WKPV-1 H9 par 6 - 9.11

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
WKPV-1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Een bevoegd opsporingsambtenaar vraagt een getuige van een vechtpartij wat er gebeurd is. Deze vertelt zijn verhaal. De opsporingsambtenaar vraagt deze getuige vervolgens naar zijn identiteitsgegevens. De getuige wil deze echter niet geven en loopt weg. Wat moet de opsporingsambtenaar nu doen?
A
De getuige staande houden
B
De getuige aanhouden omdat deze verdachte is geworden va het niet opgeven van zijn naam
C
De getuigen zijn identiteitsbewijs vorderen

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer mag een bevoegde opsporingsambtenaar een identiteitsbewijs vorderen?
A
Als hij te maken heeft met een verdachte
B
Als dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor zijn taak
C
Als hij te maken heeft met een verdachte of een getuige
D
Altijd

Slide 4 - Quizvraag

Een BOA domein 1 zonder politiebevoegdheden houdt een verdachte staande. Deze verdachte wil zijn naam niet meedelen. De opsporingsambtenaar vordert hem nu zijn identiteitsbewijs. De verdachte wil deze echter niet tonen. Waartoe is de opsporingsambtenaar nu bevoegd?
A
Hij kan de verdachte nu aanhouden voor het niet voldoen aan de toonplicht van het ID bewijs
B
Hij kan een identiteitsfouillering uitvoeren bij de verdachte
C
Hij kan beide bevoegdheden toepassen

Slide 5 - Quizvraag

Jan wordt als getuige gevraagd naar zijn naam en nog een aantal andere gegevens. Hij vertelt opzettelijk dat hij niet religieus is, terwijl hij dit wel is. Is hij nu strafbaar voor het valselijk opgeven van identiteitsgegevens?
A
Nee, hij is getuige dus kan zich hieraan niet schuldig maken. Alleen een verdachte kan worden staande gehouden.
B
Nee, dit gegeven valt niet onder de definitie van identificerende gegevens.
C
Ja, dit kan in dit geval. Een getuige kan ook valse identificerende gegevens opgeven en hiervoor strafbaar zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Klaas-Jan is getuige van een vechtpartij. Als de politie arriveert loopt hij naar een van de agenten toe en zegt: 'ik ben Hans Worst en ik heb helemaal niets gezien'. De agent vertrouwt het niet en vraagt Klaas-Jan naar zijn identiteitsbewijs. Als Klas-Jan deze toont, ziet de agent dat Klaas-Jan dus een valse naam heeft opgegeven. Is Klaas-Jan nu strafbaar?
A
Ja, ook een getuige kan zich schuldig maken aan het opgeven van valse identiteitsgegevens.
B
Nee, een getuige kan zich niet schuldig maken aan het opgeven van valse identiteitsgegevens.
C
Nee, hij werd niet om deze gegevens gevraagd door het bevoegd gezag.

Slide 7 - Quizvraag

Is een toezichthouder bevoegd inzage van een identiteitsbewijs te vorderen?
A
Nee, dit kan alleen worden gedaan bij de verdachte. Een toezichthouder is geen opsporingsambtenaar.
B
Ja, dit kan hij indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn taak.
C
Ja, maar dan alleen als de persoon niet als verdachte aan te merken is.

Slide 8 - Quizvraag

Een opsporingsambtenaar vordert een verdachte zijn identiteitsgegevens op te geven. Is de verdachte verplicht hieraan te voldoen?
A
Ja, als de bevoegde opsporingsambtenaar dit vordert.
B
Nee, het opgeven van ID gegevens kan niet gevorderd worden, het tonen van het ID bewijs wel.
C
Ja, het tonen van het ID bewijs is verplicht.

Slide 9 - Quizvraag

Wat valt NIET onder identificerende persoonsgegevens?
A
Voornaam
B
Geboorteplaats
C
Nationaliteit
D
Adres

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Johan handelt in tweedehands auto's. Is hij verplicht zich aan de regels omtrent opkopers conform artikel 437 Sr. te houden?
A
Nee, tweedehands auto's vallen niet onder de genoemde goederen waarin gehandeld moet worden om onder de strafbaarheid van dit artikel te vallen.
B
Ja, hij maakt er zijn beroep / bedrijf van.

Slide 13 - Quizvraag

Govert heeft als beroep het opkopen van restpartijen van kledingwinkels. Is hij verplicht zich aan de regels omtrent opkopers conform artikel 437 Sr. te houden?
A
Nee, dit soort goederen vallen niet onder de genoemde goederen waarin gehandeld moet worden om onder de strafbaarheid van dit artikel te vallen.
B
Nee, tenzij het om tweedehands kleding gaat.
C
Ja.

