3.3 Stromingen in de politiek

3.3 Stromingen in de politiek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.3 Stromingen in de politiek

Slide 1 - Tekstslide

POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS

gelijkheid
Actieve overheid
Passieve overheid
Vrijheid

Slide 2 - Sleepvraag

POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS

Eerlijke inkomens verdeling
Zwakkeren bescherming
Een overheid die alleen straft en controleert

Slide 3 - Sleepvraag

Een voorbeeld van algemeen belang is
A
Je huiswerk maken
B
Dat er wegen zijn
C
Dat jij op vakantie kunt
D
Dat er bezuinigd wordt

Slide 4 - Quizvraag

Opkomen voor zwakkeren in de samenleving is typisch
A
Links
B
Midden
C
Rechte

Slide 5 - Quizvraag

Een passieve overheid past bij
A
Linkse politieke partijen
B
Rechtse politieke partijen
C
Midden partijen
D
Democratische partijen

Slide 6 - Quizvraag

Op je 18e ga je voor het eerst naar de stembus, hoe heet dit?
A
Passief kiesrecht
B
Actief kiesrecht

Slide 7 - Quizvraag

3.3 Stromingen in de politiek
Aan het einde van de les kunnen jullie...
  • de drie grote Politieke stromingen in Nederland benoemen.
  • de bijbehorende waarden benoemen van die stromingen'
  • Uitleggen wat populisme is.

Slide 8 - Tekstslide

Politieke Stromingen betekenis:
verzameling ideeen over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

De 3 grootste stromingen zijn:

  • Liberalisme
  • Sociaal-democratie
  • Christen-democratie

Slide 9 - Tekstslide

Liberalisme
Waarden:
  •  Economische vrijheid
  •  Persoonlijke vrijheid

Rol van de overheid:
Alleen zorgen voor veiligheid (passieve overheid)

Slide 10 - Tekstslide

Sociaal-democratie
Waarden:
  • Solidariteit
  • Gelijkwaardigheid

Rol van de overheid:
ongelijkheid tegen gaan (actieve overheid)


Slide 11 - Tekstslide

Christen-democratie
Waarde:
  • Naastenliefde

Rol van de overheid:
alleen als er geen andere hulp is (beperkte overheid)

Slide 12 - Tekstslide

Niet bij een stroming 
* Populistische partijen
- 'De wil van het volk'
- Belangen van gewone mensen 

Slide 13 - Tekstslide

Niet bij een stroming
* 'One-issue'-partijen
- één thema is het allerbelangrijkst 


Slide 14 - Tekstslide

Welke drie grote stromingen zijn er in Nederland

Slide 15 - Open vraag

Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?
Gelijkwaardigheid
Naastenliefde
Economische vrijheid
SOCIALISTEN
CHRISTENDEMOCRATEN
LIBERALEN
Solidariteit
Persoonlijke vrijheid

Slide 16 - Sleepvraag

De vrijheid om te leven zoals jij wil is...
A
Solidariteit
B
Economische vrijheid
C
Gelijkwaardigheid
D
Persoonlijke vrijheid

Slide 17 - Quizvraag

Kijkopdracht:

  • Welke Stroming herken je in dit filmpje?
  • Benoem twee kenmerken van deze stroming

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

1. Welke stroming herkende je?
2. Benoem twee kenmerken van deze stroming

Slide 20 - Open vraag

Kunnen jullie nu
  • de drie grote Politieke stromingen in Nederland benoemen?
  • de bijbehorende waarden benoemen van die stromingen?
  • Uitleggen wat populisme is?

Slide 21 - Tekstslide

Welke stromingen 'horen' rechte partijen?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalen

Slide 22 - Quizvraag

Welke stromingen 'horen' midden partijen?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalen

Slide 23 - Quizvraag

Welke stromingen 'horen' linkse partijen?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalen

Slide 24 - Quizvraag