Energie in onze cellen: glucose en vetten

Energie in onze cellen: glucose en vetten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Energie in onze cellen: glucose en vetten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je hoe glucose als energiebron wordt gebruikt in de cellen, en hoe het lichaam vet als energieopslagplaats gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van de les en wat ze aan het einde zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over de energiebronnen van onze cellen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is glucose?
Glucose is een suiker die ons lichaam binnenkomt via koolhydraten in onze voeding.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat glucose is en waar het vandaan komt.
De rol van insuline
Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat glucose vanuit het bloed de cellen binnen kan gaan.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat insuline doet en waarom het belangrijk is.
Glucose in de cel
Eenmaal in de cel kan glucose worden afgebroken met behulp van zuurstof, waarbij energie vrijkomt.

Slide 6 - Tekstslide

Laat een afbeelding zien van glucose in de cel en leg uit wat er gebeurt.
Wat zijn vetten?
Vetten zijn een andere energiebron voor ons lichaam. Ze worden opgeslagen in vetcellen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat vetten zijn en waar ze worden opgeslagen.
Vetten als energiebron
Wanneer het lichaam meer energie nodig heeft dan er glucose beschikbaar is, worden vetten afgebroken en omgezet in energie.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe vetten als energiebron worden gebruikt en wanneer dit gebeurt.
Glucose versus vetten
Het lichaam gebruikt glucose als energiebron wanneer er voldoende beschikbaar is, maar schakelt over op vetten als er meer energie nodig is.

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijk de rol van glucose en vetten als energiebronnen.
Koolhydraat- en vetverbranding
Koolhydraten en vetten worden op verschillende manieren verbrand in ons lichaam. Het verbranden van koolhydraten levert snelle energie op, terwijl het verbranden van vetten meer tijd kost maar meer energie oplevert.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe koolhydraten en vetten worden verbrand en wat de verschillen zijn.
Voeding en energie
Een gezond dieet bevat voldoende koolhydraten en vetten om ons lichaam van energie te voorzien. Het is belangrijk om te letten op de juiste verhoudingen en om voldoende te bewegen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe voeding bijdraagt aan onze energievoorziening en waarom een gezonde levensstijl belangrijk is.
Glucose en vetten in de praktijk
In groepjes gaan de leerlingen op zoek naar voedingsmiddelen die rijk zijn aan koolhydraten of vetten. Ze bespreken met elkaar waarom deze voedingsmiddelen bijdragen aan de energievoorziening van ons lichaam.

Slide 12 - Tekstslide

Geef de leerlingen de opdracht om in groepjes te werken en bespreek na afloop kort de uitkomsten.
Quiz
Een quiz over de lesstof om te testen wat de leerlingen hebben geleerd.

Slide 13 - Tekstslide

Maak een quiz met een aantal vragen over de lesstof en laat de leerlingen deze individueel maken.
Herhaling leerdoel
Aan het einde van de les weet je hoe glucose als energiebron wordt gebruikt in de cellen, en hoe het lichaam vet als energieopslagplaats gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Herhaal het leerdoel van de les en vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd.
Evaluatie
Een evaluatieformulier voor de leerlingen om feedback te geven op de les.

Slide 15 - Tekstslide

Maak een evaluatieformulier met een aantal vragen om feedback te krijgen van de leerlingen.
Bronnen
Een lijst met bronnen die zijn gebruikt voor de les.

Slide 16 - Tekstslide

Geef een overzicht van de bronnen die zijn gebruikt bij het maken van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.