Les 2 Waardebepaling van een auto

Les 2 Waardebepaling 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Waardebepaling 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling les 1
  • Voor- en nadelen van de verschillende soorten brandstof
  •  Uitvoering van de motor
  • auto-opties en symbolen
  • kilometerstand en leeftijd
  • onderhoud en staat van de auto

Slide 2 - Tekstslide

Noem een auto die in het C-segment thuis hoort.

Slide 3 - Open vraag

Welke auto hoort niet in het E-segment?
A
Peugeot 607
B
Rover 75
C
Honda Legend
D
Toyota Avensis

Slide 4 - Quizvraag

Welke auto hoort thuis in het J-segment (SUV's)?
A
Porsche Panamera
B
Mazda CX-5
C
Citroën C8
D
Aston Martin

Slide 5 - Quizvraag

B) Brandstof
Welke brandstof de auto verbruikt is ook van belangrijk bij het taxeren van een auto. We onderscheiden de volgende soorten brandstof:

Diesel, benzine, lpg, bifuel, hybride, aardgas, elektrisch, waterstof

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1
Noem per brandstof soort 2 voordelen en nadelen. Denk aan milieu en verbruik.

Voor de opdrachten les 2 zie teams / LE inruilwaarde
bepalen / bestanden
timer
0:10

Slide 7 - Tekstslide

C. De uitvoering van de auto
1.  vermogen van de motor
2.  transmissie: automaat of versnellingsbak

                        automaat: semie automaat en aantal traps
                        versnellingsbak : aantal versnellingen

3. Welke opties heeft de auto

Slide 8 - Tekstslide

auto opties

Slide 9 - Woordweb

Opdracht 2
Ga aan de slag met opdracht 2:

Zoek op wat de verschillende symbolen betekenen en vul de tabel in.

Na 15 minuten gaan we de opdracht bespreken.
timer
0:15

Slide 10 - Tekstslide

D) De kilometerstand en leeftijd
Km stand van de auto is belangrijk en dat is logisch! Hoe meer km de auto loopt hoe meer slijtage je mag verwachten. Belangrijk is dat de NAP klopt.
NAP betekent Nationale AutoPas Deze controleert in samenwerking met de RDW de km stand van de auto. Als de km stand juist is staat er bij de kenteken registratie dat de NAP logisch is. Is de km stand niet juist dat vermeldt de kentekenregistratie dat de NAP onlogisch is. De tellerstanden kunnen dan teruggedraaid zijn of er is een fout gemaakt bij de invoering van de tellerstanden.
Hoe ouder de auto hoe lager de koopprijs wordt. Uitzondering op deze regel zijn de auto’s die uniek zijn, de jongtimers en de oldtimers.

Slide 11 - Tekstslide

Jongtimer en Oudtimer
Een jongtimer is een auto die 15 jaar of ouder is. Aanschaffing van een jongtimer is zakelijk aantrekkelijk want je mag hier zakelijk en privé in rijden en de bijtelling is maar 35%. Alle onderhoudskosten zijn aftrekbaar.

Voorbeeld: zakelijk koop je een jongtimer voor € 8000 dan is de bijtelling € 2800.
Stel dat je 40% inkomstenbelasting betaald dan kost de auto € 1.120,-

Jongtimers worden daarom steeds duurder vooral in het D,E,F,J en MPV segment.
Een oldtimer is een auto die tenminste 40 jaar of ouder is. Deze auto’s zijn wegenbelasting vrij en de verzekeringspremie is laag.

Slide 12 - Tekstslide

E) Onderhoud en staat van de auto
Onderhoud: Is de auto goed onderhouden, heeft de auto op de voorgeschreven aantal km zijn service beurten gehad, zoals vervangen van de olie, remblokken, distributieriem enz. Elke auto heeft een service boekje waarin staat aangegeven wanneer de auto een kleine of grote beurt gehad heeft of wanneer onderdelen vervangen zijn. Zo’n serviceboekje is dus heel belangrijk want dan weet je dat de auto goed onderhouden is.
De staat van de auto: hiermee bedoelen we hoe is de auto optisch wat betreft het exterieur en het interieur van de auto.
Bij exterieur moet je denken aan kleine beschadigingen zoals schaafplekken, deukjes, lakbeschadigingen, hagelschade enz. maar er kunnen ook grote beschadigingen zijn zoals grote deuken, deuren, kofferbak, motorklep of spatborden zijn ontzet. De auto heeft schade gehad maar is niet goed hersteld enz.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3
Bekijk de 10 foto's van schade. Geef per foto aan wat voor schade het is en wat jij denkt wat de kosten hiervan zijn.

Lever de opdracht in in teams voor de eerstvolgende les na de meivakantie.

Slide 19 - Tekstslide