De kracht van verhalen: het hoe en waarom en soorten verhalen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je geleerd over verhalen in de tekst die je gelezen hebt?

Slide 2 - Woordweb

Statement of inquiry 
Perspective and context in a narrative may influence the attitude to a theme and help us orientate in space and time. 


Het perspectief en de setting in een verhaal kan je houding ten opzichte van een onderwerp beinvloeden en je helpen je te orienteren in plaats en tijd. 

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Key Concept = 
Perspective
Related Concepts = 
Context
Character
Theme
Global Concept = Orientation in space and time

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet waarom we verhalen vertellen
Je kunt de kenmerken van verhalen noemen en  herkennen
Je leert dat er verschillende soorten verhalen zijn
Je kunt een verhaal samenvatten en herschrijven



Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaan verhalen?

Slide 6 - Tekstslide

Volksverhalen
Legende  = volksverhaal met een religieuze personage als protagonist

Mythe = volksverhaal met goden en mythische wezens

Sage = volksverhaal op een specifieke plek en tijd met angstaanjagende gebeurtenissen

Sprookje = volksverhaal op een onbepaalde plek en tijd met een gelukkige afloop 

Slide 7 - Tekstslide

Veel verhalen gaan over de grote vraagstukken in het leven: leven en dood, de liefde, problemen van mensen, eenzaamheid, de samenlevening
...................

Daar ontspannen we van :)
Functies van verhalen

- Bedoeld om levenslessen door te geven, te vermaken, te boeien, er iets uit te leren, om mysteries te verklaren, kritiek te geven op de maatschappij of om mensen en de wereld beter te begrijpen

Slide 8 - Tekstslide

Het verschil
Sprookjes, fabels en mythen spelen zich af in een tijd en plaats die we niet altijd kennen. 

Bij sagen en legenden zijn plaats en tijd wel bekend.

Slide 9 - Tekstslide

En toen en toen en toen...
Wat heb je nodig voor een goed verhaal? 
1. sterke plot of:
2. een strevend personage of:
3. een conflict

4. setting
5. perspectief 

Slide 10 - Tekstslide

Summative
Voor je summative moet je een volksverhaal bewerken. 

Je herschrijft het zo dat het een eigentijds verhaal wordt dat zich afspeelt op een andere plek in de wereld. 

In de lessen ga je je hier op voorbereiden.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Kies een verhaal uit de volgende lijst: 
https://www.beleven.org/verhalen/lijsten/landen.php

Je gaat dit verhaal de komende lessen bewerken. Je verandert plaats, tijd en perspectief en maakt er een eigentijds verhaal van. 
Voor nu: eerst lezen en samenvatten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Belangrijke begrippen

  • Verhalen?
  • Sterk verhaal
  • Broodjeaapverhaal? 
  • Waarom?

                                                 Moderne volksverhalen!
moderne volksverhalen

Slide 14 - Tekstslide

Broodje Aap-verhaal
Een broodje aap-verhaal is een verzonnen verhaal dat als waargebeurd wordt doorverteld.
Wat denk jij? Is het verhaal van de hond in de magnetron een broodje aap verhaal?

Slide 15 - Tekstslide

Broodje Aap versus een sage
  • Een sage  is een traditioneel volksverhaal 
  • Een sage is korter dan een sprookje  en bevatten vaak iets van zwarte magie
  • De mensen die een sage horen, gaan er vanuit dat het klopt
  • Sagen worden vertelt en zijn niet opgeschreven
  • De opvolger van een Sage wordt een broodje aap verhaal genoemd
  • In een broodje aap verhaal gaat het vaak om angsten voor rampen ipv zwarte magie
  • Een goede 1 april grap zou je ook een broodje aap kunnen noemen




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Ik was gisteren in het park.

Hoe maak je hier een verhaal van?

Precies! Je laat iets verrassends gebeuren, bijvoorbeeld een grote hond at je jas op ...
Kenmerken van verhalen
- verzonnen gebeurtenissen (fictie en plot)
- Met spanning erin

Slide 19 - Tekstslide