In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhaling hormoonstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
* Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.
Slide 5 - Quizvraag
Welk hormoon produceren de teelballen?
A
Oestrogeen
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Insuline
Slide 6 - Quizvraag
Adrenaline wordt gemaakt in
A
Alvleesklier
B
Schildklier
C
Hypofyse
D
Bijnieren
Slide 7 - Quizvraag
In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
Adrenaline in je bloed
B
Hoeveelheid suiker in je bloed
C
Geven hormonen af
D
Zorgen voor verbranding
Slide 9 - Quizvraag
Welke hormoonklier is dit?
A
Kleine hersenen
B
Eilandjes van Langerhands
C
Hypofyse
D
Schildklier
Slide 10 - Quizvraag
Nr. 2 (bij de keel) Hormoonklier
A
Hypofyse
B
Eierstok
C
Bijnier
D
Schildklier
Slide 11 - Quizvraag
Nr. 3 Hormoonklier Functie
A
Hypofyse
invloed op de groei
B
Schildklier
invloed op de stofwisseling
C
Bijnier
sneller kunnen reageren
D
Alvleesklier
invloed op hoeveelheid suiker in het bloed
Slide 12 - Quizvraag
Waar bevindt zich de schildklier?
A
Boven op de nieren
B
In de voortplantingsorganen
C
In de hals tegen de luchtpijp aan
D
In de alvleesklier
Slide 13 - Quizvraag
In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend. Hoe heet deel 1?
A
Alvleesklier
B
Schildklier
C
Hypofyse
D
Bijnieren
Slide 14 - Quizvraag
Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon. Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
Adrenaline
B
Schildklierhormoon
C
Insuline
D
Hypofyse hormoon
Slide 15 - Quizvraag
1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven
2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
1 waar
2 nietwaar
D
1 nietwaar
2 waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat ga je doen?
* KB Maak opdracht 40 t/m 46
* BB maak opdracht 27, 28, 29, 30, 31 en 33(test jezelf)
Wil je nog meer oefenen? Ga naar biologiepagina.nl
Ben je klaar? Overhoor jezelf/ander eens met de flitskaarten in magister.me