les3_H5§2 Olie-industrie: vloek of zegen?

Nigeria: Olie- industrie: vloek of zegen?
Wat zie je op de afbeelding?
Hoe zou dit komen en is dit vloek of zegen?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nigeria: Olie- industrie: vloek of zegen?
Wat zie je op de afbeelding?
Hoe zou dit komen en is dit vloek of zegen?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling:  Terugblik §1.2 met stellingen 
  • Uitleg: §1.3 Olie in Nigeria
  • (Online) opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

1. In het noorden van Nigeria is de bevolkingsdichtheid het hoogst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

2. Op de savanne valt meer neerslag dan in de steppe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

3. In de binnenlanden van Nigeria groeien mangroven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

4. Nigeria bestaat uit deelstaten, hierdoor ontstaat er meer autonomie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

5. Nigeria is een multiculturele samenleving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

6. Nigeria was vroeger een kolonie van Frankrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

7. Nigeria werd in 1960 onafhankelijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

8. Op de steppe vind akkerbouw plaats.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

9. Etnische groepen zijn groepen met een eigen cultuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

10. Regionale ongelijkheid is een reden voor veel opstanden in Nigeria.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

11. Olie, gas, steenkool zijn voorbeelden van natuurlijke hulpbronnen die in Nigeria te vinden zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

12. Natuurgodsdiensten komen in Nigeria niet voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welk schaalniveau heeft deze kaart over zwakke staten in de wereld?
A
Nationaal schaalniveau
B
regionaal schaalniveau
C
Mondiaal schaalniveau
D
Continentaal schaalniveau

Slide 15 - Quizvraag

Leerdoelen H1 §1.3
  • Je kunt uitleggen wat het belang van de olie-industrie is voor het bnp, de export en de overheidsinkomsten van Nigeria. 
  • Je kunt nadelen van de olie-industrie voor Nigeria noemen. 
  • Je kunt uitleggen waardoor er in Nigeria veel armoede is, ondanks de rijkdom aan olie. 
  • Je kunt beschrijven op welke manier de Nigeriaanse overheid de afhankelijkheid van olie wil verkleinen. 

Slide 16 - Tekstslide

Olie-industrie
  • 1956: ontdekking van olie in Nigeria
  • Multinationals als Shell en Texaco halen olie uit de grond
  • olie-inkomsten: €124 miljard (2019)
  • 80% van de inkomsten van overheid >  investeren slecht in onderwijs en infrastructuur.  

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Spannende handel
'Olie-vangst' verschilt!

  • hoog: door veel te winnen en te exporteren
  • laag: door binnenlandse conflicten of
    door een kleine buitenlandse vraag 

Slide 19 - Tekstslide

Spannende handel - 2
Hoge olie prijs als: 
  • stijgende vraag naar olie in de wereld 
  • olie is schaars (weinig op de wereldmarkt)
Lage olieprijs als:
  • dalende vraag naar olie 
  • als er veel olie op de wereldmarkt komt

Slide 20 - Tekstslide

Export van Nigeria

Slide 21 - Tekstslide

Olieprijs schommelt ...

Slide 22 - Tekstslide

Invloed Corona ?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Invloed oorlog Rusland- Oekraïne?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

80% van de inkomsten van Nigeria komt uit de olie-industrie. Maar...

Nigeria is ook het land waar in 2022 de meeste mensen in extreme armoede leven. Hoe kan dat?  

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

0

Slide 30 - Video

De bevolking van Nigeria profiteert nauwelijks van de olierijkdom. Hoe wordt dit veroorzaakt?

Slide 31 - Open vraag

  • Weinig mensen werkzaam in de olie-industrie. Het meeste geld komt terecht bij een kleine groep. (Overheid, MNO)
  • Veel corruptie
  • De overheid investeert het geld slecht. Voorbeelden in de landbouw en industrie

Slide 32 - Tekstslide

Werkzaamheden
  • Lees de theorie van paragraaf 1.3
  • Maak opdracht 1 t/m 9 

Slide 33 - Tekstslide

Deze les:
  • Uitleg paragraaf 1.3
    - Neokolonialisme 
    - Diversificatie
    - Sectoren
  • Uitleg opdracht met Gapminder

Slide 34 - Tekstslide

Neokolonialisme
Neokolonialisme: situatie dat arme landen economisch afhankelijk zijn van rijke landen, ondanks de bevochten politieke onafhankelijkheid

politiek onafhankelijk, maar economisch afhankelijk

Slide 35 - Tekstslide

Oorsprong neokolonialisme
koloniale tijd:
  • dwang tot verbouwen en afgeven (belasting betalen) van handelsgewassen
  • inname grond, start plantages

Slide 36 - Tekstslide

Minder afhankelijkheid van aardolie - Diversificatie 
Meer verschillende inkomstenbronnen. Voordelen: 
- Minder kwetsbaar voor schommelingen in de prijs van olie
- Toename werkgelegenheid

Hoe? Meer werk in de dienstensector, investeren in landbouw en industrie. 

Slide 37 - Tekstslide

B206 - Diensten 
Bestaat uit: 
- Primaire sector - landbouw, mijnbouw, visserij
- Secundaire sector - industrie
- Tertiaire sector (commerciële dienstverlening) 
- Quartaire sector (niet-commerciële dienstverlening) 



Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Aan de slag...
Ga aan de slag met opdracht 10 van paragraaf 1.3

Kijk de opdrachten van par. 1.3 na





timer
10:00

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Welke leerdoelen hadden we deze les?

Slide 44 - Open vraag

Leerdoelen H5§2
  • Je kunt uitleggen wat het belang van de olie-industrie is voor het bnp, de export en de overheidsinkomsten van Nigeria. 
  • Je kunt nadelen van de olie-industrie voor Nigeria noemen. 
  • Je kunt uitleggen waardoor er in Nigeria veel armoede is, ondanks de rijkdom aan olie. 
  • Je kunt beschrijven op welke manier de Nigeriaanse overheid de afhankelijkheid van olie wil verkleinen. 

Slide 45 - Tekstslide