In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wat zou jij persoonlijk gedaan hebben bij het spel 'Golden Balls' en waarom?
Slide 2 - Open vraag
Economische spellen
Slide 3 - Tekstslide
Economisch spel:
elke situatie waarin twee of meer actoren in een economische context beslissingen moeten nemen die een wederzijdse invloed heeft op de uitkomst van die beslissingen.
Slide 4 - Tekstslide
Strategie:
een keuze die een speler in een economisch spel kan kiezen
Slide 5 - Tekstslide
duidelijke keuzes en gevolgen:
duidelijk economisch spel
onduidelijke keuzes en gevolgen: onduidelijk (of zelfs niet-bestaand) economisch spel
Slide 6 - Tekstslide
Samenwerken & Onderhandelen F1 & F2
Definities om te onthouden:
Simultaan spel: een situatie binnen een economisch spel, waarbij de spelers gelijktijdig een beslissing moeten nemen.
Sequentieel spel: een economisch spel waarbij de éne speler reageert op de beslissing van de andere speler.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Definities om te leren:
Dominante strategie: de situatie waarin een ‘speler’ voor dezelfde actie kiest, ongeacht de keuze van de andere speler’.
Nash-evenwicht: de situatie waarbij de uitkomst van een economisch spel bepaald is, omdat beide spelers een dominante strategie hebben.
Gevangenedilemma: er zijn twee partijen die onafhankelijk van elkaar een keuze moeten maken. Doordat beide partijen in hun eigenbelang kiezen, komt er een uitkomst die voor beide partijen niet optimaal is.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de dominante strategie van Jumbo?
A
Niet op zondag open zijn
B
Wel op zondag open zijn
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de dominante strategie van de AH?
A
Wel op zondag open zijn
B
Niet op zondag open zijn
Slide 12 - Quizvraag
Het Nash-evenwicht is dus dat ze allebei open zijn
Slide 13 - Tekstslide
Verandert het Nash-evenwicht door de nieuwe situatie?
A
Jawel, en het nieuwe Nash-evenwicht is Niet/Niet
B
Nee, deze blijft Wel/Wel
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het Nash-evenwicht in deze situatie?
A
één van de twee supermarkten is open op zondag, de andere niet
B
Beide supermarkten zijn open op zondag
C
Beide supermarkten zijn dicht op zondag
Slide 15 - Quizvraag
Is bij het Nash-evenwicht sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Wat is of zijn het/de Nash-evenwicht(en) in dit simultaan spel?
A
Dansen/Dansen
B
Bordspellen/Bordspellen
C
Dansen/Dansen en Bordspellen/Bordspellen
D
Dansen/Bordspellen en Bordspellen/Dansen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is of zijn het/de Nash-evenwicht(en) in dit sequentieel spel?
A
Als Elise eerst gaat wordt het Bordspellen/Bordspellen
B
Als Elise eerst gaat wordt het Dansen/Dansen
C
Als Wouter eerst gaat wordt het Bordspellen/Bordspellen
D
Als Wouter eerst gaat wordt het Dansen/Dansen
Slide 18 - Quizvraag
Wouter zegt: "ongeacht wat jij kiest, ik kies voor bordspellen." Wat kiest Elise?
A
Dansen
B
Bordspellen
Slide 19 - Quizvraag
Twee universiteiten plannen hun open dag in:
A
Maastricht en Utrecht kiezen beide voor zaterdag
B
Maastricht kiest voor zondag, Utrecht voor zaterdag
C
Maastricht kiest voor zaterdag, Utrecht kiest voor zondag
D
Maastricht en Utrecht kiezen beide voor zondag
Slide 20 - Quizvraag
Wat kunnen de twee universiteiten doen om elkaar niet in de weg te plannen?
Slide 21 - Open vraag
Twee universiteiten plannen hun open dag in:
A
Maastricht en Utrecht kiezen beide voor zaterdag
B
Maastricht kiest voor zondag, Utrecht voor zaterdag
C
Maastricht kiest voor zaterdag, Utrecht kiest voor zondag
D
Maastricht en Utrecht kiezen beide voor zondag
Slide 22 - Quizvraag
Een suboptimale uitkomst, via een gevangenendilemma, kan opgelo
Slide 23 - Tekstslide
Wat kunnen de twee universiteiten doen om elkaar niet in de weg te plannen?
Slide 24 - Open vraag
De koude oorlog: wat is strategisch?
A
Beide landen produceren geen kernwapens
B
De Sovjet-Unie produceert kernwapens, de V.S. niet
C
Beide landen produceren kernwapens
D
Geen van deze antwoorden is correct
Slide 25 - Quizvraag
Wat kunnen de V.S. en de Sovjet-Unie doen om uit dit gevangenendilemma te komen?
Slide 26 - Open vraag
De badkamer poetsen: wat is strategisch?
A
Miranda poetst de badkamer, Wouter niet.
B
Wouter poetst de badkamer, Miranda niet.
C
Miranda en Wouter poetsen de badkamer.
D
Niemand poetst.
Slide 27 - Quizvraag
Wat kunnen Miranda en Wouter doen om toch een gepoetste badkamer te hebben?
Slide 28 - Open vraag
Ontsnappen uit een gevangenendilemma F3:
Sociale normen
Collectieve dwang: de macht die een groep heeft om te zorgen dat iedereen zich aan de geldende regels houdt.
Bijvoorbeeld: het aanhouden van de anderhalve meter afstand
Slide 29 - Tekstslide
Ontsnappen uit een gevangenendilemma F3:
Geloofwaardige dreiging: een middel om de andere speler in een economisch spel tot een gewenste keuze te dwingen waarbij het middel geen onacceptabel negatieve gevolgen heeft voor de speler die er mee dreigt.
Bijvoorbeeld: als de Sovjet-Unie kernwapens blijft maken, doet de V.S. dat ook.
Slide 30 - Tekstslide
Ontsnappen uit een gevangenendilemma F3:
Zelfbinding: een actie waarmee je de concurrentie kunt overtuigen dat je zult handelen in het gezamenlijk belang.
Bijvoorbeeld: de badkamer poetsen wordt in een rooster gezet door beide spelers en gecontroleerd door de ander.
Slide 31 - Tekstslide
Ontsnappen uit een gevangenendilemma F3:
Reputatie: hoe andere spelers verwachten dat een speler zich gaat gedragen.
Bijvoorbeeld: iemand speelt alleen maar steen in een steen-papier-schaar toernooi.
Slide 32 - Tekstslide
Stappenplan voor een economisch spel:
Begrijp de context van het spel: de spelers, de keuzes en de resultaten
Vind de hoogste winst of het beste resultaat voor beide spelers door de vraag te stellen: 'als speler A dit kiest, wat kiest speler B dan?'
Vind potentiële Nash-evenwichten door bovenstaande strategie
Is het Nash-evenwicht het beste resultaat mogelijk in het spel? Zo niet: dan is het een gevangenendilemma