Klas 1 herhalen lengtematen en 5.3 en 5.4

Deze les
We gaan eerst bezig met een aantal vragen die de herhaling zijn van 5.1 en 5.2.
Dan komt er een aantal vragen over
5.3 Lengtematen omrekenen en
5.4 Omtrek.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
We gaan eerst bezig met een aantal vragen die de herhaling zijn van 5.1 en 5.2.
Dan komt er een aantal vragen over
5.3 Lengtematen omrekenen en
5.4 Omtrek.

Slide 1 - Tekstslide

Op deze paddenstoel staat dat de afstand naar Tynaarlo 5,9 km is.
Hoeveel meter is dat?
A
59 m
B
59000 m
C
590 m
D
5900 m

Slide 2 - Quizvraag

Vul in "is korter dan" of "is even lang als" of "is langer dan".
340 cm ....................... 3,2 m
A
is korter dan
B
is even lang als
C
is langer dan

Slide 3 - Quizvraag

Vul in "is korter dan" of "is even lang als" of "is langer dan".
4020 m ................... 4km
A
is korter dan
B
is even lang als
C
is langer dan

Slide 4 - Quizvraag

Een vrachtwagen heeft een
lading van 310 cm breed.
Bij een tunnel ziet hij
dit verkeersbord staan.
Hoeveel meter is de lading te breed?
A
8 m
B
0,8 m
C
0,08 m

Slide 5 - Quizvraag

Uitleg
Bij het omrekenen van lengtematen kan je de volgende schema's gebruiken:

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
Je kunt ook naar deze kijken:

Slide 7 - Tekstslide

Reken de maat om:
35 m = ............. dm
A
350
B
3500
C
3,5
D
0,35

Slide 8 - Quizvraag

Reken de maat om:
860 cm = ........... m
A
86
B
8,6
C
8600
D
86000

Slide 9 - Quizvraag

Reken de maat om:
320 dm = ........ mm
A
32
B
3,2
C
3200
D
32000

Slide 10 - Quizvraag

Reken de maat om:
56 m = ................. km
A
5,6
B
0,56
C
0,056
D
0,0056

Slide 11 - Quizvraag

Tel de volgende maten op en geef je antwoord in de gevraagde lengtemaat.
500 cm + 43 dm + 340 mm = ......... cm
A
1270
B
538,4
C
964
D
933,4

Slide 12 - Quizvraag

Tel de volgende maten op en geef je antwoord in de gevraagde lengtemaat.
3 m + 330 dm + 4500 cm + 1 km = .......... m
A
181
B
1081
C
1486
D
1051,3

Slide 13 - Quizvraag

Zet de maten van klein naar groot.
Maak de maten eerst gelijk.
45 km - 50000 m - 475000 dm
A
45 km-50000 m-475000 dm
B
45 km- 475000 dm - 50000 m
C
475000 dm - 45 km- 50000 m
D
475000 dm - 50000 m - 45 km

Slide 14 - Quizvraag

Op de wegwijzer staat dat de afstand naar De Berendonck nog 3,1 km is.
Hoeveel meter is dat?
A
31
B
310
C
3100
D
31000

Slide 15 - Quizvraag

Uitleg

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de omtrek
van de figuur in meters.
Vergeet de stukjes
met .... niet!
A
7, 75 m
B
11,5 m
C
9,75 m
D
13,5 m

Slide 17 - Quizvraag

De akker van een boerderij
is verdeeld in 6 vierkante stukken
met zijden van 30 m.
Hoeveel meter is de omtrek
van de hele akker?
A
280 m
B
300 m
C
320 m
D
400 m

Slide 18 - Quizvraag

Het land van boer Willems is vierkant.
Hij heeft om zijn land een hek gemaakt van 198 meter lang.
Hoe lang is één kant ongeveer?
A
25 m
B
50 m
C
100 m
D
200 m

Slide 19 - Quizvraag