2bkt - K9 (voorzetsels 4e naamval)

Voorzetsels 4e naamval
Für wen? Für mich und für dich!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorzetsels 4e naamval
Für wen? Für mich und für dich!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt de 4e naamval maken met de voorzetsels en de persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe veranderen de pers. voornaamwoorden (onderwerp / lijd.voorw.)? Één blijft over.
timer
1:00
mich
dich
ihn/sie/es/man
uns
euch
sie/Sie
ich
du
er
ihr
sie/Sie
er/sie/es/man
wir

Slide 3 - Sleepvraag

Overzicht:
1e                    4e                                1e                    4e
ich              = mich                            wir              = uns
du               = dich                              ihr              = euch
er/sie/es  = ihn/sie/es                  sie/Sie     = sie/Sie
                                                               wer? (wie)= wen?


Slide 4 - Tekstslide

Ich kaufe ein Buch für....
A
er
B
wir
C
ihn
D
ich

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Voorzetsels met de 4e naamval
  • De vormen mich, dich enzovoort zijn de vormen van het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval (4).
  • Na für en een aantal andere voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

Slide 8 - Tekstslide


Duits
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang

Nederlands
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
von
C
um
D
durch

Slide 11 - Quizvraag

Welke naamval hoort bij het lijdend voorwerp?
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval

Slide 12 - Quizvraag

Hast du das Handy (voor mij) gekauft?

Slide 13 - Open vraag

(zonder jullie) ist die Reise nicht halb so toll.

Slide 14 - Open vraag

Habt ihr einen Prospekt (voor ons) mitgebracht?

Slide 15 - Open vraag

Heb je nog vragen?
Wat vind je nog lastig?

Slide 16 - Open vraag