Bijvoeglijke bepaling

Redekundig ontleden
Zinsdelen:
bijvoeglijke bepaling
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Redekundig ontleden
Zinsdelen:
bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
Ontleden betekent: iets in stukjes verdelen en ieder
stuk een naam geven.

Bij redekundig ontleden verdeel je een zin in zinsdelen.
 

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen benoemen
  1. Persoonsvorm                        (verander de tijd )
  2. Onderwerp                               (wie + pv?  of wat + pv?)
  3. Werkwoordelijk gezegde   (alle werkwoorden in de zin)
  4. Lijdend voorwerp                  (wie + alle benoemde zinsdelen? of wat + alle                                                              benoemde zinsdelen?)
  5. Meewerkend voorwerp      (aan wie + alle benoemde zinsdelen? of voor                                                                wie + alle benoemde zinsdelen?)
  6. Bijwoordelijke bepaling      (alle overgebleven zinsdelen)

Slide 3 - Tekstslide


Bij welke optie is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


Hij gaf de lastige klus aan zijn slimme collega.
A
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn | slimme collega.
B
Hij gaf | de lastige klus | aan | zijn slimme collega.
C
Hij | gaf | de lastige klus | aan zijn slimme collega.
D
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn slimme collega.

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman 
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.

Slide 6 - Sleepvraag

Een bijvoeglijke bepaling geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord (meisje, Mercurius, hemel).

Een bijvoeglijke bepaling is GEEN APART ZINSDEEL, maar een deel van een ander zinsdeel.
Zoals van:
  • het onderwerp, 
  • het lijdend voorwerp, 
  • het meewerkend voorwerp en/of 
  • de bijwoordelijke bepaling(en) … 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen zin 1, 2 en 3?
1. In die zaal | heeft | dat meisje | een schilderij | bekeken.
2. In die nieuwe zaal | heeft | dat leuke meisje | een prachtig schilderij | bekeken.
3. In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.

Slide 8 - Tekstslide

  • Door in zin 1 woorden/woordgroepen bij te voegen hebben we zin
    2 en 3 gekregen. 

  • Die woorden/woordgroepen zeggen iets extra's over zaal, over
    meisje, over schilderij: over een zelfstandig naamwoord dus.  

  • Dat extra's kan vóór en achter het zelfstandig naamwoord (kernwoord) staan. Wanneer het achter een zelfstandig naamwoord staat begint het met een voorzetsel (van, in, op etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf de kernwoorden op:
1. In die zaal | heeft | dat meisje | een schilderij | bekeken.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de kernwoorden op:
2. In die nieuwe zaal | heeft | dat leuke meisje | een prachtig schilderij | bekeken.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)

Mijn kleine broertje van acht jaar mocht afgelopen zaterdag aan een belangrijke voetbalwedstrijd meedoen. 

Slide 14 - Tekstslide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en) (zijn rood)

Mijn kleine broertje van acht jaar /mocht/ afgelopen zaterdag/ aan een belangrijke voetbalwedstrijd /meedoen. 

Slide 15 - Tekstslide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)

De mooie ring van mijn oma heb ik in een mooi, blauw doosje gedaan. 

Slide 16 - Tekstslide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en) (zijn rood)

De mooie ring van mijn oma /heb /ik/ in een mooi, blauw doosje /gedaan. 

Slide 17 - Tekstslide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)

Ik neem iedere dag vijf sneeën met kaas mee naar mijn werk. 

Slide 18 - Tekstslide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernen.
3) Omcirkel de bijvoeglijke bepaling(en)

Ik /neem /iedere dag /vijf sneeën met kaas/ mee /naar mijn werk

Slide 19 - Tekstslide

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Ze
heeft
een
mooie,
rode
auto.

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Hij
kocht
een
hele nieuwe
telefoon.

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke  
bepalingen.

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Met
de
nieuwe
vriend
van mijn zus
kan  
ik
goed
opschieten. 

Slide 23 - Sleepvraag