V3A - Chapitre 7 - introduction + bron A

Chapitre 7 : Le Maroc en fête !
Doel van de les:
  • Ik kan de hoofdgedachte uit een Franse tekst halen.
  • Ik kan de hoofdlijnen van audiofragmenten begrijpen om antwoord te geven op vragen.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 7 : Le Maroc en fête !
Doel van de les:
  • Ik kan de hoofdgedachte uit een Franse tekst halen.
  • Ik kan de hoofdlijnen van audiofragmenten begrijpen om antwoord te geven op vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Dans ce chapitre, tu vas aller au Maroc
Ce pays est situé au nord-ouest de l’Afrique
Le Maroc est un pays assez moderne avec beaucoup de traditions. Les adolescents marocains de ton âge aiment aller au cinéma, se retrouver à la plage ou dans un café. 
Si tu es au Maroc, tu peux aller au souk. C’est un marché où l’on peut tout acheter. Tu peux aussi essayer le couscous ou le tajine dans un restaurant traditionnel. Profite d’un bon massage dans un bain public: le hammam. Et n’oublie pas de goûter du thé à la menthe, symbole de l’hospitalité marocaine.

Slide 2 - Tekstslide

Dans ce chapitre, tu vas aller au Maroc
Ce pays est situé au nord-ouest de l’Afrique
Le Maroc est un pays assez moderne avec beaucoup de traditions. Les adolescents marocains de ton âge aiment aller au cinéma, se retrouver à la plage ou dans un café. 
Si tu es au Maroc, tu peux aller au souk. C’est un marché où l’on peut tout acheter. Tu peux aussi essayer le couscous ou le tajine dans un restaurant traditionnel. Profite d’un bon massage dans un bain public: le hammam. Et n’oublie pas de goûter du thé à la menthe, symbole de l’hospitalité marocaine.

Hierna komt een quiz over Marokko. Wat weet jij al?
Log in op lessonup.app om mee te doen. Vul je eigen naam in!

Slide 3 - Tekstslide

La capitale du Maroc est..
timer
0:15
A
Agadir
B
Casablanca
C
Rabat
D
Marrakech

Slide 4 - Quizvraag

Quel massif montagneux
traverse le Maroc ?
timer
0:15
A
L'Atlas
B
L'Himalaya
C
Les Pyrénées
D
Les Alpes

Slide 5 - Quizvraag

Laquelle de ces villes est
marocaine ?
timer
0:15
A
Marrakech
B
Nabeul
C
Oran
D
Bordeaux

Slide 6 - Quizvraag

Quel acteur français connu
est d'origine marocaine ?
timer
0:15
A
Jamel Debbouze
B
Kad Merad
C
Omar Sy
D
Gérard Depardieu

Slide 7 - Quizvraag

Les Marocains parlent l'arabe.
Quelle autre langue locale
est parlee au Maroc ?
timer
0:15
A
Le berbère
B
Le perse
C
Le verlan
D
Le frison

Slide 8 - Quizvraag

Selon la tradition,
la cérémonie du mariage
au Maroc dure...
timer
0:15
A
1 jour
B
3 jours
C
7 jours
D
10 jours

Slide 9 - Quizvraag

Quel gâteau oriental est
une spécialité marocaine ?
timer
0:15
A
Les cornes de gazelles
B
Le makroud
C
Le mille-feuille
D
Le croissant

Slide 10 - Quizvraag

Dans le célèbre thé à la menthe,
il n'y a pas de...
timer
0:15
A
lait
B
sucre
C
thé vert
D
menthe

Slide 11 - Quizvraag

Quelle est la monnaie
locale du Maroc?
timer
0:15
A
Le dinar
B
Le dirham
C
Le yen
D
Le florain

Slide 12 - Quizvraag

Le surnom du Maroc, c'est
le pays du soleil...
timer
0:15
A
couchant
B
brillant
C
éternel
D
levant

Slide 13 - Quizvraag

Tekstverklaren

Doel: Ik kan de hoofdgedachte uit een Franse tekst halen.

Slide 14 - Tekstslide

Om te weten waar een tekst over gaat zijn er een paar belangrijke dingen waar je naar moet kijken / die je moet lezen.
Vul het woordweb aan met waar jij naar kijkt & wat jij leest om te weten waar een tekst over gaat.
Hoe weet je waar een tekst over gaat zonder alles te lezen?

Slide 15 - Woordweb

Lis le titre et l'introduction du texte A à la page 84 du
 livre de textes et regarde les images. 

Slide 16 - Tekstslide

1. Waarom is Nadia in Agadir?
2. Wat gaat Hanane doen?
3. Wat vraagt de neef van Hanane op het tweede plaatje?
4. Waarover gaat het luisterfragment?

Slide 17 - Open vraag

Luistervaardigheid
Doel: Ik kan de hoofdlijnen van audiofragmenten begrijpen om antwoord te kunnen geven op vragen.

Slide 18 - Tekstslide

Lis les questons et les phrases de l'exercice 4c (p.95).
Écoute et lis le texte A. Choisis les bonnes réponses.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is waar over Nadia?
A
Ze is al eerder in de hammam geweest, maar wil graag nog een keer.
B
Ze is nooit eerder geweest en wil graag een keer een massage.

Slide 20 - Quizvraag

Wat zegt Nadia over het strand?
A
Dat ze daar op een ander moment nog naartoe kunnen.
B
Nadia wil er vandaag heen omdat het mooi weer is.

Slide 21 - Quizvraag

Waarom gaan ze niet naar het strand van Agadir?
A
Daar is het te druk.
B
Dat is niet zo groot.

Slide 22 - Quizvraag

Wat wordt er gezegd over het strand van Taghazout?
A
Daar kun je beter met de auto heen.
B
Er gaan geen bussen naartoe.

Slide 23 - Quizvraag

Lis les phrases de l'exercice 4d (p.95).
Écoute la suite du texte A. Choisis les bonnes réponses.

Slide 24 - Tekstslide

Le cousin de Hanane ...
A
ne peut pas aller chercher la copine de Hanane.
B
n'a pas de place dans sa voiture pour la copine de Hanane.

Slide 25 - Quizvraag

Le groupe d'amis va manger...
A
à la plage.
B
après la plage.

Slide 26 - Quizvraag

Ils ont rendez-vous...
A
chez Hanane.
B
en ville.

Slide 27 - Quizvraag

Le groupe parle surtout ...
A
de l'école.
B
des sorties.

Slide 28 - Quizvraag

Ik kan al goed antwoord geven op vragen bij audiofragmenten.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Dit heb ik nodig om het de volgende keer (nog) beter te doen:

Slide 30 - Open vraag

Devoirs
Apprendre: 
Vocabulaire B français - néerlandais) (p.127)

Faire: 
ex.4f, 6 et 7 dans Lesson Up
https://LessonUp.app/invite/h/et7RJHiyDiTjubzHu

Slide 31 - Tekstslide