In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
AK QUIZ
Over ALLES!!!
(wat je in de onderbouw geleerd hebt)
Slide 1 - Tekstslide
Het is warm in het tropisch regenwoud door:
timer
0:30
A
Het afbranden van de bossen
B
De zon die loodrecht op de evenaar schijnt
C
De stand van de maan
D
De ingebouwde kachels
Slide 2 - Quizvraag
Waar of niet waar? Voordat lava naar buiten komt heet het magma.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Welke combinatie van sedimentgesteente is juist?
timer
0:30
A
Zand --> Schalie
B
Schelpen --> Kalksteen
C
Klei--> Zandsteen
D
Schelpen --> Schalie
Slide 4 - Quizvraag
Welke zinnen zijn juist? 1. Vulkanen komen alleen op het land voor. 2. Vulkanen komen zowel onder water als boven water voor. 3. Vulkanisme komt alleen in bergen voor. 4. Vulkanisme komt alleen onder water voor. 5. Vulkanisme komt vooral voor op de randen van aardkorstplaten.
timer
0:30
A
Zin 2 en 5
B
Zins 2 en 4
C
Zin 1 en 3
D
Zin 1 en 5
Slide 5 - Quizvraag
Welke uitleg past het best bij het woord globalisering?
timer
0:30
A
Steeds meer bedrijven vestigen zich in het buitenland.
B
Steeds meer goederen worden op aarde vervoerd.
C
De absolute afstand tussen gebieden wordt kleiner.
D
Gebieden worden wereldwijd meer met elkaar verbonden.
Slide 6 - Quizvraag
Aardbevingen ontstaan vooral op plekken waar aardplaten .... ?
timer
0:30
A
Langs elkaar schuiven
B
Op elkaar botsen
C
Langs elkaar schuiven óf op elkaar botsen
D
Uit elkaar gaan
Slide 7 - Quizvraag
Welvaart wordt gemeten op basis van geld, oftewel met het bnp/hoofd (bruto nationaal product). Wat is dat?
timer
0:30
A
Het geld dat een land per jaar verdient : het aantal goederen.
B
Het aantal goederen dat een land produceert : het aantal inwoners.
C
Het inwoners van een land : het geld dat een land verdient.
D
Het geld dat een land per jaar verdient : het aantal inwoners.
Slide 8 - Quizvraag
De Andes is het op een na hoogste gebergte op aarde. Wat is het hoogste gebergte?
timer
0:30
timer
0:30
A
De Mount Everest
B
De Alpen
C
De Pyreneeën
D
De Himalaya
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste kenmerk van het woestijnklimaat?
timer
0:30
A
Heet
B
Droog
C
Warm
D
Zand
Slide 10 - Quizvraag
timer
0:45
aardas
Noordpool
noordelijk halfrond
evenaar
zuidelijk halfrond
Zuidpool
Slide 11 - Sleepvraag
Wat maakte de suburbanisatie mogelijk?
timer
0:45
A
Ze hadden dikke stacks G!
B
Toegenomen welvaart en welzijn
C
Toegenomen rijkdom en betere gezondheidszorg
D
Toegenomen welvaart en mobiliteit
Slide 12 - Quizvraag
1200 meter stijgen betekent
timer
0:45
A
5,4 graden kouder
B
7,2 graden kouder
C
6,6 graden kouder
D
9 graden warmer
Slide 13 - Quizvraag
Waarom stroomt al het water uit Duitsland naar Nederland
timer
0:30
A
Nederland ligt hoger dan Duitsland
B
Nederland ligt lager
dan Duitsland
C
Nederland heeft meer rivieren dan Duitsland
D
In Duitsland regent het meer dan in nederland
Slide 14 - Quizvraag
Een volk kenmerkt zich door:
timer
0:45
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter
Slide 15 - Quizvraag
Verhoogde afvoer van een rivier
Verschil tussen neerslag en verdamping
Zeer ernstige situatie door een tekort aan schoon water
Water in de grond dat stamt uit eerdere tijden
Waterhoudende laag in de ondergrond
timer
0:45
aquifer
piekafvoer
nuttige neerslag
water schaarste
fossiel water
Slide 16 - Sleepvraag
Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
timer
0:45
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
1/4 keer
Slide 17 - Quizvraag
noem 3 weerselementen?
timer
0:30
A
Wind, Neerslag en Temperatuur
B
Vuur, water en lucht
C
Tornado, Aardbeving en overstroming
D
Neerslag, water en zee
Slide 18 - Quizvraag
Welk land hoort NIET bij de BRIC?
timer
0:30
A
Brazilie
B
Rusland
C
Indonesie
D
India
Slide 19 - Quizvraag
Wat hebben de BRIC-landen gemeen?
timer
0:30
A
Hoge verstedelijkingsgraad
B
Goed in voetbal
C
Groeiende economie
D
Hoge welvaart
Slide 20 - Quizvraag
Nederlanders gebruiken gemiddeld ... liter water per dag > Wat er op de puntjes moet staan?
timer
0:30
A
59 liter
B
86 liter
C
102 liter
D
119 liter
Slide 21 - Quizvraag
Waar lag Sri Jayewardenapura Kotte ook alweer?
timer
0:30
A
Madagaskar
B
Sri Lanka
C
India
D
Nepal
Slide 22 - Quizvraag
Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
timer
0:30
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee
Slide 23 - Quizvraag
Als twee platen naar elkaar toe bewegen dan heet dat .... ?
timer
0:30
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Convectie
D
Confederatie
Slide 24 - Quizvraag
Waardoor is het dal op de foto uitgesleten?
timer
0:30
A
Rivieren
B
Gletsjers
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde, van grof naar fijn?
timer
0:30
A
Klei-Zand-Grind
B
Grind-Klei-Zand
C
Zand-Grind-Klei
D
Grind-Zand-Klei
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
timer
0:30
A
Verwering - sedimentatie - erosie
B
Erosie - verwering - sedimentatie
C
Verwering - erosie - sedimentatie
D
Sedimentatie - verwering - erosie
Slide 27 - Quizvraag
Welke verwering zie je in de foto?
timer
0:30
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil
Slide 28 - Quizvraag
Het klimaat in deze klimaatdiagram komt voor in de ..... zone
timer
0:30
A
Gematigde zone
B
Koude zone
C
Tropische zone
D
Droge zone
Slide 29 - Quizvraag
op deze foto zie je
timer
0:30
A
fysische verwering
B
biologische verwering
C
chemische verwering
D
Vulkanisme
Slide 30 - Quizvraag
Op deze afbeelding zien we:
timer
0:30
A
Formele sector
B
Regionale ongelijkheid
C
Sociale ongelijkheid
D
Informele sector
Slide 31 - Quizvraag
Welk klimaat heeft Nederland?
timer
0:30
A
Koudklimaat
B
Zeeklimaat
C
K*tklimaat
D
Landklimaat
Slide 32 - Quizvraag
Deze meneer werkt in de
timer
0:30
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
Informele sector
Slide 33 - Quizvraag
Wat is geen hoofdstad van Zuid Afrika?
timer
0:30
A
Pretoria
B
Bloemfontein
C
Kaapstad
D
Johannesburg
Slide 34 - Quizvraag
Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
timer
0:30
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft
Slide 35 - Quizvraag
Bij een natuurramp in arme landen is de economische schade vaak groter / kleiner dan in rijke landen.
timer
0:30
A
groter
B
kleiner
Slide 36 - Quizvraag
Hiernaast zie je een figuur van de verspreiding van verschillende godsdiensten.
Door welke van onderstaande oorzaken zijn deze godsdiensten hier het meeste verspreid?