2-2 en 2-3 decimale getallen vermenigvuldigen

begin aan de opstarter
opstarter inplakken
ipad, oefenboek op tafel
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

begin aan de opstarter
opstarter inplakken
ipad, oefenboek op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Doelen van deze les

- Ik ken het verschil tussen hele en decimale (komma) getallen. 

- Ik kan decimale (komma) getallen op een getallenlijn plaatsen. 


- Ik ken de begrippen: getallen met één, twee, drie (etc.) decimalen. 

- Ik weet dat je achter een decimaal getal nullen mag plaatsen om   

  decimale getallen goed te kunnen vergelijken. 


- Ik kan vergelijken welke decimale getallen groter of kleiner zijn en 

  deze op volgorde zetten van klein naar groot.






Slide 3 - Tekstslide

Decimale getallen 






Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Splitsen
3,85 kun je splitsen:
3+0,80+0,05

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vermenigvuldigen met decimale getallen stappenplan.

  1. Schrijf de bewerking op.
  2. Schrijf de getallen op zonder komma.
  3. Reken het uit zoals je gewend bent.
  4. Tel het aantal cijfers achter de komma van de oorspronkelijke getallen.
  5. Tel bij de uitkomst van rechts het aantal getallen die je getelt had bij stap 4.
  6. Zet daar een komma.
  7. Klaar.
Stappenplan uitgewerkt:
  1. De som:  2,4 x 3,8
  2.    24 x 38
  3.    De uitkomst 912
  4. Er staan twee cijfers achter de komma.
  5.  Dus getal 1 en 2 moeten achter de komma.
  6.  9,12

De uitkomst van de som is 9,12

Slide 8 - Tekstslide

vermenigvuldigen met 10 
en met 100

5,7 x 10 =
3,76 x 10 =
1005,9 x 100 =

Slide 9 - Tekstslide

HW

Maak paragraaf 2.2 en 2.3
blz.30 t/m 33

Slide 10 - Tekstslide