voor de rechter te brengen. Het is effectiever.
Bij welk beleidsterrein hoort het snelrecht?
A
opsporingsbeleid
B
vervolgingsbeleid
C
gevangenisbeleid
D
jeugdbeleid

Slide 12 - Quizvraag

Noem preventieve maatregelen die burgers en bedrijven kunnen nemen in de strijd tegen criminaliteit.

Slide 13 - Open vraag

Wat kan de overheid doen om sociale controle te vergroten?

Slide 14 - Open vraag