Slide 14 - Quizvraag

Wie kunnen er inzage vorderen van de inzage van de administratie van opkopers van incourante goederen etc.?
A
Alleen opsporingsambtenaren
B
Alleen door de burgemeester aangewezen ambtenaren
C
Beiden

Slide 15 - Quizvraag

Een algemeen opsporingsambtenaar vordert een opkoper van incourante goederen inzage in zijn administratie. Is deze opsporingsambtenaar hiertoe bevoegd?
A
Nee, dit kan alleen als er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit. De opkoper hoeft immers niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling.
B
Nee, dit kan alleen als hij tevens toezichthouder is.
C
Ja, dit kan indien noodzakelijk voor zijn taak.

Slide 16 - Quizvraag

Een opsporingsambtenaar vordert een opkoper van incourante goederen etc. gegevens op te geven van bepaalde door hem verworven goederen. Wat is in dit geval nu juist?
A
Hij is hiertoe niet verplicht omdat alleen een toezichthouder een dergelijke vordering mag doen.
B
Hij is hiertoe verplicht en dient de gegevens naar waarheid op te geven.
C
Hij is hiertoe verplicht, maar hoeft deze gegevens niet naar waarheid op te geven aangezien hij niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling.
D
Hij is hiertoe niet verplicht want hij hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het doel van inkoopregisters?

Slide 19 - Open vraag

Mehmet handelt in gebruikte laptops. Wat moet Mehmet nu doen als het gaat om de identiteitsgegevens van de persoon van wie hij een laptop koopt?
A
De identiteitsgegevens vastleggen tijdens of op de dag van de verkoop
B
De identiteitsgegevens vastleggen voorafgaand aan de koop
C
Een kopie van het identiteitsbewijs van de verkoper maken en bewaren tijdens of op de dag van de aankoop
D
Een kopie van het identiteitsbewijs van de verkoper maken en bewaren voorafgaand aan de koop

Slide 20 - Quizvraag

Rick handelt in tweedehands fototoestellen en ziet in een lijst van de politie met daarop goederen die onlangs als gestolen zijn opgegeven dat een van zijn apparaten voor wat betreft beschrijving en beschadigingen exact overeenkomt met een onlangs als gestolen opgegeven apparaat. Hij besluit het apparaat snel door te verkopen. Aan welk strafbaar feit maakt Rick zich nu schuldig?
A
Opzetheling
B
Schuldheling
C
Art 437: verzuim handelaar in beroep of bedrijf

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Lorenzo verkoopt tweedehands bromfietsen. Hans (17 jaar) biedt aan Lorenzo een tweedehands fiets aan voor een marktconforme prijs. Wat is nu juist in deze situatie?
A
Lorenzo mag dit goed pas kopen als hij het identiteitsbewijs van Hans heeft gecontroleerd, daarvan kopie heeft gemaakt en deze kopie inclusief de overige vereiste gegevens in zijn administratie heeft vastgelegd.
B
Lorenzo mag dit goed kopen als hij maar de in de wet vereiste gegevens vastlegt alvorens tot koop over te gaan.
C
Lorenzo mag dit goed in dit geval niet kopen.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Binnen hoeveel dagen na vestiging moet een aangewezen handelaar de burgemeester daarvan schriftelijk in kennis stellen?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Hoe noemen we zo'n algemeen voorschrift afgekondigd door de burgemeester in noodgevallen?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Een BOA in Lingelerwaard treft om 00.00 uur een man aan die over straat loopt met een jerrycan. Hij vermoedt dat er benzine in de jerrycan zit. Wat mag de BOA in dit geval doen?
A
Onderzoeken wat er in de jerrycan zit (toezichthouder). Als dit benzine is, aanhouden voor overtreding art. 443 (opsporingsambtenaar)
B
De jerrycan in beslag nemen en mee naar het bureau nemen. Als dit benzine is, kan de man buiten heterdaad worden aangehouden voor art. 443.
C
De man meteen aanhouden omdat er een vermoeden is dat er benzine in zit.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Welk van de volgende documenten valt NIET onder een reisdocument?
A
Rijbewijs
B
Paspoort
C
Nederlandse ID kaart
D
Persoonlijke OV chipkaart

Slide 31 - Quizvraag

John werkt bij de politie. Hij heeft een politiepas om toegang te krijgen tot het bureau waar hij werkt. Op een dag verliest hij zijn pas. Bas vindt deze pas. Bas krijgt de mondelinge mededeling van een daartoe bevoegde ambtenaar om de pas in te leveren. Strafbaar voor art. 447b?
A
Nee, een dergelijk document valt niet onder de categorie identiteitsbewijzen genoemd in dit artikel.
B
Nee, pas als hij het document daadwerkelijk gaat gebruiken, is hij strafbaar.
C
Ja, dit betreft een identiteitsbewijs zoals in het artikel benoemd. Hij moet de pas terstond inleveren.
D
Nee, hij heeft hier 14 dagen de tijd voor.

