H3L67 - 2THF - Donderdag - 4.5 Woorden

Welkom 2THF : )


Planning van dit uur
  • Stillezen (controle leesboek)
  • Zin ontleden 
  • Uitleg vorming zelfstandig naamwoord
  • Zelfstandig werken: maak Test Jezelf van 4.5 Woorden 
  • Blooket van woorden hoofdstuk 4

Aan het einde van deze les
  • ken je nieuwe woorden;
  • weet je hoe woorden gevormd worden. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Boektok (morgen)
  • Dia-toetsen (21, 22, 23 mei)
  • Schrijfdossier (vrijdag 20 juni)
  • Boekpitches (juni) 
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2THF : )


Planning van dit uur
  • Stillezen (controle leesboek)
  • Zin ontleden 
  • Uitleg vorming zelfstandig naamwoord
  • Zelfstandig werken: maak Test Jezelf van 4.5 Woorden 
  • Blooket van woorden hoofdstuk 4

Aan het einde van deze les
  • ken je nieuwe woorden;
  • weet je hoe woorden gevormd worden. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Boektok (morgen)
  • Dia-toetsen (21, 22, 23 mei)
  • Schrijfdossier (vrijdag 20 juni)
  • Boekpitches (juni) 
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek)

Slide 1 - Tekstslide

Een zelfstandig naamwoord kan op verschillende manieren

gevormd worden. 

Slide 2 - Tekstslide

Vorming zelfstandige naamwoorden
Samenstelling
Afleiding
Twee woorden aan elkaar plakken die los ook betekenis hebben
Twee woorden aan elkaar plakken die niet allebei los iet betekenen
Tuinhuis, drinkwater, sneltrein
Barones, blijheid, kleintje, loper

Slide 3 - Tekstslide

Vorming zelfstandige naamwoorden
  1. Van een werkwoord
    Het huilen, de loper

  2. Van een bijvoeglijk naamwoord 
    De blijheid, het kleintje

  3. Van twee losse woorden
    Sneltrein, tuinhuis

  4. Voor- of achtervoegsel
    Barones, echtgenote, aartsvijand, oudoom

Slide 4 - Tekstslide

Samenstelling of afleiding?

Trein
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Geen samenstellig of afleiding

Slide 5 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?

Huis
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Geen samenstellig of afleiding

Slide 6 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?

Tuinhuis
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Geen samenstellig of afleiding

Slide 7 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?

Huisje
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Geen samenstellig of afleiding

Slide 8 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?

Vergadering
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Geen samenstellig of afleiding

Slide 9 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?

Vergaderruimte
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Geen samenstellig of afleiding

Slide 10 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Hardloper
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 11 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Drinkwater
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 12 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Liefje
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 13 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Dansje
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 14 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Het huilen
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 15 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Kokkin
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 16 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Moeheid
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 17 - Quizvraag

Hoe is het woord gevormd?

Echtgenote
A
Van een werkwoord
B
Van een bijvoeglijk naamwoord
C
Van twee losse woorden (samenstelling)
D
Door een voor- of achtervoegsel aan een zn te plakken

Slide 18 - Quizvraag

Schrijfdossier
Document schrijfdossier samen doorkijken

Slide 19 - Tekstslide