Slide 32 - Quizvraag

Binnen hoeveel dagen moet het reisdocument worden ingeleverd wanneer het bevel tot inleveren aangetekend schriftelijk is medegedeeld?

Slide 33 - Open vraag

Silke laat haar ganzen zonder toestemming in de tuin van de buren lopen. Voor welk strafbaar feit zal zij vermoedelijk worden gestraft?
A
Art. 461 SR verboden toegang
B
Art. 458 SR niet uitvliegend pluimgedierte laten lopen op andermans grond
C
Art. 459 SR vee laten lopen op andermans grond indien in de maanden mei t/m oktober, anders 458 SR
D
Art. 461 SR verboden toegang indien toegang op blijkbare wijze ontzegd, anders 458 SR niet uitvliegend pluimgedierte laten lopen op andermans grond

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Bibi laat haar kippen lopen zonder toestemming op een bosperceel. Voor welk strafbaar feit zal Bibi vermoedelijk gestraft worden?
A
Art. 461 SR verboden toegang
B
Art. 458 SR niet uitvliegend pluimgedierte laten lopen op andermans grond
C
Geen van de genoemde strafbare feiten

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Milan laat zijn koeien zonder toestemming lopen op de grond van een ander die gereedgemaakt is om beplant te worden. Is hij strafbaar voor artikel 459 Sr. vee laten lopen op andermans grond?
A
Ja
B
Nee, de grond moet daadwerkelijk beplant zijn
C
Nee
D
Ja, het laten lopen van vee op andermans grond is altijd strafbaar

Slide 38 - Quizvraag

Tom laat zijn varkens zonder toestemming lopen in een rijswaard. Is dit strafbaar voor artikel 459 Sr. vee laten lopen op andermans grond?
A
Ja
B
Nee, de grond moet bezaaid, bepoot of beplant zijn of daartoe gereed gemaakt
C
Nee, een varken is geen vee
D
Ja, het laten lopen van vee op andermans grond is altijd strafbaar

Slide 39 - Quizvraag

Een koe van boer Harmsen heeft zichzelf geleerd om over het prikkeldraad te springen. Nu staat ze in de wei van de buurman te grazen. Zodra boer Harmsen dit hoort, gaat hij met de buurman op pad om de koe te vangen. Als ze gevangen is, zet hij haar op stal om te voorkomen dat ze weer ontsnapt. Is hier sprake van overtreding van art. 459 SR?
A
Ja, de koe heeft gelopen in een weiland dat niet van hem is.
B
Nee, de boer heeft de koe niet laten lopen.

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Sem loopt zonder toestemming op een weiland. Dit weiland is volledig omringd door prikkeldraad. Voor welk strafbaar feit zal Sem vermoedelijk gestraft worden?
A
461 Sr. verboden toegang.
B
460 Sr. zonder recht bevinden op bepaalde gronden (weilanden etc.).
C
460 Sr. zonder recht bevinden op bepaalde gronden (weilanden etc.) indien in de maanden mei t/m oktober,
D
461 Sr. verboden toegang indien toegang op blijkbare wijze ontzegd, anders 460 Sr. zonder recht bevinden op bepaalde gronden (weilanden etc.).

Slide 42 - Quizvraag

Amber loopt in maart over een stuk grond dat gereed is gemaakt voor beplanting. Is ze strafbaar?
A
Ja, voor art. 461 SR verboden toegang
B
Nee, buiten de maanden mei t/m oktober mag dit gewoon
C
Ja, voor art. 460 SR zonder recht bevinden op bepaalde gronden (weilanden, etc)
D
Nee, alleen als de grond daadwerkelijk beplant is.

Slide 43 - Quizvraag

In november maakt een echtpaar een wandeling in de bossen. Op een gegeven moment vinden ze dat de wandeling toch wat lang duurt, dus nemen ze een kortere route door het weiland, zonder toestemming. Is hier sprake van overtreding van art. 460 SR?
A
Ja, dit is altijd strafbaar
B
Nee, dit is alleen strafbaar van mei t/m oktober

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Kan een huurder mensen van zijn grond weren ingevolge art. 461 SR?
A
Ja, hij is rechthebbende
B
Nee, alleen de eigenaar kan dat

Slide 46 - Quizvraag

Wat is GEEN vorm van de toegang op 'blijkbare wijze' verbieden?
A
Mondeling
B
Afscheiding weiland
C
Bordje 'verboden toegang'
D
Hek om villa

Slide 47 - Quizvraag

Een persoon laat zijn hond op verboden grond loslopen. De persoon loopt zelf niet op de verboden grond. Is hij strafbaar voor art. 461 SR?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag